138 N°. 286. Leiden, 20 December 1904. Uit ons praeadvies (opgenomen onder n°. 260 der Ingeko men Stukken) op de motie van de heeren Witmans, Sijtsma en van der Eist, betreffende de uitbetaling aan de brugwach ters en havenrechercheurs van het niet verbruikte gedeelte van het onder Volgnr. 1246 der begrooting voor hun klee ding uitgetrokken bedrag, blijkt dat naar onze meening deze maatregel, indien zij werd ingevoerd, niet alleen op de be ambten van den havendienst, maar op alle beambten be hoorde te worden toegepast voor wier kleeding een zeker bedrag op de begrooting is uitgetrokken, m. a. w. ook aan de politiebeambten behoorde ten goede te komen. Intusschen spreekt de door Uwe Vergadering aangenomen motie alleen van de rechercheurs en de brugwachters. Het zal daarom, naar het ons voorkomt, noodig en billijk zijn, dat het geno men besluit alsnog tot de politiebeambten worde uitgestrekt. Het gevolg van een en ander zal zijn dat het gemeentelijk budget jaarlijks met een uitgave van gemiddeld 980.99 zal worden bezwaard t. w. met 662.62 voor den havendienst en met 318.37 voor den politiedienst. En wat nu de wijze van uitvoering van den maatregel be treft, aangezien daaromtrent in de aangenomen motie geen bepaalde opdracht aan ons college verstrekt wordt, zoo komt het ons voor, dat daarbij de weg behoort te worden ingeslagen, elders, met name in de gemeenten Utrecht en Amersfoort, be wandeld, en in ons boven aangehaald praeadvies reeds nader aangeduid. Aan de beambten van politie en die van den haven dienst zullen boekjes kunnen worden verstrekt, waarin aan het einde van het jaar het hun wegens niet verbruikte klee ding toekomende bedrag wordt bijgeschreven en welks totaal bedrag hun bij het verlaten van den dienst of bij buitenge wone omstandigheden, als ziekte, huwelijk enz. ook tusschen- tijds wordt uitgekeerd. Werd toch telkens aan het einde van het dienstjaar aan iederen beambte het door hem op zijn kleeding bespaarde bedrag in contant geld uitbetaald, dan zou zich in dubbele mate het door ons in de tweede plaats aangevoerde bezwaar doen gelden, dat conflicten omtrent het al of niet noodige van vervanging van gedragen kleederen aan de orde van den dag zijn. Up grond van een en ander geven wij U daarom in over weging te besluiten: 1°. dat de motie van de HH. Witmans, Sytsma, en van der Eist, aangenomen in Uwe Vergadering van 8 December 1.1., zal worden uitgebreid tot de politie-beambten 2°. dat aan deze motie in dier voege uitvoering zal worden gegeven, dat het door iederen beambte op zijn kleeding bespaard bedrag zal worden uitbetaald bij overlijden of ontslag uit zijn betrekking of wel in bijzondere omstandigheden ook tusschentijds, ter beoordeeling van ons college. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. N°. 287. Leiden, den 15/21 December 1904. Met 31 December e.k. zijn de heeren Dr. M. J. de Goeje, Dr. J. M. van Bemmelen, J. A. van Hamel en W. Draaijer aan de beurt van aftreding als lid onzer commissie. Ter voldoening aan artikel 2 der Verordening voor de Plaat selijke Schoolcommissie te Leiden (Gem.blad n°. 8 van 1880) hebben wij de eer aan Uwe Vergadering voor deze vacaturen de navolgende aanbevelingen in te dienen: a. Vacature de Goeje: 1. Dr. M. J. DE GOEJE. 2. Dr. P. ZEEMAN. b. Vacature van Bemmelen: 1. Dr. J. M. VAN BEMMELEN. 2. Mr. J. Th. C. VIRULY. e. Vacature van Hamel: 1. J. A. VAN HAMEL. 2. Dr. P. Th. L. KAN. d. Vacature Draaijer: 1. W. DRAAIJER. 2. Dr. D. A. H. VAN ECK. De Plaatselijke Schoolcommissie M. J. de Goeje, Voorzitter. G. J. Bisschop, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 288. Leiden, 22 December 1904. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deeleu, dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van bijgaand verzoek van het Bestuur der afdeeling Leiden van deNeder- landsche Weerbaarheidsvereeniging om gebruik te mogen maken van een der gemeentelijke gymnastieklokalen. Wij geven U mitsdien in overweging aan het Bestuur der afdeeling Leiden van de Nederlandsche Weerbaarheidsvereeni ging tot wederopzeggens toe vergunning te verleenen om het gymnastieklokaal van de openbare school der 3e klasse, n°. 4, te gebruiken tot het houden van oefeningen des Donderdags middags van 41/i tot 51/* uur, tegen betaling van f 10.— 'sjaars per wekelijksch uur en van 5.— per jaar als vergoe ding voor de kosten van vuur en licht en onder voorwaarde, dat de kosten van schoonhouden en bediening en van herstel van aan het gebouw of meubilair eventueel toegebrachte schade door de vereeniging zal worden vergoed en dat alle ter zake van het gebruik door ons te geven voorschriften zullen wor den nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 December 1904. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur der afdeeling Leiden der te Utrecht gevestigde Nederlandsche Weerbaarheids Vereeniging goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 8 Juli 1892 Nr. 41 en 6 Februari 1897, Nr. 8, genoemde afdeeling goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 24 Mei 1895 Nr. 18, dat het onmogelijk is gebleken alhier een geschikt lokaal te vinden voor het houden der militaire excercitiën van genoemde afdeeling redenen waarom het Uw College verzoekt een gymnastiek lokaal van eene der gemeente-scholen, zoo mogelijk des Donderdags van 4a tot 5a uur des namiddags, wel voor genoemde afdeeling te willen openstellen. Hetwelk doende enz. Het Bestuur der Afdeeling voornoemd A. Hulshoff, loco-praeses, F. W. van Wijk, secretaris-penningmeester. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 289. Leiden, 23 December 19Ü4. Tegen de goedkeuring der rekeningen over 1903 van het Roomsch-Katholieke Weeshuis en van het Roomsch-Katholieke Armbestuur bestaat bij de Commissie van Financiën geen bezwaar. Zij stelt U mitsdien voor beide rekeningen goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 290. Leiden, 23 December 1904. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het 2e Suppletoir Kohier der Plaatselijke directe belasting dienst 1904, met 108 aanslagen, een belastbaar inkomen van f 135254—, en een opbrengst van f 1901,64. De proefdruk van dit kohier wordt aan de Raadsleden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 291. Leiden, 23 December 1904. In verband met uw besluit tot uitbreiding van de veemarkt geven wij U in overweging alsnog over te gaan tot den aankoop van het perceel Binnenvestgracht no. 13, voor de som van ƒ1575—, benevens de kosten van overdracht. Tegelijkertijd bieden wij u den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat ten bedrage, van ƒ1646—, ter vaststelling aan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 292. Leiden, 23 December 1904. Bij uw besluit van 7 Juli 1.1. (Ingek. St. n°. 133) werd een bedrag van f 1000.— beschikbaar gesteld voor de inrich ting van een nieuwe algemeene begraafplaats. Thans is gebleken, dat dit werk, met inbegrip van de plaatsing van een nieuw drenkelingenhuisje op het terrein van de stads-boomkweekerij, een uitgave heeft vereischt van f 1339.97. Aangezien evenwel de gewone dienst op Volgnr. 128 een overschot heeft gelaten van 127.zal met een ver hooging van dat artikel met 213.—kunnen worden volstaan, ten einde tot de vereischte betalingen te kunnen overgaan. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten tot de vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving, groot /213.Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn nog 604.88r' beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Roekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 6