DONDERDAG 18 MEI 1905. 47 G. F. Reijst. T. H. Ritrnan. J. Roem. R. J. W. Rudolph. Mr. M. Rijke. Dr. J. J. Salverda de Grave. W. H. Schmier. C. van Spall. N. J. Stallinga. J. C. Stam. Dr.. H. J. Taverne. A. L. A van Unen. D. P. Vermaas. G. de Vink. Mr. F. C. Vijzelaar. C. Wassenaar. P. Werkman. Mr. H. F. Wolfson. J. Wuijster. N. de Zwart. KIESDISTRICT III. J. H. Kray. J. H. J. Kuypers. F. Los D. F. Mayer. D. van der Most van Spijk. H. J. van Nouhuys. W. M. Oppelaar. Ph. Rank Az. Dr. A. van Rhijn. F. van Romburgh. H. H. van Romburgh. F. G. Rosier. M. H. W. A. van Rossum du Chattel. A. F. J. M. Sanders. J. Schaap Hzn. B. E. Spijker. D. Veilbrief. W. F. K. Versteeg. A. N. Visser. D. W. E. F. de Waal. Mr. P. M. von Baumhauer. J. van Beveren. A. J. Binnendijk. II. J. Blommendaal. C. Th. Breebaart. Mr. P. E. Briët. L. J. Cohen. A. Couvée P.Jz. L. G. van Dorp. C. T. Driessen. J. P. Fontein. P. Fontein Jr. C. de Graaf. J. J. P. de Graaf. J. M. P. de Graaf. G. Groen. B. J. H. Haitink. A. J. van Hoeken. P. J. van Hoeken. G. F. Japikse. A. G. Kloots Jr. B. J. P. de Koning. II. Verzoek van Mej. W. van der Waals geb. Rolloos om continuatie in de betrekking van stads-vroedvrouw. (Zie Ing. St. n°. 98). Wordt met 24 stemmen als zoodanig gecontinueerd. Een briefje was in blanco. III. Voorstel om den heer J. Vervver aan te stellen tot vast leeraar aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen. (Zie Ing. St. n°. 108). De heer J. Verwer wordt met algemeene stemmen benoemd tot vast leeraar. IV. Voorstel om Dr. W. IJ. Keesom aan te stellen tot vast leeraar aan de Kweekschool voor Onderwijzers en onder wijzeressen. (Zie Ing. St. n°. 108). Wordt met algemeene stemmen tot vast leeraar benoemd de heer W. H. Keesom. V. Benoeming van een Commissaris der Stads-Bank van Leening. (Zie Ing. St. n<>. 100). Wordt benoemd met algemeene stemmen de heer Mr. H. van der Hoeven. VI. Benoeming van een Stads-Genees- en Heelkundige. (Zie Ing. St. n°. 111). De heer Meuleman. M. d. V. Ik zou gaarne vernemen waarom of er ten opzichte van de benoeming voor deze va cature advies gevraagd is van het college van stadsgenees- heeren. Ik meen dat dit vroeger niet geschiedde doch dat er eenvoudig eene oproeping werd gedaan; en dat dan de langst gevestigde geneesheer werd benoemd. Ik vrees dat het nu langzamerhand gebruik zal worden, om telkens bij eene vacature het advies van het college van stadsgeneesheeren te vragen wat mijns inziens, onnoodig is. Onder hen die ge solliciteerd hebben, zijn er, die veel langer hier zijn, dan de heer Schreuder. Ik meen dat we niet van het oude gebruik moeten afwijken. De Voorzitter. Wij hebben ons wel gehouden aan de aanbeveling van het College van Stadsgeneeskundigen nu 't zijn verzoek voor 't eerst indient, maar daar de heer Bruining, nu de benoeming moet geschieden, meldt geene benoeming te kunnen aanvaarden, is het niet onze schuld, nu de heer Bruining zich terugtrekt, dat het geval nu anders staat. Oproeping van sollicitanten is nimmer geschied. Wat nu de appreciatie van den persoon betreft, de geneeskundigen moeten met den benoemde werken en nu is direct de aandacht gevestigd op Dr. Schreuder, die naar het ons voorkomt, thans vooral de aangewezen persoon is. De heer Meuleman. Maar het college van stadsgeneesheeren heeft eerst aanbevolen de heeren Bruining en Schreuder, nadat Dr. van Wijk geweigerd had no. 2 van de voordracht te zijn. Hij wilde wel no. 1 zijn omdat hij daarop het meeste recht had. De Voorzitter. Het college droeg er geen kennis van dat de heer van Wijk niet no. 2 wenschte te zijn en het vond geen termen den heer van Wijk op de aanbeveling te plaatsen, daar men er niet zooveel prijs op scheen te stellen met den heer van Wijk samen te werken als wel met de heeren Bruining of Schreuder. De heer Meuleman. Dat kan ik niet toegeven. Het col lege van stadsgeneesheeren geeft in zijn voordracht alleen te kennen, dat het de voorkeur geeft aan Dr. Bruining boven den neer Schreuder, maar drukt niet uit den wensch om den heer Schreuder benoemd te zien voor den heer van Wijk. Deze laatste is niet genoemd, omdat hij weigerde no. 2 te staan. De Voorzitter. Ik kan u zeggen, dat de Raad geheel vrij is. Slechts werd eene aanbeveling uitgelokt door de Stads geneeskundigen, omdat die heeren, met wie de benoemde moet medewerken, het best kunnen beoordeelen wien zij wenschen. De heer Meuleman. 1t Was alleen mijne bedoeling de aan dacht van den Raad erop te vestigendat er meerdere sol licitanten waren. Ik dank U. Benoemd wordt alsnu Dr. Schreuder met 14 stemmen, terwijl verder zijn uitgebracht 6 stemmen op Dr. van Wijk en 5 stemmen op Dr. Heringa. VII. Benoeming van een hoofd der school der 3e klasse N*. 1. (Zie Ing. St. n°. 97). Benoemd wordt de heer P. A. Hibma met 24 stemmen, terwijl 1 stem is uitgebracht op den heer W. P. Minderman. VIII. Voorstel om de Pinkstervacantie aan do Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te bekorten en daaren tegen vacantie te geven gedurende de week van de lustrum feesten. (Zie Ing. St. n°. 101). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemmming aan genomen. IX. Voorstel tot onderhandsche verpachting van de aard appeltiend te Leiderdorp. (Zie Ing. St. h°. 109). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. X. Voorstel om Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te machtigen om het perceel van H. Kortekaas, staande aan den Rijks straatweg onder Oegstgeest, aan de gasleiding aan te sluiten. (Zie Ing. St. n°. 102). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XI. Voorstel om het schrijven van Gedeputeerde Staten betreffende het vaststellen van aanvullende voorschriften ten aanzien van den dienst en het gebruik van de stoomtram Den Haag—Leiden, voor kennisgeving aan te nemen. (Zie Ing. St. n°. 107). Wordt dienovereenkomstig besloten. XII. Voorstel om een gedeelte van het Prinsensteegje aan den openbaren dienst te onttrekken en dit gedeelte te trekken bij het terrein van de Stedelijke Gasfabriek. (Zie Ing. St. n°. 117). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIIÏ. Voorstel tot continuatie van de verhuring van perceel Maredijk n°. 103 aan L. Noort. (Zie Ing. St. n°. 99). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIV. Vaststelling van de vei'ordeningen, houdende wijziging van de verordening van 3 September 1895 (Gem.blad n°. 6) voor de Hoogere Burgerschool voor Jongens, zooals die is ge wijzigd bij de Verordening van 28 Mei 1890 (Gemeenteblad n°. 9 en van de verordening van 7 Mei 1890 (Gem.blad n°. 5) voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. n°. 105).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 3