GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 87 IX€l£KOM£M STUKKEN. K°. 161. Leiden, 8 Juli 1905. Onder verwijzing naar onze voordracht, van 20 April j. 1., opgenomen onder n°. 104 der Ingek. Stukken, waarmede Üwe Vergadering zich heeft vereenigd in hare zitting van 18 Mei d. a. v., en onder mededeeling dat van de beide sollicitanten die zich hebben aangemeld de heer A Deenik, arts te Utrecht, door de commissie van beheer over de gestichten »Endegeest'' en »Rhijngeest" ter benoeming wordt voorgedra gen, geven wij U in overweging thans tot de benoeming van een assistent-geneesheer aan het Sanatorium Rhijngeest over te gaan. Tevens stellen wij U voor den datum van ingang der benoeming te bepalen op 1 Augustus a s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 162. Leiden, 8 Juli 1905. De Commissie van Financiën heeft de eer IJ te berichten, dat het onderzoek van de rekening en verantwoording der Stedelijke Gasfabriek, over het jaar 1904, haar tot geene be denkingen aanleiding heeft gegeven. Zij stelt U voor die rekening goed te keuren wat de exploitatie-rekening betreft in ontvangst opf 660156.60 in uitgaaf op616690.44 met een batig saldo vanf 49466.22 wat de rekening van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds betreft in ontvangst opf 155424.56 in uitgaaf op157909.48 met een nadeelig slot vanf 2484.92 De zuivere winst in de gemeentekas te storten bedraagt ƒ91481.535. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 163. Leiden, 11 Juli 1905. Door Uwe Vergadering werd den 29en Juni j.l. aan Dr. EL van der Hoeven Jr. eervol ontslag verleend als assistent-ge neesheer aan het gesticht Endegeest". De commissie van beheer over dat gesticht stelt thans voor de vacante plaats niet weder te vervullen, maar in plaats daarvan een vasten derden geneesheer aan het gesticht te verbinden. De post van assistent van den geneesheer-directeur, meer speciaal belast met de opdracht om den geneesheer-directeur bij te staan in de behandeling van die patiënten op Endegeest, die meer in het bijzonder aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, werd in het leven geroepen bij uw besluit van 7 Juli 1904 (Zie Ingek. St. n°. 140). Aan die betrekking is een salaris ver bonden van f 600.benevens het genot van vrije kost en inwoning. Deze bezoldiging op zich zelf maakt het reeds duidelijk, dat de betrekking niet lang door één en denzelfden persoon kan worden vervuld. Gelijk de commissie opmerkt»de assis tenten beschouwen »Endegeest" als een doorgangshuis, waar zij practische kennis opdoen, ten einde gemakkelijker elders een benoeming als geneesheer te erlangen". Mocht dit nu aanvankelijk niet zoo'n groot bezwaar zijn, omdat de assis tenten toch ook zoo hun diensten praesteeren, de genees kundige dienst in het gesticht Endegeest is in het afgeloopen jaar weder dermate verzwaard, dat uitbreiding van het vaste geneeskundig personeel thans dringend noodzakelijk mag worden geacht. Immers, mede door den bijbouw van de beide hulppaviljoens van de provincie is het aantal patiënten thans tot 400 gestegen. In hunne geneeskundige verzorging kan door een geneesheer-directeur, die bovendien met adminis tratief werk overladen is, een tweeden geneesheer en een assistent niet voldoende voorzien worden. Er behoort dus aan het gesticht verbonden te worden, in plaats van den assistent, die het gesticht als leerschool gebruikt, en zoodra hij voldoende practisch onderlegd is naar een beter bezoldigde betrekking uitziet, een kundig psychiater, van wien verwacht mag worden, dat hij althans eenige jaren zijn betrekking zal blijven vervullen. Vandaar dat de commissie U voorstelt de plaats van den assistent niet weder te vervullen, maar een derden geneesheer aan te stellen op een jaarwedde van f 1500.— benevens genot van vrije woning en voeding. Tevens stelt zij voor tot 3en geneesheer te benoemen den heer G. Jansens, assistent aan de psychiatrische kliniek, die reeds nu wegens ongesteldheid van den geneesheer-directeur tijdelijk als afdeelings-geneesheer dienst doet. Wij kunnen ons geheel met het voorstel der commissie vereenigen en geven U daarom in overweging op boven genoemde bezoldiging, tot de benoeming van een derden genees heer over te gaan, onder voorwaarde evenwel dat de benoemde zich verbinde binnen de eerste twee jaren geen ontslag uit zijn betrekking te zullen aanvragen. Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden. N*. 164. Leiden, '12 Juli 1905. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen de door de Commissie voor het Stedelijk Museum ingediende aanbeveling voor de benoeming van een lid dier commissie, ter vervulling van de vacature, ontstaan door het aan den heer W. A. Leem bruggen verleend eervol ontslag. Wij verzoeken IJ alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 10 Juli 1905. Hiermede heb ik de eer UEdl.Achtb. namens de Commissie voor het Stedelijk Museum de volgende aanbeveling te zenden voor de vacature ontstaan door het bedanken van den Heer Leembruggen 1. Dr. A. C. HARTE VELT. 2. H. VISSER J.Wzn. Namens de Commissie voornoemd J. C. Ov-ervoorde, Secr. Aan de WelEd. Achtb. Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. No. 165. Leiden 13 Juli 1905. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van Com missarissen der Stedelijke Gasfabriek, geven wij U in over weging commissarissen te machtigen 7 perceelen van A. F. de Rooy, gelegen in het Wilhelminapark, tegenover het Sanatorium Rhijngeest, aan de hoofdgasleiding in den Rijks straatweg van 's Gravenhage naar Haarlem aan te sluiten, onder voorwaarde, dat de kosten van aanleg geheel door den aanvrager zullen worden gedragen en onder voorbehoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers, buiten Leiden woon achtig, door U wellicht boven het Leidsche tarief kan worden verhoogd. Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth van Leiden. Leiden, 8 Juli 1905. Wij hebben de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Van den heer A. F. de Rooy te Oegstgeest is het verzoek ingekomen 7 perceelen, gelegen in het Wilhelminapark, tegenover het Sanatorium Rhijngeest aan te sluiten op de hoofdgasleiding in den Rijksstraatweg van 's Gravenhage naar Haarlem. Deze perceelen liggen op verderen afstand dan 1000 meter van de grens der gemeente Leiden. Ingevolge art. 1 der Verordening van den 9den Januari 1896, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren zal de Gemeenteraad moeten beslissen of dit verzoek kan worden ingewilligd. Tegen die inwilliging kan geen bezwaar bestaan en wij veroorloven ons daarom de vrijheid U voor te stellen het verzoek van den heer A. F. de Rooy te Oegstgeest aan den Raad over te leggen onder bijvoeging van ons advies om het, behoudens rechten van derden, in te willigen onder voor waarde, dat de kosten van aanleg geheel door den aanvrager zullen worden gedragen en onder voorbehoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers buiten Leiden woonachtig door den Gemeenteraad wellicht kan worden verhoogd boven het Leidsche tarief. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek, H. C. Juta, Voorzitter. S. J. Le Poole. P. J. M. Aat.berse,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 1