GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 49 No. 90. OCIEKOME^ ST1KKEX. Leiden, 18 April 1905. Krachtens Raadsbesluit van den 14en April 1904 werd aan H. L. A. Speel alhier het stukje grond aan de Boommarkt bij het veilingslokaal voor groenten en ooft, waarop een gebouwtje is geplaatst voor den verkoop van ververschingen, voor den tijd van één jaar verhuurd, voor de som van f 100.— Aangezien de huurder ons het verlangen heeft te kennen gegeven de huur voor den tijd van één jaar te continueeren, waartegen bij ons geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging te besluiten den bedoelden grond, groot 23 M*, bij het kadaster bekend als deel van ongenummerde wegen in Sectie G dezer gemeente, weder voor den tijd van 1 jaar, in gaande 1 Mei e. k., te verhuren aan H. L. A. Speel alhier, voor de som van f 100.per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 91. Leiden, 18 April 1905. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een 2de lijst van aangeslagenen op de kohieren der plaatselijke directe belasting, dienst 1904, die de gemeente hebben verlaten of overleden zijn. Wij stellen U voor op hunne aanslagen afschrijving te verleenen tot de bedragen, in kolom 11 van die lijst vermeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. NO. 92. Leiden, 18 April 1905. Door Mevrouw de Wed. A. E. LugtGroeneboom wordt bij nevensgaand adres gevraagd het perceel Korte Mare N°. 15, dat haar krachtens raadsbesluit van den 20en Maart 1902 voor den tijd van 3 jaren, eindigende 30 April 1905, werd verhuurd voor f 350 per jaar, weder te mogen inhuren. Daar tegen de wederverhuring bij ons college geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging te besluiten, het perceel Korte Mare N°. 15 weder voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Mei 1905 en eindigende 30 April 1908, te ver huren aan Mevrouw de Wed. A. E. LugtGroeneboom voor de som van f350 per jaar en verder onder de be staande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, April 1905. Nieuwe Mare 15. Mevrouw de Wed. LugtGroeneboom zou gaarne het thans door haar bewoonde huis, Nieuwe Mare 15, waarvan de huur 1 Mei 1905 eindigt, wederom voor den tijd van 3 jaar op dezelfde voorwaarde van de gemeente willen huren. a/d Raad der gemeente Leiden. Wed. A. E. Lugt Groeneboom. N°. 93. Leiden, 18 April 1905. Ingevolge de door u verleende machtiging werd door ons overgegaan tot den aankoop ten behoeve van de gemeente van perceel 10 der op Zaterdag 15 April j. I. in openbare veiling verkochte perceelen bouwterrein en tuingrond, kadastraal bekend onder Sectie B N°. 868, gemeente Oegstgeest. Het aangekochte perceel wordt omgeven door reeds aan de ge meente Leiden toebehoorende gronden en grenst onmiddellijk aan de terreinen van het Sanatorium Rhyngeest. Het is groot 48.63 A. De koopprijs bedraagt 3100. Mitsdien geven wij U in overweging den aankoop van het bedoelde perceel, kadastraal bekend onder Sectie B N°. 868, ge deeltelijk, gemeente Oegstgeest, groot 48.63 A. voorden koop prijs van /"3100.benevens de kosten van overdracht, met uwe goedkeuring te bekrachtigen en tot de vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat groot, met inbegrip van de kosten van overdracht, f3319.— over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 94. Leiden, 18 April 1905. Den 30en April a.s. eindigt de huur van de bovenwoning van het perceel Breestraat 119, krachtens raadsbesluit van 29 Maart 1900 voor den tijd van 5 jaren verhuurd aan R. Pronk, hoofdinspecteur van politie alhier. Wij geven U in overweging te besluiten, deze woning met ingang van 1 Mei a.s., andermaal voor den tijd van 5 jaren onder de bestaande voorwaarden aan den heer Pronk te verhuren. Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden. N°. 95. Leiden, 18 April 1905. Door J. P. Langeveld, pachter van de bulletten op het feestterrein ter gelegenheid van de aanstaande lustrumleesten van de Leidsche Universiteit, is ons vergunning verzocht tot den verkoop van sterken drank in het klein in het feestgebouw tijdens die feesten. Aangezien het hier geldt een buitengewone inrichting voor maatschappelijk verkeer, kan o. i. tegen het verleenen dezer vergunning boven het maximum geen bezwaar bestaan. Daartoe behoeft ons college evenwel de machtiging van Hare Majesteit de Koningin, welke ingevolge het bepaalde bij art. 5 der Drankwet, slechts kan worden verleend op voorstel van Uwe Vergadering, Gedeputeerde Staten gehoord. Mitsdien geven wij U in overweging aan Hare Majesteit voor te stellen ons college te machtigen aan P. J. Langeveld, pachter van de buffetten op het feestterrein ter gelegenheid van de aanstaande lustrumfeesten voor den duur dier feesten vergunning te verleenen tot den verkoop van sterken drank in het klein in het feestgebouw, en dit wel, naar de onder scheiding van het 2e lid van art. 1 der Drankwet, voor ge bruik ter plaatse van verkoop. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 96. Leiden, 18 April 1905. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te adviseeren tot vaststelling van den overgelegden begroo tingsstaat, dienst 1905, indien besloten wordt tot het ver strekken van een voorschot aan de Hoofdonderwijzeressen van de openbare bewaarscholen, ter bestrijding van de kosten van het schoonhouden der lokalen en het aanmaken van de kachels. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 1