70
DINSDAG 30 MEI 1905.
De heer van der Lip. M. d. V. Het spijt mij, dat ik den
Raad nog langer moet ophouden, maar omdat het nu al vijf
uur is, kan ik toch niet zeggen, dat ik deze kwestie, die mij
altijd nog even duister is, maar zal laten loopen.
De Voorzitter. Ik wil met genoegen langer vergaderen,
opdat de zaak nu tot klaarheid kome.
De heer van der Lip. De normale werktijd is 10 uur,
maar er zijn bijzondere gevallen, waarin tot 43 uren kan
worden gegaan, en nu heeft men terecht ingezien, dat er
een zekere waarborg moet zijn. dat dat niet willekeurig wordt
toegepast. Dien waarborg heeft men hierin gevonden, dat om
langer dan 10 uren te werken een voorschrift noodig is van
den Directeur, en wanneer die abnormale regeling langer
duui't dan een week, dan wordt bovendien vereischt de goed
keuring van de betrokken commissie van bijstand en beheer.
Wanneer nu echter iemand langer moet werken dan 13 uren,
behoeft daarvoor dan niemand goedkeuring te geven? Kan
dat maar zoo zonder dat de Directeur of de commissie daarin
wordt gekend? Laten wij dan bepalen, dat wanneer nog
langer rnoet worden gewerkt, verlof noodig is van Burg. en
VVeth., want zooals het nu is, bestaat er ontegenzeggelijk
een lacune.
De Voorzitter. Ik kan in zoover in Uw bezwaar komen,
dat hier niet tot idem verbis in staat wie order moet geven,
dat langer dan 13 uren kan worden gewerkt. De heer Korevaar
heeft dat bezwaar wel eenigszins opgeheven, door er op te
wijzen, dat hier nooit behoefte aan die regeling is geweest,
omdat de order altijd is gegeven door een autoriteit.
Maar nu het zal verboden worden om langer dan 13 uur
te doen werken, is het ook noodig een autoriteit aan te wijzen,
die de bevoegdheid heeft om boven dien tijd te laten werken.
Nu zou ik in dit geval zeggen dat de commissie van beheer
daartoe verlof moest geven.
De heer Korevaar. Ik zou op het oogenblik bezwaar heb
ben omtrent de bevoegdheid tot het doen uitvoeren van extra
werken buiten den normaal vastgestelden werktijd eene regeling
te treffen. Men moet vertrouwen, dat men geen buitengewoon
werk zal doen verrichten dan in buitengewone gevallen. En
wat zou er nu gebeuren wanneer een autoriteit was aan
gewezen die daartoe uitsluitend volmacht had, en er kwam
plotseling een ramp of ongeval voor, waardoor de hulp van
eenige werklieden plotseling dringend noodzakelijk werd. Zou
men dan eerst aan die autoriteit verlof moeten vragen?
Ik zou niet weten wien ik met vertrouwen zulk eene vol
macht zou kunnen geven, zonder in dringende gevallen
stagnatie in den dienst te brengen.
De heer Aalberse. Ik geloof dat ik misschien eene oplossing
heb gevonden. Zou het niet beter zijn de woorden «doch
nimmer langer dan 13 uur per dag" weg te laten? Dan kan
de betrokken Directeur een langeren werktijd voorschrijven.
De moeilijkheid zit juist in dat absoluut verbod van nooit
langer dan 13 uur. In. dringende gevallen is de Directeur
dan vrij, zooals hij 't feitelijk toch zal zijn.
De heer Meuleman. Ik geloof dat de zaak gemakkelijk te
regelen is, wanneer men na het woordje «nimmer" eenvoudig
zet «gedurende meerdere dagen". Wat de heer Korevaar
bedoelde is een acuut geval, terwijl hier bedoeld is het
regelen van eenen langeren werktijd gedurende meerdere
dagen. Ik geloof dat wij de moeilijkheid kunnen voorkomen
door te zeggen «doch nimmer gedurende meerdere dagen
langer dan 13 uur per dag." Voor een dag kan dan een
veel langer verlof worden verleend.
De Voorzitter. Ik zou liever het artikel voorloopig aan
houden dan kunnen wij het voor de volgende vergadering
nog eens nader onder het oog zien. Op dit oogenblik er
lang over te praten, leidt bot niets; geheel voldoet het mij
ook niet. Ik zou dus voorstellen om de verdere behandeling
uit te stellen tot de volgende vergadering, die nu door mij
belegd wordt tegen morgenmiddag om half twee uur. De
voortzetting van de Vergadering op hedenavond is niet wel
lijk wegens de temperatuur in de zaal.
De heer Bosch. Ik dacht dat de oplossing in het artikel
zelf lag. Ik lees in art. 8 eenvoudig dat wanneer in een tak
van dienst langer werk vereischt wordt, dus meer dan 10
uur per dag, de Directeur dan een langeren werktijd kan
voorschrijven voor al de werklieden, hetgeen dan in verband
met art. 10 geen overwerk is. Art. 10 regelt de bijzondere
gevallen waarvoor enkele personen in aanmerking komen
die overwerk moeten verrichtendit betreft dan niet al de
werklieden van den hierin betrokken tak van dienst.
De Voorzitter. Het is mogelijk dat de heer Bosch gelijk
heeft, maar heel duidelijk is de redactie toch niet en daar
om acht ik het beter het artikel thans aan te houden.
Wanneer niemand verder bet woord verlangt, dan schors
ik de Vergadering tot morgenmiddag halftwee.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.