DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1905.
121
De Voorzitter. Ik dacht, dat de heer Vergouwen zich toch
wel had kunnen vereenigen met ons voorstel, omdat niets
belet die straten in de wandeling te noemen zooals men wil.
Maar om het doel te bereiken, dat met die benamingen wordt
beoogd, acbt ik het wenschelijk dat op de bordjes het woord
burgemeester er bij komt, omdat daardoor voor het latere
geslacht de herinnering aan de kwaliteit dier personen wordt
bewaard. Wat de vergelijking met burgemeester van der Werf
betreft ik stel mijne voorgangers in het ambt hoog, maar
meen toch, dat de herinnering aan burgemeester Was en aan
burgemeester de Laat de Iianter na honderden jaren toch niet
zoo sterk zal zijn als nu nog de herinnering aan burgemeester
van der Werf. En ik geloof, dat de omstandigheid, dat de
straten officieel worden gedoopt volgens ons voorstel, geen
bezwaar is om ze korter te noemen.
De heer van der Lip. M. d. V. Het komt mij voor, dat
hetgeen door U opgemerkt is, zeer juist is. Wanneer ik mij
niet vergis, dan heet het Terweepark ook officieel Burgemeester
Terweepark, hoewel het in de wandeling altijd kortweg Terwee
park genoemd wordt.
De Voorzitter. De heer Vergouwen stelt bij amendement
voor: ten eerste, om in plaats van Burgemeester de Laat de
Kanterstraat en Burgemeester Wasstraat te spreken van: »de
Laat de Kanterstraat en Wasstraat," en ten tweede om de
naam Zonneveldsteeg te behouden.
Deze beide amendementen worden voldoende ondersteund
en komen mitsdien in behandeling.
De heer de Goeje. Wanneer de heer Vergouwen toch een
korteren naam wil voorstellen, dan zou ik hem in overweging
geven om liever te spreken van de Kanterstraat. De Laat de
Kanterstraat is nog even lastig als Burgemeester de Laat
de Kanterstraat. De naam de Kanterstraat zou daarom ook nog
raison d' être hebben, omdat Burgemeester de Laat de Kanter
altijd onderteekendede Kanter. Er was slechts één lid van
den Raad die hem altijd de Laat noemde.
Wanneer dus de heer Vergouwen zijn amendement blijft
handhaven, dan wensch ik voor te stellen om den naam te
veranderen in: de Kanterstraat.
De heer Vergouwen. Ik blijf mijn amendement handhaven
om de straat te noemende Laat de Kanterstraat.
De Voorzitter. Ik blijf eveneens handhaven de meening
van Burg. en Weth., dat het beter is te spreken van Burge
meester-de Laat de Kanterstraat eri Burgemeester Wasstraat.
Al mogen de namen in het gebruik worden verkort, met het oog
op de bedoeling is het beter officieel het woord Burgemeester
er aan toe te voegen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het sub-amendement van den heer de Goeje om den naam van
Burgemeester-de-Laat-de-Kanterstraat te veranderen in dien
van De Kanterstraat, wordt in stemming gebracht en ver
worpen met 15 tegen 11 stemmen.
Tegen stemmen de heeren: van der Vlugt, van der Lip,
van Tol, Reimeringer, de Boer, Zwiers, Witmans, Fockema
Andreae, Aalberse, Sytsma, van Hamel, Korevaar, Juta, Ver
gouwen en van der Eist.
Voor stemmen de heerenLe Poole, Bots, de Goeje, Hassel-
bach, Meuleman, Fokker, P. J. Mulder, Paul, van Gruting,
de Vries en Bosch.
Het amendement van den heer Vergouwen om voor beide
namen van straten weg te laten het woord «Burgemeester",
wordt aangenomen met 16 tegen 10 stemmen.
Tegen stemmen de heeren: van der Vlugt, van der Lip,
Reimeringer, de Boer, Fockema Andreae, Sytsma, van Hamel,
Korevaar, Juta en van der Eist.
Voor stemmen de heeren: Vergouwen, Bosch, van Tol, Le
Poole, Bots, de Goeje, Zwiers, Hasselbach, Meuleman, Fokker,
Witmans, P. J. Mulder, Paul, Aalberse, van Gruting en
de Vries.
Het amendement van den heer Vergouwen om den naam
Zonneveldsteeg te behouden wordt verworpen met 17 tegen
9 stemmen.
Tegen stemmen de heeren: van der Vlugt, van der Lip,
van Tol, Bots, Reimeringer, de Boer, Zwiers, Witmans,
Fockema Andreae, Paul, Aalberse, Sytsma, van Hamel, Kore
vaar, van Gruting, Juta en van der Eist.
Voor stemmen de heeren: Vergouwen, Bosch, Le Poole,
de Goeje, Hasselbach, Meuleman, Fokker, P. J. Mulder en
de Vries.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt vervolgens aldus
gewijzigd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XVI. Voorstel:
a. tot oprichting van een openbare lagere school der 3e klasse
b. tot aankoop, ten behoeve dier school, van eenige perceelen
gelegen achter de Kalvermarkt en den Zuidsingel;
c. om in beginsel te besluiten dat, zoodra de sub a bedoelde
school in gebruik wordt genomen, de school der 3e klasse
no. 2 zal worden omgezet in een gemengde school der 3e
en 4e klasse.
(Zie Ing. St. nó 211)
De heer Vergouwen. M. d. V. De ingekomen stukken
waarin het een en ander aangaande dit punt vermeld wordt,
heb ik in het laatst der vorige week ontvangen, en Zaterdag
avond ontving ik de agenda en zag tot mijn groote verwon
dering dit belangrijke punt daarop geplaatst. Er is dus voor
ons raadsleden zeer weinig tijd geweest voor onderzoek en
naspeuring van verschillende gegevens ter bepaling van onze
stem, en mijn eerste gedachte was dan ook om heden voor
te stellen dit punt uit te stellen tot een volgende vergadering,
opdat wij in de gelegenheid zouden zijn de verschillende ge
gevens, die wij voor de bepaling van onze stem noodig hebben,
nauwkeurig te onderzoeken. Immers het gaat hier met alleen
om den aankoop van eenige perceelen voor een bedrag, dat
met de overdrachtskosten op f 9000.is te stellen, maar ook
om het kapitaal, dat zal moeten besteed worden voor een
school, en een lateren belangrijken begrootingspost. Wanneer
wij eenmaal A hebben gezegd, moeten wij namelijk ook B
zeggen. Het is dan ook volgens mij wel degelijk een punt
van overweging om niet te gauw A te zeggenmaar eerst
rijpelijk te onderzoeken. Ik ben dus naar de leeskamer gegaan
met de gedachtedat ik daar alle gegevens zou vinden, die ik
noodig had, maar moet zeggen teleurgesteld te zijn geworden.
Doordat met zulk eene bijzondere haast een beslissing van ons
wordt verlangd, meende ik, dat er bijzondere noodzakelijkheid
bestond voor de oprichting dier school, maar toen ik in de
leeskamer de verschillende staatjes zag, ben ik tot de con
clusie gekomen, dat die school op dit oogenblik niet noodig is.
Ik heb de staatjes van de scholen derde klasse, die in de lees
kamer liggen, nauwkeurig nagegaan en heb bevonden, dat
de school, waar aan het hoofd gestaan heeft de heer Van der
Harst, 600 zitplaatsen heeft en 517 leerlingen, terwijl geen
der klassen te veel is bevolkt. De school van den heer Van
Wamelen heeft 512 zitplaatsen en 481 leerlingen; geen der
klassen is te veel bevolkt. De school van den heer Caljé heeft
592 zitplaatsen en 584 leerlingen; daar waren twee klassen
te zwaar bevolkt, namelijk de 2e en de 5e klasse, en ik meen
dat dit zou kunnen worden ondervangen door overplaatsing
van eenige leerlingen naar een andere school. De school op
de Langebrug van den heer Van der Heiden is nergens te
zwaar bevolkt. De school van den heer Koops heeft 590 plaatsen
en 531 leerlingen; in twee klassen is een leerling meer dan
het aantal plaatsen en in ééne klasse twee leerlingen.
Uit vroegere ondervinding weet ik, dat dit geen bezwaar
oplevert, omdat het toch zelden voorkomt, dat alle leerlingen
in eene klasse tegenwoordig zijn; door ziekten of andere
omstandigheden zijn er altijd enkele afwezig.
Bij de school van den heer Uittenbroek vond ik eveneens
dat er ruimte over washetzelfde was het geval in de school
aan de Heerenstraat.
Ook wat het gezamenlijke getal betreft, kwam ik tot de
conclusie, dat er ruimte genoeg is, maar het gezamenlijke
getal geeft niet zoo een goed inzicht en overzicht als een
overzicht van de afzonderlijke scholen.
Ik kwam dus tot deze gevolgtrekking, en ik geloof dat
daartegen weinig is aan te brengen met het oog op de ge
gevens, in de leeskamer aanwezig, dat op dit oogenblik de
nieuwe school niet noodig is. Wanneer het blijkt, dat de
school in de naaste toekomst noodig is, dan zal ik gaarne
voor het voorstel stemmen, maar in dat opzicht heb ik geen
enkel gegeven gevonden.
Integendeel, ik zou haast zeggen, dat de mogelijkheid be
staat, dat de school in de naaste toekomst niet noodig zal
blijken. Want hoewel de plannen tot stichting van eene
Katholieke school nog niet tot geheele rijpheid zijn gekomen,
zoodat binnen kort de oprichting van de school kan worden
tegemoet gezien, weet ik toch ook van den anderen kant,
dat de plannen niet zijn opgegeven. En waar Burg. en Weth.
zeggen, dat hun bij geruchte ter oore is gekomen, dat nog
eene andere bijzondere school zou worden opgericht, kan ik
daaraan toevoegen, dat dit niet alleen een gerucht is, maar
dat daarvoor zelfs reeds een gebouw is, wellicht zelfs eenig
kapitaal.
Dit alles neemt evenwel niet weg, dat wanneer uit de ver
strekte gegevens was gebleken, dat eene nieuwe school noodig
was, ik vóór het voorstel zou hebben gestemd, maar zoolang
de gegevens niet overtuigender zijn, durf ik mijne stem aan
dit voorstel van Burg. en Weth. niet geven.
De heer de Goeje. M. d. Y. De heer Vergouwen vergeet dat
in de missive van de Schoolcommissie is medegedeeld, dat men
van de school 3e klasse n°. 3 reeds twee klassen elders heeft
moeten onderbrengen, terwijl het gymnastiek-lokaal van
de school 3e klasse n°. 5 nog altijd aan zijne bestemming