GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
73
I^OËKOMËir STUKKEN.
N°. 133. Leiden, 29 Mei 1905.
De Commissie van Financiën heeft de eer LT mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening der dienst
doende Schutterij, over het dienstjaar 1904, geene bedenkingen
heeft.
Zij stelt U derhalve voor die rekening voorloopig goed te
keuren:
in ontvangst opf8737.92.
in uitgaaf opƒ8737.92.
sluitende alzoo
Aan den Gemeenteraad.
quitte.
De Commissie van Financiën.
No. 133. Leiden, 29 Mei 1905.
Tegen den door HH. Regenten van het Gereformeerde
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis ingedienden
staat van af- en overschrijving en de rekening dier instelling,
beide het dienstjaar 1904 betreffende, heeft de Commissie van
Financiën geene bedenkingen.
Zij stelt U voor dien staat en die rekening goed te keuren,
wat de rekening betreft:
in ontvangst opf 13446.935.
in uitgaaf op12791.22®.
Sluitende alzoo met een batig saldo van f 655.71.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 134. Leiden, 29 Mei 1905.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen
den in hare handen gestelden suppletoiren staat van begroo
ting van de Stedelijke Werkinrichting noch tegen den staat
van af- en overschrijving op de begrooting dier instelling,
beide het dienstjaar 1904 betreffende en adviseert U mitsdien
tot goedkeuring van beide staten te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
N°. 135. Leiden, 30 Mei 1905.
Onder overlegging van bijgaande stukken, hebben wij de
eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er bij ons tegen de
inwilliging van het verzoek van den heer W. A. Leembruggen
om ontslag als lid der Commissie voor het Stedelijk Museum
»de Lakenhal" geenerlei bedenking bestaat.
Wij geven U daarom in overweging aan den heer W. A.
Leembruggen het gevraagd ontslag op de meest eervolle wijze
te verleenen onder dankbetuiging voor de als lid der com
missie aan de gemeente bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 24 Mei 1905.
In antwoord op Uwe geëerde van 9 dezer N°. 16/88 heb ik
de eer UEdl.Achtb. te berichten, dat de Commissie met leed
wezen heeft kennis genomen van het verzoek van den heer
W. A. Leembruggen, waar zij eerst sinds enkele maanden
zijne gewaardeerde medewerking als lid der Commissie mocht
ondervinden. De Commissie stelt voor het gevraagde ontslag
op de meest eervolle wijze te verleenen onder dankbetuiging
voor de als lid der Commissie bewezen diensten.
Namens de Commissie voor het Stedelijk Museum.
Secretaris.
Aan de WelEdelAchtb. Heeren Burg. en Weth. te Leiden
Leiden, 4 Mei 1905.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Daar ik binnenkort deze gemeente ga verlaten, zie ik mij
tot mijnen spijt genoodzaakt, U EdelAchtbare te verzoeken,
mij te willen ontslaan van mijn lidmaatschap der Commissie
voor het Stedelijk Museum.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn,
Uw Ed.Achtb. Dw. Dnr.
W. A. Leembruggen.
N°. 136. Leiden, 2 Juni 1905.
Aangezien onzerzijds tegen de inwilliging van nevensgaand
verzoek geenerlei bezwaar bestaat, geven wij U in overwe
ging commissarissen der Stadsbank van Leening te mach
tigen ter voorziening in buitengewone hulp over een bedrag
van f 150 te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 25 Mei 1905.
Wij hebben de eer Uwe vergadering mêetedeelen dat
M. Kapteyn den Boumeester, assistent aan het hulpkantoor A,
sedert 15 Mei als milicien in militairen dienst is getreden.
Ter voorziening in den geregelden dienst is buitengewone
hulp noodig, waarvoor naar onze schatting een bedrag van
omstreeks f 150.zal moeten worden beschikbaar gesteld.
Met het oog op het bepaalde bij art. 14 van de verorde
ning van den 13e> October 1898 n°. 16houdende reglement
voor de hulpkantoren van de Bank van Leening, verzoeken
wij u ons daartoe de vereischte machtiging wel te willen
verleenen.
Commissarissen der Stadsbank van Leening
H. van der Hoeven, voorzitter.
A. I. Witmans, secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
No. 137.
Leiden, 3 Juni 1905.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de raming der
navolgende begrootingsposten van 1904 niet toereikende is
gebleken voor de vereischte uitgaven. Wij stellen U mitsdien
voor die posten met de daarbij vermelde bedragen te verhoogen.
Volgn. 69. Jaarwedden van de ambtenaren en bedienden
der Gemeente-Secretarie115.83®
De bij Kon. Besluit van den 7en October 1904
goedgekeurde regeling der jaarwedden van den
bezoldigden ambtenaar van den Bur gerlijken Stand
en in verband daarmede de nadere regeling van
diens wedde als chef van de afdeeling bevolking
(Raadsbesluit van den 14den April 1904), is den
12en Augustus 1904 in werking getreden. Dien
tengevolge is eene hoogere uitgaaf op dit artikel
van 115.83® noodig geweest.
Volgn. 70. Jaarwedden van den concierge en
van de boden1.50
Voor de vervanging van het personeel der ge
meenteboden bij ziekte als anderszins, is een
bedrag van f 151.50 moeten worden uitgegeven.
De raming was f 150.
Volgn. 7i. Schrijfloonen t87.14
Het overschrijven der notulen van de besloten
vergaderingen van den Gemeenteraadwaarvoor
Uwe Vergadering den 21en Januari 1904 den post
»Schrijfloonen" van 1903 verhoogde, vorderde in
1904 nog een buitengewone uitgaaf van f 87.14.
Volgn. 72. Schrijf- en bureaubehoeftenbrief
porten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven
Dit artikel zal een uitgaaf vorderen van ƒ968.67®.
De raming bedroeg 880.
Volgn. 73. Druk- en bindwerk
De kosten van druk- en bindwerk bedragen
f 2446.69. De raming was f 2300.
Volgn. 78. Kosten van uitgifte van het Steno
grafisch verslag der Handelingen van den Raad
met de Ingekomen Stukken81.70
De kosten van uitgifte van het verslag der
Handelingen en de Ingekomen Stukken boven het
gecontracteerde minimum aantal pagina's van
240 en voor de noodige herdrukken van sommige
vellenwaren geraamd op f 350.doch bedroe
gen f 431.70.
Het artikel zal dientengevolge met f 81.70
moeten worden verhoogd.
Volgn. 81. Kosten wegens het plaatsen van
advertentiën44.80
De kosten van advertentiën, welke niet ten
laste van andere begrootingsposten kunnen wor
den gebracht, bedragen 144.80, d. i. f 44.80
meer dan geraamd was.
Volgn. 85. Kosten van de kiezerslijsten en van
het uitoefenen der kiesverrichtingen320.41®
Bij de raming van dit artikel was alleen gerekend
op de periodieke verkiezing voor de Provinciale
Staten. In 1904 moesten evenwel twee buitenge-
88.67®
146.69
J. C. ÜVERVOORDE.