75 Volgn. 154. Kosten van de Middelbare scholen, a. jaarwedden der leeraren en onderwijzers f 74.62® Voor de H. B. School voor Jongens moest een bedrag van f 159.69® meer worden uitgegeven dan geraamd was, tengevolge van de waarneming der lessen in de geschiedenis gedurende de ziekte van den leeraar J. Kunst en doordien de heer W. Draayer bleek reeds vroeger aanspraak te hebben op eene periodieke verhooging dan waarop gerekend was. De kosten der H. B. School v. Meisjes bleven f 85.07 beneden de raming in verband met mu- tatien in het personeel. Met eene verhooging van ƒ74.62® kan mitsdien worden volstaan. Volgn. 154c. Vuur en licht in die scholen 31.70 Voor vuur en licht is een bedrag van 981.70 noodig gebleken. De raming was f 950. Volgn. 154e. Verdere uitgaven5 08 Deze verhooging betreft de kosten van adver- tentiën, bij oproeping van sollicitanten, voor een bedrag van f 2.65, en de schoonmaakkosten van de H. B. School voor Meisjes voor f 2.43. Volgn. 156. Kosten van het Gymnasium, a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers 307.13 Tengevolge van de splitsing der 2e klasse, werden aan enkele leeraren meer lesuren opge dragen en werd in de raadsvergadering van 29 Oct. 1.1. overgegaan tot de aanstelling van een tijdelijk leeraar in de oude talen. Verder bleek de heer Rutten reeds op 16 Januari 1904 in plaats van op 16 September van dat jaar aanspraak t.e hebben op de periodieke tractementsverhooging wegens 4 jaren dienst. Een en ander vorderde een uitgaaf van f301.13 boven de geraamde som. Volgn. 158. Kosten der kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen 190.51® De bezoldigingen in den met 1 Mei 1904 aange vangen cursus 1904/5 vorderden een uitgaaf van f 192.08 boven de geraamde som. Tengevolge van een gering overschot op de kosten van leer middelen, vuur en licht is een verhooging met f 190.51® voldoende. Volgn. 169. Kosten van ziekenverpleging. 2493.75 De kosten van verpleging in het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit bedragen 9393.75; de raming, die op de uitgaven over 1902 berustte, was ƒ6900.—Eene verhooging met f2493.75 is mits dien noodig. Volgn. 170. Kosten van overbrengingplaatsing en verpleging van arme krankzinnigen 2805.90 De kosten bedragen 36435.90, zijnde f2805.90 meer dan geraamd was. Volgn. 174. Schadeloosstelling aan armbesturen en Godshuizen, voor het verlies dat zij door de opheffing der armbakkerij als stedelijke inrichting kunnen lijden19.20® De uitkeering ingevolge het raadsbesluit van 22 April 1869 verschuldigdbedraagt voor 1904 f 1819.20®. De raming bedroeg f 1800. Volgn. 181. Grondlasten en personeele lasten. 008.94 De raming van dit artikel op f3605.was ge grond op de uitgaven over 1902. Tengevolge van de later gedane aankoopen van huizen en lan derijen, de hoogere taxatiën voor grondbelasting en personeele belasting na verbouwingen aan gemeente-eigendommen en de verhooging der ge meentelijke opcenten op de personeele belasting, bedroeg de uitgaaf op dit artikel f 4213.94. Volgn. 184. Kosten van brandverzekering der gebouwent Deze kosten bedroegen 1392.06de raming was f 1300. Volgn. 185. Onderhoud en administratie van bezittingen niet voor denpublieken dienst gebruikt of van werken en inrichtingen geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegen 1319.26® Onder de uitgaven op dit artikel komt voor eene betaling van f341.—, zijnde 1fa jaar rente van de koopsom der bouwmanswoning Endegeest, inge volge de koopcondities, waartegenover echter de pacht van het volle jaar 1904 werd genoten. Be langrijke herstellingen en vernieuwingen van bruggen en schoeiingen en de te lage raming van de onderhoudskosten der hierbedoelde gebouwen (tegenover een te hoog gebleken raming van het onderhoud der openbare gebouwen, volgn. 119 92.00 vorderden bovendien een hoogere uitgaaf dan ge raamd was van f 660.93®. De noodig gebleken uitdieping van de Haar lemmervaart en de hoogere onderhoudskosten van de werken langs die vaart, verhoogden daaren boven het op dit artikel uitgetrokken nadeelig slot der administratie van de Haarlemmervaart met f 311.33. Een en ander vormt eene som van f 1319.26®, met welk bedrag de post zal behooren te wor den verhoogd. Volgn. 188. Renten van geldleeningen. De verhooging van dezen post strekt voor de renten der krachtens raadsbesluit van 10 December 1903 bij de rijkspostspaarbank aangegane leening van f 500000.—. Tengevolge van het aangaan dezer vaste leening is op den post Volgn. 190 »rente van tijdelijk ter voorziening in kasgeld opgenomen gelden" een overschot van f 5788.35 aanwezig. Volgn. 192. Pensioenen De toekenning van eenige pensioenen in den loop van 1904 waartegenover een tweetal pen sioenen door overlijden verviel vorderen ten slotte eene aanvulling van dit artikel met 3729.85. Volgn. 191. Kosten van rechtskundig of ander deskundig onderzoek De kosten van ingewonnen rechts- of deskun dige adviezen bedragen 510.60. De raming was f 400.—. Volgn 198. Kosten vallende óp aanbestedingen Uit den aard der zaak zijn de uitgaven op dezen post zeer afwisselend, al naar gelang een meer of minder aantal aanbestedingen in den loop van het jaar noodig blijkt. Deze kosten bedragen over 1904 f 1020.42®, d. i. ƒ420.42® meer dan de raming. Volgn. 200. Rentegarantie verleend aan dever- eeniging tot bevordering van den bouw van werk manswoningen Volgens de door het Bestuur der Vereeniging ingediende rekening zal de gemeente over 1904 eene uitkeering verschuldigd zijn van 3452.03. In afwachting van 's Raads beslissing omtrent de vaststelling van het bedrag der uitkeering, wordt voorshands eene aanvulling van dit artikel met f 3052.03 voorgesteld, ten eindehet volle bedrag van f 3452.03 op de begrooting beschik baar te hebben. Volgn. 203. Uitgaven voortvloeiende uit het be heer der voormalige administratie van de Ver- eenigde Gast- en Leprooshuizen De hoogere kosten betreffen in hoofdzaak de grondlasten, waarvan de raming te laag bleek nadat de gebouwen van het slachthuis en de gas houder der Sted. Gasfabriek, welke op de lande rijen van de voormalige Gasthuizen zijn gesticht, in de grondbelasting werden aangeslagen. Voorts waren eenige niet voorziene herstellingen noodig aan de Stadsapotheek. Volgn. 204. Andere uitgaven niet onder de vorenstaande behoorende Verschillende kleine uitgaven welke uit dit arti kel moeten worden gekweten, vormen een totaal bedrag van 234.37®. De raming was f 200. Volgn. 222. Kosten van wederopbouw van het perceel Breestraat no. 94 Deze verhooging is noodig tengevolge van de hoogere kosten van vernieuwing van den schei dingsmuur van het perceel Breestraat n°. 92, welke bij den afbraak van het perceel n°. 94 bijzon der bouwvallig bleek te zijn. Op de inrichtings kosten (Volgn. 218) is daarentegen een grooter overschot- aanwezig dan de verhooging van dit artikel bedraagt. Deze aanvulling kan uit geldleening worden bestreden. Volgn. 224. Kosten van op- en inrichting van een veilingloods voor groenten De verbetering van de afwatering van het ter rein rondom de veilingloods eischte eenige niet voorziene uitgaven, waardoor de kosten van op en inrichting met f 57.66 moesten worden over schreden. Ook in deze kosten kan door geld leening worden voorzien. f 10973.37® 3729.85 110.60 420.42® 3052.03 563.24 34.37® 233.23 57.56 Het gezamenlijk bedrag der vorenstaande ver hoogingen bedraagtƒ33350.34'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 3