GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
79
ISCGKOMEir VI'I K I» EM".
N°. 140. Leiden, 5 Juni 1905.
Ik heb de eer U te berichten, dat het mijn voornemen is,
dadelijk na de benoemingen, alzoo na de behandeling van
punt 2 der agenda van Donderdag 8 Juni a. s. aan de orde
te stellen de motie Aalberse.
Deze motie luidt:
«De raad, gehoord de bespreking over art. 8 (van het
Werk liedenreglement), y)noodigt Burgemeester en Wethouders
uit een nader voorstel tot regeling der rusttijden bij den raad
in te dienen."
De Voorzitter van den Gemeenteraad
Aan den Gemeenteraad. De Ridder.
N°. 141. Leiden, 6 Juni 1905.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat de post «Tijde-
lijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld"
andermaal zal moeten worden verhoogd.
Wij hebben n. 1. geen vrijheid kunnen vinden aan de
rekening der Leidsche Duinwatermaatschappij onze goed
keuring te hechten, aangezien naar ons oordeel bij de
voorgestelde afschrijvingen geen voldoende rekening wordt
gehouden met de belangen der gemeente. Dientengevolge
zal een ontvangst van ruim f 30.000, waarop in deze maand
gerekend was, wellicht eerst over eenige maanden binnenkomen.
Bovendien zijn na de laatste verhooging van dezen post de
koopsommen van de huisjes in de Prinsensteeg en van het
land nabij Rijngeest, waarin door geldleening behoort te
worden voorzien, voorloopig uit kasgeld betaald. Een ver
hooging van den post met 50.000 zal daarom noodig zijn.
Iritusschen geven wij U in overweging den post met f 100.000
te verhoogen, daar anders vermoedelijk binnen zeer korten
tijd andermaal versterking van den post zal noodig blijken.
Binnen korten tijd zal nu een beroep op de geldmarkt
moeten worden gedaan. Immers behalve in de f 500.000 ten
behoeve van de electrische centrale, moet thans reeds in
een bedrag van ruim f 250.000 door geldleening worden
voorzien.
In afwachting van het tot stand komen dier vaste leening,
geven wij in overweging inmiddels, door vaststelling van
den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat, ons te
machtigen door opneming van kasgeld in de gerezen behoeften
te voorzien.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 142. Leiden, 8 Juni 1905.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat zij zich kan vereenigen met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van een
perceeltje grond aan de Zwijnshoornsteeg sectie F n°. 981
groot 184 c.A., aan H. Brandt alhier.
De meerderheid der commissie is echter van meening dat
de geboden koopsom ad f 125 te gering is en wenscht dien
gebracht te zien op f 170, welk bedrag verkregen wordt
door kapitaliseering van het bedrag der recognitie ad f 6,
met 3a °/0terwijl de minderheid van oordeel is dat de ge
boden som van f 125 voldoende kan worden geacht.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 143. Leiden, 21 Juni 1905.
Ten behoeve van de betaling eener nagekomen nota voor
geleverd drukwerk, zal de begrootingspost van 1904, volgn. 73:
»Druk- en bindwerk" nog met f 50.moeten worden verhoogd.
Voorts is gebleken, dat de overdrachtskosten van de onlangs
aangekochte huisjes in de Prinsensteeg nis 8, 10, 13 en 15, in
de begrootingsregeling d.d. 23 Maart j.l. begrepen, te laag zijn
geraamd. Dientengevolge zal volgn. 211 der begrooting voor
1905 met f 40.moeten worden verhoogd.
Onder overlegging van de hierop betrekking hebbende be-
grootingsstatendienst 1904 en 1905, stellen wij U voor tot
de aanvulling van bovenvermelde posten te besluiten.
N°. 144. Leiden, 22 Juni 1905.
Onder overlegging van bijgaande stukken, hebben wij de
eer O mede te deelen dat er ook bij ons geene bedenkingen
bestaan tegen de inwilliging van het verzoek van Dr. H. van
der Hoeven Jr. om eervol ontslag uit zijne betrekking van
tijdelijk assistent-geneesheer aan het krankzinnigengesticht
»Endegeest".
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan
Dr. H. van der Hoeven het gevraagd ontslag te verleenen
met ingang van 1 Juli e. k.
Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 17 Juni, 1905.
In antwoord op het in onze handen gestelde request van
Dr. H. van der Hoeven Jr., assistent-geneesheer aan het
krankzinnigengesticht »Endegeest", waarbij hij met ingang
van 1 Juli e. k. eervol ontslag uit zijne tegenwoordige be
trekking verzoekt, hebben wij de eer mede te deelen, dat er
bij onze commissie geen bezwaar bestaat het gevraagde ontslag
tegen 1 Juli 1905 te verleenen.
De Commissie van Beheer,
De Ridder, Voorzitter.
C. E. van Strijen, Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Aan
den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, H. van der
Hoeven Jr., assistent-geneesheer aan het krankzinnigen-gesticht
«Endegeest",
dat hij op den 3en Juni j.l. is benoemd tot tweede-genees
heer aan het geneeskundig gesticht «Coudewater" te Rosmalen
en dat hij mitsdien UEd.Achtb. verzoekt hem met ingang
van 1 Juli e. k. eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrek
king te verleenen.
't Welk doende enz.
Endegeest, 9 Juni 1905. H. van der Hoeven Jr.
N*. 145. Leiden, 28 Juni 1905.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat bij haar geen bedenkingen bestaan tegen
de voorstellen van Burg. en Weth.:
a. tot verhooging van volgnummer 73 der begrooting voor
1904. «Druk- en bindwerk" met f 50.ten behoeve van de
betaling eener nagekomen nota voor geleverd drukwerk;
b. tot verhooging van volgnummer 211 der begrooting voor
1905, met f 46.wegens te laag geraamde overdrachts
kosten van de onlangs aangekochte huisjes in de Prinsensteeg
nis. 8, 10, 13 en 15.
Zij stelt U derhalve voor tot de vaststelling der overgelegde
begrootingsstaten te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 146. Leiden, 7 Juni 1905.
Tegen de door heeren Commissarissen der Stads-Bank van
Leening ingediende rekening en verantwoording over het jaar
1904, blijkens welke de exploitatie een nadeelig slot van
ƒ843.48 heeft opgeleverd, bestaat bij de Commissie van Fi
nanciën geen bezwaar.
Zij stelt U voor die rekening goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
No, 147. Leiden, 13 Juni 1905.
De Commissie van financiën heeft de eer U mede te deelen
dat zij tegen den door het Bestuur van het H. G. of Arme
Wees- en Kinderhuis ingedienden suppletoiren staat van
begrooting en tegen den staat van af- en overschrijving op
de begrooting dier Instelling, beide het dienstjaar 1904 be
treffende, geene bedenkingen heeft.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die Staten
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.