113 139, 146, 147, 148, 149, 150, 1813 en 1812, gemeente Lei den tezamen groot 1360 M2, voor de som van ƒ8600 bene vens de kosten van overdracht; 3°. in beginsel te besluiten dat zoodra de nieuwe school 3de klasse kan worden in gebruik genomen, de school 3de klasse n°. 2 in een gemengde school der 3de en 4de klasse zal worden omgezet. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 1904. Aan het slot van onzen brief d.d. 13/19 October 1903 n°. 373 werd er door ons op gewezen, dat naar onze meening weldra de bouw eener nieuwe school noodig zou blijken welk gevoelen in het door ons aan den Raad dezer Gemeente uitgebracht verslag over den toestand van het lager onder wijs in deze gemeente over 1903 herhaald werd. Waar echter tot nog toe de noodzakelijkheid van de stich ting eener nieuwe school door ons meer ter loops ter sprake gebracht werd, daar hebben wij gemeend dat thans de tijd aangebroken is om deze zaak meer in het bijzonder onder oogen te zien en daaraan onze volle aandacht te wijden. Wij hebben derhalve vóór eenigen tijd besloten deze zaak in handen te stellen eener commissie uit ons midden, die, na een op de verschillende scholen 3de en 4de klasse inge steld onderzoek naar de grootte der schoolbevolking en na bespreking met de verschillende hoofden dier scholen, in onze laatst gehouden vergadering verslag heeft uitgebracht. Uit dit verslag bleek ons, dat zoowel op de scholen 3de klasse als op de scholen 4de klasse gebrek aan plaatsruimte bestaat. Van de school 3de klasse n°. 3 (aan de Mare) zijn toch twee klassen elders ondergebracht moeten worden, terwijl op de school 3de klasse n°. 5 (aan den Maresingel) het gymnastieklokaal nog steeds aan zijne bestemming ont trokken wordt en als schoollokaal dienst doet. En wat de scholen 4de klasse betreft zoo wordt ook op de school 4e klasse n°. '1 (aan de Gortestraat) het gymnastieklokaal voort durend als schoollokaal gebruikt, en zijn op die school drie klassen in één lokaal gebracht. Bovendien is, naar wij ver nemen, voor enkele leerlingen, die op de scholen 4de klasse thuis behooren, plaats gezocht op de scholen 3de klasse zonder dat zij het voor laatstgenoemde scholen vastgestelde schoolgeld betalen en voorts zijn enkele leerlingen die feitelijk op de scholen 4de klasse geplaatst moesten worden, daar voor hunne ouders het betalen van het schoolgeld voor de scholen 3de klasse te bezwaarlijk is, toch tegen betaling van schoolgeld op de scholen 3de klasse gebrachttengevolge van eene met het oog op het gebrek aan plaatsruimte op de scholen 4e klasse misschien wel wat al te strenge beoordeeling der vraag of hunne ouders het schoolgeld konden betalen. Het is dan ook voorgekomen, dat het schoolgeld voor deze leer lingen gedeeltelijk door het hoofd of de onderwijzers der school betaald is. Het staat dus vast, dat zoowel op de scholen 3e klasse als op de scholen 4de klasse gebrek aan plaatsruimte bestaat en dat daarin voorzien moet worden. Thans rijst echter de vraag op welke wijze: door oprichting eener nieuwe school 3de klasse of door oprichting eener nieuwe school 4e klasse of door stichting van twee nieuwe scholen. Na rijp beraad zijn wij tot de overtuiging gekomen, dat de stichting van twee nieuwe scholen èn te kostbaar èn voor het oogenblik onnoodig is en dat thans met de stichting van ééne nieuwe school volstaan kan worden, mits te gelijker tijd nog andere maatregelen genomen worden. De nieuw te stichten school zou o. i. behooren te zijn eene school 3de klasse, daar de ondervinding van vele jaren geleerd heeft, dat de toevloed van leerlingen voor de scholen 3e klasse grooter is dan die voor de scholen 4de klasse, hetgeen ook voor een groot deel toe te schrijven is aan het ernstig en degelijk onderzoek, dat vanwege Uw college ingesteld wordt naar de draagkracht der ouders der leerlingen. Hoewel dus reeds in de Verordening van 1862 sprake is van 3 scholen der 4de klasse, is het tot nog toe mogen gelukken met twee scholen 4de klasse in de behoefte aan plaatsruimte zij het dan ook in de laatste jaren op eenigszins gebrekkige wijze te voorzien. Wordt tot stichting eener nieuwe school 3e klasse besloten en zal daardoor aan het gebrek aan plaatsruimte op de scholen 3de klasse te gemoet gekomen worden, dan moet die stichting o. i. gepaard gaan met het besluit om eene der bestaande scholen 3de klasse te maken tot eene school voor on- en minvermogenden, m. a. w. wat tot nog toe oogluikend is toegelaten, moet in de verordening uitdrukkelijk bepaald wordenmaar dan beperkt tot eene enkele school en eene der scholen 3de klasse moet bij verordening gemaakt worden tot eene vereenigde school 3de en 4de klasse. Voor zulk eene gemengde school 3de en 4de klasse komt naar onze meening, zoowel met het oog op hare ligging als met het oog op hare inrichting het meest in aanmerking de school 3de klasse n°. 2 (aan de v. d. Werfstraat). Naar deze school kunnen dan overgebracht worden de leerlingen der school 4de klasse n°. '1, voor wie op die school feitelijk geen plaats is. en de leerlingen der scholen 4de klasse, die tijdelijk tot de scholen 3de klasse zijn toegelaten, terwijl een deel der leerlingen der school 3de klasse ri°. 2 kan overgaan naar de nieuw te stichten school dei- 3de klasse. Na verloop van tijd zal deze school (v. d. Werfstraat) dan wel hoogstwaarschijnlijk een derde school 4de klasse worden, doch voor het tijdperk van overgang zal op voldoende en voor de gemeente zeker minst kostbare wijze in de behoefte aan plaatsruimte voor kinderen, die op de scholen 4de klasse thuis behooren. voorzien worden. Wij hebben gemeend, dat het ook vooral met het oog op de keuze van een terrein voor eene nieuwe school wenschelijk was reeds nu uit te maken of die nieuwe school zal moeten zijn eene school 3de dan wel eene school 4de klasse. Wij hebben mitsdien de eer Uw college beleefd te ver zoeken zijne aandacht aan deze zaak te willen wijden en, indien het ons gevoelen kan deelen, maatregelen te nemen, die kunnen leiden: 1°. tot de stichting eener nieuwe school 3de klasse op een daartoe met het oog op de schoolwijkverdeeling moest ge schikte plaats. 2°. tot het maken der school 3de klasse n°. 2 (aan de v. d. Werfstraat) tot eene gemengde school 3de en 4de klasse, m. a. w. tot eene school voor on- en minvermogenden. De Plaatselijke Schoolcommisie M. J. de Goeje, Voorzitter. C. N. Bisschop, Secretaris. Aan heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 212. Leiden, 12 September 1905. Met 31 December 1965 eindigt de huur van het perceel weiland in den Stadspolder aan de Slaag- of Stinksloot, thans ingevolge openbare verhuring bij W. J. Zwetsloot in huur voor de som van f 190 per jaar. Door Zwetsloot is ons verzocht dit land weder ondershands te mogen inhuren voor den tijd van 6 jaren (den termijn waar voor het land ook thans is verhuurd) voor een huurprijs van f 205 per jaar. Aangezien naar het ons voorkomt deze huurprijs alles zins aannemelijk is, en de huurder tot geenerlei klachten aanleiding heeft gegevenbestaat bij ons college tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar. Wij stellen U mitsdien voor het perceel weiland in de Stads polder aan de Slaag- of Stinksloot, groot 1 H.A. 52 A.,20cA., ondershands te verhuren aan W. J. Zwetsloot, landbouwer alhier, voor den tijd van 6 jaren, ingaande den lsten Januari 1906, voor f 205 per jaar en voorts onder de bestaande voor waarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. m 213. Leiden13 September 1905. Door J. Botermans is verzocht, dat de gemeente de nieuwe straat, gelegen tusschen de zoogenaamde Burgemeester-Was- straat en de sloot, grenzende aan het terrein van den heer W. C. Mulder, in eigendom en onderhoud bij de gemeente zou overnemen. Aangezien deze straat door de gemeente, voor rekening van adressant, geheel in orde is gemaakt, bestaat daartegen noch bij de commissie van fabricage noch bij ons college bezwaar. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten de boven bedoelde straat, kadastraal bekend onder Sectie M n°. 2296, gem. Leiden, kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 214. Leiden, 13 Sept. 1905. De straat, waarvan u bij onze voordracht, opgenomen onder n°. 213 der ingek. Stukken, de overname wordt voor gesteld, is door den eigenaar Burgemeester de Laat de Kanterstraat genoemd. Voorts werd krachtens Raadsbesluit van 11 Februari 1904 van denzelfden eigenaar een straat door de gemeente overgenomen, waaraan door hem de naam Burge meester Wasstraat was gegeven. Beide straten zijn echter nog niet officieel gedoopt. Daartoe zal thans moeten worden over gegaan en aangezien o. i. in dit geval geenerlei bezwaar kan 24 November 5 December

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 7