GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
'29
IITCIEKOIIEIi STI I» K K>.
N°. 51. Leiden, 25 Februari 1995.
Art. 52 van de Woningwet draagt Burgemeester en Wet
houders op jaarlijks aan den Raad een beredeneerd verslag
uit te brengen van hetgeen met betrekking tot verbetering
der volkshuisvesting in de gemeente is verricht. Ingevolge
het 2e lid van dat artikel wordt dit verslag ingericht in den
vorm, door den Minister van Binnenlandsche Zaken te bepalen.
Aangezien dit model eerst dezer dagen ter kennis kwam van
ons college, hebben wij de eer U hiernevens het verslag uit
te brengen over het tijdvak van 1 Augustus 1902—31 Decem
ber 1903, terwijl het verslag over het thans afgeloopen dienst
jaar U binnen eenigeri tijd zal worden aangeboden.
I.
Voorschriften betreffende aan de woningen te stellen eischen.
Voorschriften betreffende de eischen waaraan moet worden
voldaan a. bij het bouwen van woningen; b. bij het geheel of
voor een gedeelte vernieuwen van woningen; c. met betrek
king tot bestaande, niet onder b begrepen woningen; werden
in het tijdvak 1 Augustus 190231 December 1903 niet door
den Raad vastgesteld. In verband evenwel met de bepaling
van art. 51 der woningwet werd de vaststelling van een
nieuwe verordening »op het bouwen en sloopen" door de ver
schillende daarbij betrokken commissies voorbereid.
Voorschriften nopens behoorlijke bewoning, zuivering van
ongedierte, afscheiding van slaapplaatsen en overbevolking
stelde Uwe Vergadering vast bij besluit van 9 Juli 1903. Aan
gezien evenwel bij den Inspecteur voor de Volksgezondheid
tegen een tweetal artikelen dier verordening bedenkingen
waren gerezen, had in de raadsvergadering van 22 October
1903 een hernieuwde vaststelling van de «Verordening, hou
dende voorschriiten nopens behoorlijke bewoning van wo
ningen" plaats, waarbij zooveel doenlijk aan de bezwaren van
den Inspecteur der Volksgezondheid werd tegemoet gekomen.
De verordening werd daarop door Gedep. Staten bij hun be
sluit. van 2/6 Nov. goedgekeurd en in n°. 36 van het gemeente
blad van 1903 opgenomen.
II.
Verbetering van vjoningen; overbevolking.
Bezwaarschriften als bedoeld bij art. 12 der woningwet
van drie of meer meerderjarige ingezetenen betreffende woningen,
die ter bewoning ongeschikt zijn, of waarbij het aanbrengen
van verbeteringen noodzakelijk is, of waarin meer personen
zijn gehuisvest dan volgens plaatselijke verordening geoorloofd
is, werden niet ingediend.
Daarentegen gingen met toepassing van art. 16 der woning
wet een drietal aanschrijvingen van ons college uit om de
eigenaars van 7 woningen, die verbetering behoefden, tot het
aanbrengen der noodig bevonden verbeteringen aan te manen.
Ten aanzien van geen dier woningen had evenwel de aan
schrijving staking van de bewoning tengevolge.
Aanschrijvingen op grond dat in een woning meer personen
waren gehuisvest, dan volgens plaatselijke verordening geoor
loofd is, gingen niet uit.
Evenmin vond art. 17, le lid, der woningwet toepassing.
III.
Onbewoonbaarverklaring, ontruimingsluitingafbraak.
Ingevolge art. 18 le lid der woningwet werden 11 woningen,
die ter bewoning ongeschikt waren en niet door het aan
brengen van verbeteringen in bewoonbaren staat konden
gebracht, worden, door Uwe Vergadering onbewoonbaar
verklaard.
Daarentegen behoefde geen onbewoonbaarverklaring plaats
te hebben wegens het niet aanbrengen van noodig bevonden
verbeteringen binnen den daarvoor gestelden termijn. Art. 18,
2e lid, bleef dus buiten toepassing, hetgeen eveneens het geval
was met de bepalingen van bet 4e lid sub a, b en c.
Ontruiming en sluiting van onbewoonbaar verklaarde
woningen ingevolge art. 21 der woningwet had niet plaats.
Evenmin vond art. 22 toepassing, noch opheffing der onbe
woonbaarverklaring ingevolge art. 25.
IV.
Onteigening
Onteigening volgens art. 77 der onteigeningswet had niet
plaats.
V.
Uitbreiding van bebouwde kommen.
Een verbod als bedoeld bij art. 27 der woningwet, dat ge
bouwen worden gebouwd of herbouwd op grond, welke in
gevolge een voorafgaand raadsbesluit in de naaste toekomst
voor den aanleg van een straat, een gracht of een plein be
stemd is, werd door Uwe Vergadering niet uitgevaardigd.
Het plan van uitbreiding, dat ingevolge art. 28 door den
gemeenteraad moet worden vastgesteld, werd krachtig voor
bereid.
VI.
Geldelijke steun van gemeentewege.
Geldelijke steun van gemeentewege, betzij aan personen,
tot wie een aanschrijving tot verbetering was gericht, hetzij
aan vereenigingen, vennootschappen of stichtingen als bedoeld
bij art. 30 der woningwet, werd niet verleend. Aanvragen
daartoe kwamen ook niet in.
Ook de artikelen 31 en 32 bleven buiten toepassing.
Vil.
Overige verrichtingen tot verbetering der volkshuisvesting
Art. 46 der woningwet bleef buiten toepassing.
Art. 49 werd behoorlijk nageleefd. Vergunningen tot bewo
ning van loodsen, keeten, tenten en andere soortgelijke inrich
tingen werden door ons college niet verleend.
Verrichtingen van vereenigingen, vennootschappen, stich
tingen en particulieren tot verbetering der volkshuisvesting
zijn ons niet bekend geworden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.