WOENSDAG 31 MEI 1905.
71
Zitting; van Woensdag 31 Mei 1905.
(Gecontinueerde Zitting).
Geopend des namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Tegenwoordig z\jn 23 leden, als de heeren: Sytsma, van
der Eist, Bots, Witmans, van der Lip, van Hoeken, Paul,
P. J. Mulder, van Tol, Aalberse, van Dissel, Hasselbacb, Le
Poole, Pera, Juta, Meuleman, Korevaar, de Vries, Eerstens,
Vergouwen, van Gruting, Bosch, van Hamel, alsmede de
Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Fockema Andreae, wegens familie
omstandigheden, van Lidth de Jeude, Timp, de Goeje, Verheij
van Wijk, Driessen, allen wegens verhindering, van der Vlugt
wegens ongesteldheid, en A. Mulder.
Aan de orde is:
De voortzetting van de behandeling van het Ontwerp-
Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden.
De Voorzitter. Wij hebben gisteren de behandeling van
dit reglement gestaakt bij art. 8, waaromtrent verschil van
meening bestond.
Dat betrof in de eerste plaats de opmerking van de Com
missie voor de Huishoudelijke Verordeningen, dat niet dui
delijk bleek, welke de normale werktijd was, terwijl uit het
artikel ook niet zou volgen, dat daar tijdelijk normale werk
tijden werden bedoeld. En een tweede bezwaar was dat van
den heer Van der Lip, dat namelijk in de verordening niet
bepaald werd gezegd wie verlof zou geven tot een langeren
werktijd dan 13 uren per dag.
Nu is de eerste opmerking, dat er niet uitdrukkelijk in
het artikel op werd gewezen, dat er ook tijdelijk normale werk
tijden waren, niet zeer gewichtig, omdat dat bij nauwkeurige
lezing van het artikel, zooals de heer Bosch reeds aangaf,
daaruit is te lezen. Maar, om alle moeilijkheid te voorkomen,
geven Burg. en Weth. eene andere lezing in overweging,
waardoorik geloof, dat aan alle bezwaren zal worden tege
moet gekomen en van art. 8 zal kunnen worden afgestapt,
terwijl dan in zeer. bijzondere gevallen nog een langere nor
male werktijd mogelijk is.
Het nieuw geredigeerde artikel luidt dan aldus:
»De werk- en de rusttijden worden voor eiken tak van
dienst door den Directeur geregeld, onder goedkeuring van
de betrokken Commissie van bijstand of beheer. De normale
werktijd bedraagt niet meer dan 10 uur per etmaal, daar
onder niet begrepen de gebruikelijke rust- of schafttijden.
Echter kan de Directeur van den betrokken tak van dienst,
indien de werkzaamheden zulks vereischen, een langeren en
alzoo tijdelijk normalen werktijd voorschrijven van ten hoogste
13 uur per dag, behoudens wanneer in zeer bijzondere ge
vallen een nog langere tijdelijk normale werktijd noodig blijkt.
Is een dezer beide laatste regelingen bestemd om voor
langer dan een week te werken, dan behoeft zij de goedkeuring
van de betrokken commissie van bijstand of beheer. Is een
dezer beide regelingen bestemd om voor langer dan een maand
te werken, dan wordt hiervan door de betrokken commissie
schriftelijk kennis gegeven aan Burg. en Weth., die, indien
zij meenen dat deze regeling bestendigd moet worden, daarvan
schriftelijk mededeeling doen aan den Raad."
De heer Van der Lip. M. d. V. Ik wil alleen even zeg
gen, dat deze regeling mij volkomen bevredigt. Gisteren heb
ik op dit artikel aanmerking gemaakt, maar aldus geredi
geerd, kan ik mij daarmede volkomen vereenigen.
Art. 8, aldus gewijzigd, wordt zonder verdere beraadsla
ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over art. 9, luidende:
«Voor eiken tak van dienst, en voor elke soort van arbeid
wordt door den Gemeenteraad een minimum bedrag van de
week-, dag- en uurloonen vastgesteld.
Met inachtneming hiervan wordt het loon van iederen
werkman vastgesteld door den Directeur van den tak van
dienst, waarbij hij is aangesteld, onder goedkeuring van de
betrokken commissie van bijstand of beheer.
Indien het loon voor eenigen arbeid bij stukwerk geregeld
wordt, ontvangt de werkman voor eiken werkdag niet min
der dan het minimum van het vastgestelde dagloon, na af
trek van het door verzuim verbeurde loon.
Het loon wordt wekelijks uitbetaald.
Hierop is ingediend een amendement door den heer Aal
berse, om in plaats van «minimum bedrag" te lezen: «mini
mum en maximum bedrag".
De heer Aalberse. M. d. V. Het is slechts een klein amen-
dementje, maar er zit toch muziek in. Vooreerst en dat
is de eerste reden, waarom ik het voorstel doe het lijkt
mij heelemaal te liggen in het systeem van de Gemeentewet,
dat het de Raad is, die de koorden van de beurs houdt, 't Is
een uitstekend voorstel, dat door den Raad vastgesteld zal
worden het minimum loon. De bedoeling hiervan is, dat de
Raad niet wil, dat ook maar iemand in zijn dienst een onvol
doend loon zal genieten.
Maar ik kijk niet alleen naar het belang van de werklieden
maar ook naar datgene, wat meer speciaal in het belang van
de Gemeente is, en dan lijkt het mij werkelijk ook meer te
liggen in den geest van de Gemeentewet, dat de Raad niet
geeft een blanco volmacht aan verschillende ambtenaren om
over de gemeentekas te beschikken. Dat is de eerste reden,
waarom ik dit amendement voorstel.
De tweede reden is, dat wij niet alleen hebben te zorgen,
dat voor de werklieden het minimum-loon vastgesteld worde,
maai' aan den anderen kant ook het maximum worde bepaald,
waarbinnen de directeuren de bevoegdheid krijgen naar om
standigheden het loon te bepalen.
Dit is voor ons een eenigszins moeielijk punt, omdat wij
niet weten, welke bedoeling Burg. en Weth. hebben met de
verordening, die nog moet worden vastgesteld. Daarom wilde
ik deze vraag stellen, of het de bedoeling is van Burgemeester
en Wethouders om te komen met het zoogenaamde loon-
klassen-systeem? Als dat de bedoeling is, dan is het op dien
grond ook noodzakelijk, dat het woord «maximum" er bij
gevoegd wordt. Dat loonklassenstelsel, gelijk bekend zal zijn,
is niets anders dan de vaststelling van een minimum- en
maximumloon en van enkele klassen, die daartusschen liggen.
Ik meen, dat feitelijk eenzelfde regeling voor onze politie al
in werking is.
Dus om deze twee redenen: in de eerste plaats, omdat ik
meen, dat het meer ligt in den geest der Gemeentewet, en in
de tweede plaats om, hetzij nu, hetzij later de mogelijkheid
te openen om te komen tot invoering van het loonklassen-
systeem voor alle werklieden, heb ik de eer dit amendement
voor te stellen en aan te bevelen.
De heer Korevaar. M. d. V., door de toelichting, die de
heer Aalberse heeft gegeven is het mij duidelijk geworden,
wat de heer Aalberse wilde met zijn amendement; en
nu begrijp ik ook, dat de heer Aalberse eigenlijk wil een
principieele uitspraak of de Raad een ander loonstelsel wil
invoeren. Nu heb ik er gisteren nog op gewezen, hoe dit
reglement is tot stand gekomen. Aangenomen is daarbij dat
wij blijkens ervaring in het bezit zijn van een goede loon
regeling. Een loonregeling is een zaak die op zichzelve een
studie waard is. Nu was de vraag, zal bij het voorstel van
een reglement regelende de verhouding tusschen de Gemeente
en hare werklieden, ook opnieuw de loonregeling worden
herzien. Den Haag, waarop de heer Aalberse zich ten onrechte
beroept, kan ons niet als leiddraad dienen, want den Haag
had daaromtrent nog niets. En nu meenden Burg. en Weth.
dat de indiening van dit reglement niet mocht worden ver
traagd door er zaken bij te halen, die niet urgent waren.
De loonregeling is dus niet herzien, behandeling van dit
onderwerp en vooral van een nieuw stelsel is beslist te ont
raden, ja ik zou zeggen M. d. V., als de Raad dit wil, laten
we dan de behandeling van dit reglement staken, tot dat wij
met een voorstel komen. Maar nu zou ik wel in overweging
willen geven het amendement in te trekken.
De heer Pera. Na de zitting van gisteren heb ik nogeens
ernstig over het voorstel van den heer Aalberse nagedacht
en ook over deze zaak nog een korte woordenwisseling met
hem gevoerd, maar in het algemeen genomen zie ik met
geen mogelijkheid kans hoe hier op doeltreffende wijze een
maximum-loon zal kunnen worden bepaald, en ik meen, dat
daaraan bepaald bezwaren zijn verbonden. Aan den eenen
kant moet dat maximum niet te hoog worden gesteld, want
wanneer het maximum niet wordt betaald, dan zal dat naar
mijn oordeel bij de werklieden vaak ontevredenheid wekken
en zullen zij zeggen: dat is nu het maximum, dat vastgesteld
is, maar wij krijgen het niet; terwijl men zonder die bepa
ling met het te ontvangen bedrag wel tevreden is. En stelt
men het normaal, dan mist men de gelegenheid in bijzon
dere gevallen, waarin het gewenscht kan zijn, wat meer te
betalen, omdat men daarin beperkt is door het bepalen van
een maximum. De heer Aalberse geeft nog als grond voor
zijn voorstel op, dat de ambtenaren geen blanco crediet zul
len hebben, maar dan heeft men toch altijd nog het opzicht
van de betrokken Raadscommissie, en ik meen, dat daardoor
alle willekeur buiten gesloten is; dus als zoodanig zou er
geen sprake zijn van een handeling van een ambtenaar, maar
bepaaldelijk van Raadsleden, die de belangen van de ge
meente hebben te behartigen.
Ik meen werkelijk, dat wat hier wordt voorgesteld onuit
voerbaar is; en speciaal ook om de redenen, die de heer Aal
berse daarvoor opgeeft, kan ik daarvan geen voorstander zijn.
De heer Aalberse. M. d. V. Ik vraag zoo spoedig weer
het woord, omdat mij blijkt, dat er een misverstand bestaat
omtrent de bedoeling, die het amendement heeft. Ik meen
uitdrukkelijk te hebben gezegd, dat absoluut niet de bedoe-