118 DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1905. Door deze nieuwe toepassing verkrijgt de Gemeente een nieuwe rioleering; en het gaat toch niet aan dit door ons te laten betalen, rede waarom wij verzoeken dat door de Gemeente deze putten worden geplaatst, en wij daarvoor een jaarlijksch recognitie betalen. Vertrouwende dat door den raad, dit zeer billijke verzoek zal worden toegestaan, verblijven wij hoogachtend Uw dw drn M. de Tombe. (Volgen de namen van nog 23 adressanten). Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 5°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hun nen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1905. 6°. Verzoeken van verschillende personen om afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1905. 7°. Verzoek van de afd. Leiden van den Bond van Nederl. Onderwijzers om ook aan de ongehuwde onderwijzers boven den leeftijd van 28 jaren tegemoetkoming in huishuur toe te kennen. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 8°. Verzoek van de Leidsche Varkensslagersvereeniging om een onderzoek te doen instellen in zake de keuring van dieren, lijdende aan chronische algemeene tuberculose, om de slacht- gelden met inbegrip van de keurgelden te stellen op 0.80 per varken en den huurprijs der koelcellen terug te brengen op ƒ10.per M2. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, September 1905. Aan den Baad der gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren, De Leidsche Varkensslachtersvereeniging, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 14 December 1901 No. 56, neemt be leefdelijk de vrijheid zich tot UEdelAehtbare te wenden met het verzoek ten eerste: om, Uwe volle aandacht te schenken, aan het fijt, dat, wij, Leidsche slagers, sinds eenige maanden, in veel ongunstiger conditiën verkeeren dan onze Utrechtsche Collega's, om reden, dat het vleesch van dieren, behebt met Cronische algemeene tuberculose, hier wordt afgekeurd, en eerst na sterilisatie, tot de comsumtie wordt toegelaten, wat natuurlijk groote schade oplevert voor ons slagers, terwijl bovenbedoeld vleesch te Utrecht onvoorwaardelijk wordt goedgekeurd; hier aan willen wij toevoegen, dat wij nooit zullen vragen, vleesch, dat schadelijk is voor de gezondheid tot de comsumtie toe te laten, maar ook nooit zullen wij aannemen, dat een Directeur, tevens buitengewoon I.eeraar aan de Rijks Veeartsenijschool te Utrecht vleesch zal goed keuren dat schadelijk voor de gezondheid is, en er eene gemeente van honderdduizend zielen aan wagen zal; alle redenen waarom wij U beleefd doch dringend verzoeken hier een grondig onderzoek naar in te willen doen stellen. ten tweede: Verzoeken wij IJ de slachtgelden, met inbegrip van keur gelden, thans 1.80 per varken, te stellen op ƒ0.80 per varken, om reden de tweejarige ondervinding heeft bewezen dat, al zijn de varkensprijzen voor de slagers gunstig te noemen, de lasten te zwaar zijn, gaarne willen wij even op merken, dat een spekslager(tje) met een verkoop van drie varkens per week op heden moet betalen, aan slachtgeld; 3 varkens per week of 150 per jaar a ƒ2.00 (het slachtgeld is wel ƒ1.80, doch met inbegrip van stalgeld, wagenhuur enz., word het minstens ƒ2.00) ƒ300.—, hierbij een koelcel ad ƒ60.ƒ360.— of 7.per week, nu wil toch zeker de warmste voorstander van Abattoirs, niet gelooven dat zoo iemand dan Abattoir lasten, ƒ7.per week kan missen, en waar nu aangenomen wordt dat de oprichting van een Abat toir de gemeenschap ten goede komt, wat betreft de goede vleeschkeuring, opruiming van slachthuizen in de gemeenten, verschood zijn van vervoer van slachtvee door de gemeente enz is het toch zeker ook wel te billijken dat dan ook de ge meenschap voor al deze voorrechten, eenige lasten draagt en niet wil, dat, voor het genot van den een, den ander te gronde gaat, redenen waarom wij U dan ook eene gunstige beschikking verzoeken en deze met het volste vertrouwen te gemoet zien. ten derde, Verzoeke wij U de prijs van de koelcellen op ƒ10.per meter terug te brengen, daar het dit jaar voldoende ge bleken is, dat vele slagers van het eenige genot, dat een Abattoir oplevert, namelijk de koelcel, verstoken moesten blijven omdat de prijs te hoog is, en het is toch zeker treurig te noemen, dat zij, welke de koelcel haast het meest noodig hebben, om reden zij bij niet veel slachten lang moeten winkelen met het zelfde vleesch, ook om dat zij niet kunnen slachten, wanneer dat hun, met het oog op hun verkoop, en bij warm weêr het beste uitkomt, (de Abattoir is nog steeds te veel gesloten), zich dit jaar zonder koelcel hebben moeten behelpen, iets, wat zeer zeker de zaken schade doet, en dat er onder hen die wel een koelcel hebben gehuurd, ook zijn, die het meerdere geld, dat zij dit jaar moeten betalen (100 zeker beter hadden kunnen gebruiken, behoeft zeker wel geen verderen uitleg, als men weet wat er onder de spek slagers, in de laatste maanden is gepasseerd. Vertrouwende, dat UEdelAehtbare Heeren, ook den spekslager een behoor lijk bestaan wil helpen verzekeren, zien wij ook op dit ver zoek eene gunstigen beschikking te gemoet, niet hoopende dat U zich zal laten leiden door, uitroepen van «Slagers verdienen geld genoeg", of «alwat de slagers vragen is maar om de Abattoir tegen te werken", maar, onder de verzekering dat wij dit vragen, om in het onderhoud van onze gezinnen te kunnen voorzien, bevelen wij ons adres ten zeerste aan. Met de meeste Hoogachting Namens de Leidsche Varkensslachtersvereeniging De Voorzitter P. J. H. van den Berg. De Secretaris H. v. Luijken. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 9°. Adres van den Leidschen Bestuurdersbond, houdende verzoek om wijziging te brengen in de voorgestelde verorde ning tot regeling van de Arbeidsbeurs. Dit stuk luidt als volgt: Edelachtbare Heeren! OndergeteekendenJ Baart, loco Voorzitter, P. J. Bomli, secretaris, vertegenwoordigende den Leidschen Bestuurdershond nemen bij dezen de vrijheid, het volgende onder Uwe aan dacht te brengen. Waar Uw geacht College bereikt een door B. en W. voor gestelde verordening voor een op te richten arbeidsbeurs, meent de Leidsche Bestuurdersbond, als vertegenwoordigende Leidsche vakvereenigingen, het belang van die vakvereeni- gingen te behartigen, door Uw geacht College te verzoeken, de volgende verbeteringen en aanvullingen in dien voorge stelde verordening op te nemen. Aan art. 1 worde toegevoegd «deze gegevens worden twee- smaal per jaar opgesteld en zijn voor belangstellende tegen «den laagstmogelijken prijs, zoo mogelijk kosteloos, verkrijg- »baar." Art. 2. dat bepaald, dat den voorzitter uit en door den Raad en de zes anderen leden en hunne plaatsvervangers door den raad op voordracht van B. en W. worden benoemd, worde gewijzigd in den volgenden zin, «De zes leden en hunne plaatsvervangers, bestaande voor «den helft uit patroons, voor den anderen helft uit werklieden, «worden gekozen door den Kamers van Arbeid. Deze gekozenen «kiezen een voorzitter buiten het bestuur." Toelichting. Waar B. en W. zelf zegt, den proef te willen nemen onder de gunstigste omstandigheden, zal moeten gezorgt worden, dat het bestuur het grootst mogelijke vertrouwen van den betrokkenen geniet, als ook den voorzitter dat van beide partijen in het bestuur, als hebbende door het oneven aantal bestuurders in den meesten gevallen den beslissing in banden. Art. 4 worde gewijzigd in dien zin, «dat den ambtenaar worde benoemd op voordracht van het bestuur." Toelichting. Waar dien ambtenaar het vertrouwen moet ge nieten en van den patroons, en van de werklieden in het bestuur, is het ons inziens noodzakelijk, dat het bestuur eenigzins kan inwerken op die keuze. Waar in art. 6 gesproken wordt van den voorrang geven aan gemeentenaren, meenen wij te moeten verzoeken, dien bepaling niet op te nemen. Toelichting. Waar het in het belang is en van patroons, en van werklieden dat de keuze zoo groot mogelijk is, en de middelen van verplaatsing naar anderen gemeenten zoo uitgebreid mogelijk worden, meenen wij dat de beurs in dit opzicht zoo neutraal mogelijk moet zijn. Ten opzichte van art. 7 meenen wij te moeten verzoeken, dat art. te schrappen. Toelichting. De Leidsche Bestuurdersbond is van meening, dat waar den nadeelen, voortvloeiende uit de 2e alinea van art. 7. voor den arbeiders zooveel grooter zijn dan de voordeelen van den 1e alinea, zij moet verzoeken, ten einde de vakbeweging voor te groote schade te vrijwaren, dat art. niet aan te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 2