GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
127
IN6EK«HEir STUKKEN.
N°. 242. Leiden, 10 October 1905.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de
voorstellen van Burgemeester en Wethouders:
1°. tot aankoop, ten behoeve van de uitbreiding van de Vee
markt, van het perceel 2e Binnenvestgracht n°. 11 en tot aan
bieding aan de eigenaars van de overige in de onteigening
begrepen perceelen. van een bedrag als koopsom hunner per-
ceelen (Ingek. Stukken n°. 225);
2°. tot wijziging van de begrooting, dienst 1905, ten behoeve
van de vernieuwing van den binnenketel van den stoomketel
der Liernurinrichting (Ingek. Stukken n°. 234);
3°. tot wijziging van de begrooting, dienst 1905, ten behoeve
van de plaatsing van een tochtafsluiting voor den hoofdingang
van het Raadhuis (Ingek. Stukken n°. 236).
Zij stelt U derhalve voor dienovereenkomstig te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 243. Leiden, 10 October 1905.
Onder overlegging van het verzoek van den heer Dr. J. C.
J. Bierens de Haan om ontslag als lid der Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs alhier en van het
daaromtrent uitgebracht advies dier commissie, hebben wij
de eer Uwe Vergadering voor te stellen aan den heer Dr. J.
C. J. Bierens de Haan het door hem gevraagd ontslag eervol
te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 4 October 1905.
Naar aanleiding van Uw schrijven van 27 September 1.1.
N°. 10 a/51 en onder terugzending van het daarbij gevoegd
verzoek om ontslag van Dr. J. C. J. Bierens de Haan als lid
onzer commissie, hebben wij de eer U in overweging te geven
aan hem dit ontslag eervol te verleenen.
Ter vervulling van de plaats die tengevolge hiervan in de
commissie openvalt, hebben wij de eer U overeenkomstig
artikel 2 der Verordening van 7 Mei '1896 aan te bevelen
de Heeren
1. B. J. H. HAITINK, Stille Rijn 1.
2. Dr. N. A. M. SANDERS, Witte Singel 47b.
De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
J. J. Salverda de Grave, Voorzitter.
H. M. A. Coebergh, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Rotterdam, 22 September 1905.
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen de onder-
geteekende Dr. J. C. J. Bierens de Haan,
dat hij wegens vertrek uit Leiden naar Rotterdam ontslag
verzoekt als lid dei' Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs te Leiden.
't Welk doende, enz.
J. C. J. Bierens de Haan.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 244. Leiden, 10 October 1905.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij, in overleg
met den Arrondissements-Schoolopziener, en na ingewonnen
bericht van het Hoofd der school, de volgende voordracht aan
te bieden voor de benoeming van eene 4e onderwijzeres in
de handwerken aan de openbare school der 4e klasse, N°. 1,
ter vervulling van de vacature ontstaan door de benoeming
van Mej. S. Ph. C. Wiersma tot 3e onderwijzeres aan de school
der 3e klasse N°. 4:
1°. Mej. D. G. A. KOSTER, werkzaam aan de O. L. school
der 4e klasse N°. 2;
2°. Mej. .1. VAN DER STEL, werkzaam aan de O. L. school
der 4e klasse N°. 2;
30. Mej. M. VAN DER HORST, werkzaam aan de O. L, school
der 3e klasse N°. 3.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U tot eene be
noeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 245 Leiden, 10 October 1905.
Tegen de door heeren Regenten van het H. G. of Arme
Wees- en Kinderhuis ingediende rekening over het dienst
jaar 1904, heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Zij stelt U derhalve voor die rekening goed te keuren
in ontvangst op f 29941.045
in uitgaaf 32456.60
sluitende met een nadeelig slot van f 2515.55*.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 246. Leiden, 10 October 1905.
Volgens art. 8 der verordening van 5 Juni 1902 (Gemeente
blad n°. 10) wordt het hoofd van de school aan de Heerenstraat
bijgestaan door een onderwijzer-plaatsvervangend hoofden ten
minste vijf onderwijzers of onderwijzeressen. Aan de school
zijn dan ook verbonden, behalve het plaatsvervangend hoofd,
een onderwijzer en vier onderwijzeressen. In zooverre was
evenwel tot dusverre de toestand niet met de verordening in
overeenstemming als twee der aan de school verbonden onder
wijzeressen nog steeds slechts van een tijdelijke aanstelling
voorzien waren.
Een dier tijdelijke onderwijzeressen is thans naar een andere
school overgeplaatst, zoodat in de vacature, welke dienten
gevolge is ontstaan, zal moeten worden voorzien. Het komt
ons wenschelijk voor van deze gelegenheid gebruik temaken
om aan dien onregelmatigen toestand een einde te maken
door eenerzijds de ontslagen tijdelijke leerkracht door een
vaste te vervangen, anderzijds de tijdelijke aanstelling van
de nog aan de schoöt~verbonden onderwijzeres in een vaste
te veranderen.
Wenschelijk is het intusschen dat het mannelijk personeel
aan de school worde uitgebreid, zoodat wij u, overeenkom
stig het advies van den arrondissements-schoolopziener ter
vervulling der vacature een voordracht van 3 onderwijzers
aanbieden.
In overleg met den schoolopziener en na ingewonnen be
richt van het hoofd der school, hebben wij mitsdien de eer
de beide volgende voordrachten aan Uwe Vergadering over
te leggen.
Voor onderwijzer
1°. G. BOSSCHA, onderwijzer te Oldemarkt;
2°. A. SJOUW, onderwijzer te Nieuwenhoorn
3°, J. LATERVEERonderwijzer te de Lier.
Voor onderwijzeres
10. Mej. W. P. F. HOOGENSTRAATENtijdelijk onderwij
zeres aan de school in de Heerenstraat;
2°. Mej. C. C. VAN KEULEN, tijdelijk onderwijzeres aan de
school der 3de klasse n°. 1
3°. Mej. L. W. PRONK, tijdelijk onderwijzeres aan de school
der 3de klasse n°. 3.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 247. Leiden, 17 October 1905.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej.
M. G. de Bruijn om ontslag uit hare betrekking van onder
wijzeres aan de openbare lagere school der 3e klasse no. 6,
alhier en haar dat ontslag eervol te verleenen met ingang
van 1 Januari 1906.
Het ter zake door het hoofd der school uitgebracht advies
wordt hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.