GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. Johannes tii. Breedeveld. 11 treffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U in overweging alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 30. Leiden, 4 Februari 1905. Het hierbij overgelegd schrijven van M. de Tombe en J. Th. Breedeveld geeft ons aanleiding U eene wijziging voor te stellen in de door U bij besluit van 17 November 1904 (Zie Ingek. Stukken n°. 245) aan dezen verleende vergunning tot het dempen van een gedeelte sloot langs den Maresingel, vóór het perceel kadastraal bekend onder Sectie K n°. 894, gemeente Leiden. Uit hunne in de Leeskamer ter inzage liggende rapporten blijkt toch, dat noch de Directeur van Gemeentewerken, noch de Commissie van fabricage bezwaar hebben, dat bij die dem ping van cement-ijzeren in plaats van gemetselde ruim- en ruimdamkasten wordt gebruik gemaakt, mits slechts de noo- dige voorschriften worden gegeven omtrent de samenstelling van het cementijzer en de te nemen proeven met de riool- kasten. Met de Commissie van fabricage komt het ons echter voor, ook omdat het hier nog slechts eene proefneming geldt, dat deze zeer uitvoerige voorschriften van teehnischen aard niet door Uwe Vergadering zelve behooren te worden gegeven, maar aan ons college kunnen worden overgelaten. Mitsdien geven wij U in overweging de voorwaarde Sub 3°. waaaronder door bij besluit van 17 November 1904 aan M. de Tombe en J. Th. Breedeveld vergunning werd verleend tot demping van een gedeelte sloot langs den Mare singel, te vervangen door een voorwaarde van dezen inhoud: »dat het riool, volgens nadere aanwijzing, worde voorzien van één ruimdamkast en van twee ruimkasten, te maken en te plaatsen overeenkomstig de door Burgemeester en Wet houders daarvoor te geven voorschriften". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 27 December 1904 Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders Der Gemeente Leiden Met de meest gepaste Eerbied vrage Undergeteekende ver gunning om de Ruim en Damkasten in de door hun Nieuw te maken straten en in de door hun te dempe sloot, gelegen aan de Maresingel te mogen maken van Gewapent beton, en wij deeze Proef zullen laten maken door een Soliet Cement- fabriekant. en daar het aan de hoogste Eise zal beant woorde. en ons met dit werk Groote steede zijn voor gegaan. Hoope wij UwEdl. s Goetkeuring hierop te moge Erlangen. Met de Meeste Hoogachting. Noemen wij ons UEdl. Dienare Matthijs De Tombe. N°. 3J. Leiden 4 Februari 1905. Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van B. J. C. Werner en F. B. Werner om vergunning tot het dempen van een gedeelte sloot langs den Witten Singel bestaat noch bij de Commissie van fabricage noch bij ons college bezwaar. Evenmin tegen de ingebruikgeving van een gedeelte van den door demping verkregen grond, aangezien aan verbreeding van den singelweg met de volle breedte van de te dempen sloot vooralsnog geen behoefte bestaat. Voldoende mag het heeten indien tusschen de boomenrij en het te plaatsen hek een strook van 2 meter breedte worde vrijgehouden, ten einde tot bestraat voetpad te worden ingericht. Mitsdien geven wij IJ in overweging: 1. aan adressanten voornoemd, behoudens rechten van derden, vergunning te verleenen tot het dempen van het gedeelte sloot langs den Witten Singel ter lengte van ongeveer 42 M., gelegen vóór de perceelen nis 88 tot en met 94 aldaar, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie M. ma 7 tot en met 13. onder voorwaarde: '1°. dat de schoeiing langs en de toegangsbrug naar deze perceelen uit het gedeelte sloot 'worden weggeruimd en het ontdaan worde van bodem- en drijf vuil en daarna worde aangevuld met zuiver zand tot nader door Burgemeester en Wethouders aan te geven hoogte; 2°. dat over de geheele lengte van het gedeelte sloot een riool, inw. wijd 40 bij 60 cM. van cementen bodem- en kruin stukken, op doorgaande grondplank van voldoende zwaarte worde gelegd, met den bodem binnenwerks op 1,15 M. -r N.A.P. 3°. dat het riool volgens nadere aanwijzing voorzien worde van één ruimdamkast en van één ruimkast, te maken en te plaatsen overeenkomstig de door Burgemeester en Wethouders daarvoor te geven voorschriften 4°. dat aan beide einden van het gedeelte sloot een schoeiing geplaatst worde, waarvan teekening en constructie vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten zijn goedgekeurd en deze schoeiingen voorzien worden van ijzeren hekken, waar van eveneens teekening en constructie vooraf door Burge meester en Wethouders moeten zijn goedgekeurd 5". dat op de nader door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaatsen, 2 gegoten ijzeren straatkolkenvan het door de Gemeente gebruikt wordende model, worden geplaatst die door middel van verglaasd Engelsch aarden buizen, inw. wijd 20 cM. en de noodige bemetseling met het riool worden verbonden 6°. dat het riool met ruim- en ruimdamkasten alsmede de straatkolken met de Engelsch aarden buizen eigendom worden van de gemeente; 7°. dat daags voordat met de werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakt, hiervan worde kennis gegeven op het bureau van gemeentewerken 8°. dat de uitvoering van alle voorgeschreven werken en het onderhoud van die, welke niet het eigendom van de gemeente wordengeschiede ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 9°. dat de vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór den lsten Mei 1905 geen gebruik is gemaakt. II. het gedempte gedeelte sloot, voor zoover niet benoodigd voor den aanleg van een 2 meter breed voetpad achter de boomenrij aan B. J. C. Werner en F. B. Werner voornoemd in gebruik te geven ten einde tot tuin te worden ingericht, tegen betaling van f 0.05 per M2. onder voorwaarde: 1°. dat het van den voor den aanleg van het voetpad benoodigden grond worde afgescheiden door middel van een op steenen voet geplaatst ijzeren hek, te maken volgens c'.oor Burgemeester en Wethouders goedgekeurde teekening en constructie; 2°. dat de Gemeente te allen tijde kosteloos in de gelegen heid gesteld worde het riool en de ruimkasten of de loozingen, zoo noodig, te reinigen, te herstellen, te verleggen, of daarop aansluitingen te maken; 3°. dat op de eerste aanzegging van Burgemeester en Wet houders de tuin opgeruimd en het terrein ter beschikking van de gemeente gesteld worde. III. te besluiten dat indien door adressanten van de onder II genoemde vergunning geen gebruik wordt gemaakt, het gedempte gedeelte sloot, door en voor rekening van de Gemeente zal worden verhard. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 13 Januari 1905. Aan Den Wel Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergetee- kenden, P>. J. C. Werner en F. B. Werner, woonende Kooi- laan N°. 25 te Leiden, dat zij van Uw Edel Achtbare Heeren, gaarne toestemming zouden hebben om overtegaan tot dem ping der sloot gelegen voor hun panden op de witte cingel te Leiden, kadastraal bekend Sectie F, of de huisnummers 88—89—90—9192—93 en 94 en de daardoor verkregen grond in eigendom of regonitie onder den gebruikelijken voorwaarden te mogen overnemen. Niet twijfelende of U Edel Achtbare Heeren, zullen welwillend aan ons beleefd verzoek voldoen, verblijven wij in afwachting. Hoog Achtend. B. J. Carel Werner. F. B. Werner. IXCUEKOMEX STIJKKEJf. N°. 29. Leiden, 4 Februari 1905. Ter vervulling van de vacature van onderwijzeres-plaats vervangend hoofd aan de Openbare Meisjesschool 2e klasse, ontstaan door de benoeming van Mej. C. B. Renaud tot Hoofd dier school, hebben wij de eer U de volgende voor dracht aan te bieden: lo. Mej. C. A. FISCHER, 20. Mej. C. M. W. BOS, 30. Mej. A. LEM, allen onderwijzeres met verplichte hoofdacte aan de Meisjes school 2e klasse. Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge wonnen bericht van het Hoofd der school, en dat de desbe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 1