DONDERDAG 18 MEI 1904. Dit is het standpunt van de minderheid der leden van het Dagelijksch Bestuur. In meer dan 100 gemeenten bloeien de veilingen en bevor deren zij den handel buitengemeen. Als wij dus hier van de marktcommissie vernemen dat door samenvoeging van de vrije markt en veilingen nadeel wordt toegebracht, dan zeg ik: wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen en daarom sluit ik mij aan bij de meerderheid van de commissie en de minderheid van ons college. De heer Witmans. M d. V. Het is niet mijne bedoeling in de discussie terug te tredenmaar in de eerste conclusie lees ik het woord: «vooralsnog". Het kan toch niet de be doeling zijn om de veilingen van de vrije markters tot 3 uur te bestendigen. Mij dunkt dat de vrije markters dezelfde rech ten hebben als de tuinders-patroons-VereenigingJ en dat de laatste niet de macht moet hebben om te zeggen wanneer hunne groentenveiling begint: doekt nu maar op met je groen- tenhandel. De Voorzitter. Dat punt is nu niet aan de orde. Wij beraadslagen nu niet over de uren, maar over de plaatsen waar gemarkt zal worden. De heer Eerstens. M. d. V. Het is een misverstand, als men meentdat men recht heeft op de vrije-markt d. i. buiten de loods, te veilen. Het wordt nu tijdelijk toegestaan omdat de vrije markt bij den geringen toevoer van groenten in dit seizoen, moeilijk op de daarvoor bestemde plaats kan gehou den worden. Besehikt de Raad afwijzend op het verzoekschrift van de Eeidsche tuinderspatroons-Vereen, zonder meer, en wil men veiling van groenten buiten de loods toestaan, dan zal de verordening gewijzigd moeten worden. Intusschen veroorloof ik mij, overeenkomstig het voorstel van de meerderheid der marktcommissie aan Burg. en Weth. als punt 5 aan den Raad voor te stellende eigenlijke groente en ooftmarkt terug te brengen naar den Ouden Singel c. a. met vrijheid om daar ook te veilen." De beraadslaging wordt gesloten. Overeenkomstig de conclusiën van de meerderheid van Burg. en Weth. wordt daarna achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming beschikt. Aan de orde komt thans als vijfde conclusie het voorstel van den heer Eerstens. De heer van Hoeken. Ik kan mij met deze vijfde conclusie vereenigen, wanneer er uitgelicht worden de woorden: »om te veilen." Wanneer de vrije markt wordt verplaatst en daar niet geveild wordt zal 't blijken, of de toestand verbeterd is en of de vrije handel nog op prijs wordt gesteld. De heer Eerstens De heer van Hoeken schijnt nog in de meening te verkeeren, dat wanneer de gewone markt wordt overgebracht naar den Ouden Singel, degenen die veilen willen, kunnen veilen aan den Apothekersdijk Maar dit is in strijd met de verordening van 3 Maart 4904, waarvan het tweede lid van art. 2 luidt: «Voor het houden van deze veilingen wordt aangewezen het veilingslokaal op de Bloemmarkt." De heer van Hoeken. Nu daar eenmaal van afgeweken is door de vrije markters buiten het lokaal te laten veilen, zou ik hen, die willen veilen op het marktterrein, daartoe in de gelegenheid willen stellen door beide veilingen aan de Boom- markt te doen plaats hebben. De Voorzitter. Ik merk nog op, dat er niet alleen een loods is waar geveild moet worden, maar dat er ook in het voorstel van den heer Eerstens gelegenheid zal bestaan om elders te veilen. De heer Eerstens wenscht de woorden «om te veilen" niet uit het voorstel te lichten. De heer Eerstens. Als dat toegelaten wordt, wordt het geen geregelde toestand. Ik zou niet-leden van de Eeidsche tuinderspatroons-Ver. wel vrijheid willen geven om te veilen, maar dan aan den Ouden Singel. De Voorzitter. Ik geloof, dat het voorstel van den heer Eerstens ligt in de lijn van de marktcommissie. Om de ru moerigheid te doen verdwijnen, wil de heer Eerstens den vrijen markters gelegenheid geven elders te veilen, maar op hun eigen terrein. Dan zal de rust bij de veilingen aan de Boommarkt terugkeeren, en zij, die nu rumoer maken, kunnen terugkeeren op de oude plaats en daar veilen, zooveel zij willen. Het amendement van den heer Eerstens kan dus nu in stemming komen, als er geen sub-amendement wordt voor gesteld. De heer van Hoeken. M. de V. Ik wensch voor testellen, dat de woorden «om te veilen" eruit gelicht worden. Er wordt gezegd hier terzijde: dat geelt niets; maar laten zij, die dat beweren, mij dan licht geven indien ik in duisternis verkeer. De Voorzitter. Het is eene tegemoetkoming, die wij willen geven aan hen, die zich tegen de veilingen hebben gekant; ook wij wenschen aan hun grieven op deze wijze tegemoet te komen. De heer Bosch. M. d. V., het wordt mij geheel een raadsel. Als ik het goed begrijp zal met de aanneming van wat de heer Eerstens voorstelt het veilingslokaal geheel en alleen aan de tuinders-patroonsvereeniging in gebruik gegeven worden, en daaraan zal ik nooit mijne stem geven. De Voorzitter. Dat is niet in strijd met de verordening. De veilingloods is ter beschikking van ieder, maar de ver- eenigingen, die rechtspersoonlijkheid bezitten, gaan voor. In dien personen die tegen de veilingen der tuinders-patroons vereeniging zijn, ook willen veilen, dan hebben zij ook rechten; het is niet een pré geven aan de tuinders-patroons vereeniging, maar elke rechtspersoonlijkheid hebbende ver- eeniging heeft gelijke rechten van voorkeur. De heer Van Hoeken, M. d. V. Door de veilingen buiten het lokaal te verbiedenwordt het een monopolie van de tuinders-patroons Vereeniging. Het gemeentebelang eischt zooveel mogelijk te profiteeren uit de opbrengst der veilingen. De koopers en verkoopers van groenten en ooft behooren bij elkaar. Door veilingen te openen voor de vrije markters aan den Ouden Singel zal men zijn doel niet bereiken. De Voorzitter. Als de veilingen voortaan in een ander lokaal zullen plaats hebbenvrees ikdat de zaak zal achter uitgaan en verloopen en dan zal het geld dat voor de loods werd uitgegeven, verloren gaan en de gansche instelling te niet gaan. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel-Eerstens, in stemming gebracht, wordt ver worpen met 19 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heerenvan der Lip, Vergouwen, van der Eist, Bosch, Driessen, van Tol, Sijtsma, le Dooie, Witmans, de Goeje, van Hoeken, Meuleman, P. J. Mulder, Pera, Juta, Eorevaar, A Mulder, de Vries en van Hamel. 1 Vóór stemmen de heerenBots, Eerstens, Timp, van Gruting en Hasselbach. XXV. Vaststelling van het plan van uitbreiding der gemeente. (Zie lng. St. n°. 113). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vast gesteld. XXVI. Vaststelling van het Reglement voor de werklieden in dienst der gemeente. (Zie lng. St. n°. 121). De Voorzitter. Ik stel voor, op verzoek van de heeren Witmans, Sijtsma, v. d. Eist en van Gruting dit punt van de agenda af te voeren Het is echter mijn plan den Raad binnenkort voor de be handeling dezer onderwerpen op te roepen, misschien wel in eene avondvergadering. Aldus wordt besloten. XXVII. Behandeling van bezwaarschriften tegen aanslagen in de Plaatselijke directe belasting, dienst 1904. (Zie lng. St. n°. 119). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burg. en Weth. besloten, De heer Witmans. M. d. V. Den 22sten December des vorigen janrs is bij Raadbesluit besloten verbetering te brengen in den toestand bij den toegang van Rijn en Schiekade. Tot nogtoe is er van die verbetering niets gekomen. Eunt u mij ook mededeelen wanneer aan dat raadsbesluit uitvoering zal gegeven worden? De Voorzitter. Er wordt druk gewerkt voor de uitvoering van genoemd Raadsbesluit. Het heeft niet aan ons gelegen dat die verbetering niet spoediger tot stand is gekomen. Aan vankelijk heeft die zaak door omstandigheden ongewenschte vertraging ondervonden, maar thans zijn de onderhandelingen zoo ver gevorderd, dat men binnen niet te langen termijn de volledige uitvoering van het besluit zal kunnen te gemoet zien. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 11