140 DONDERDAG 13 OCTOBER 1904. niet voortgaan en nog een derde instelling tot het verstrek ken van teekenonderwijs in deze gemeente subsidie geven. Wij hebben reeds den R. K. Volksbond en Mathesisgaan wij nu ook den Protestantenbond subsidieeren, dan zal inder daad het eind niet te voorzien zijn. En dat er werkelijk redenen zijn om den R. K. Volksbond niet te steunen, dat betwisten wij ten stelligste: die redenen kunnen niet be hoorlijk gegrond zijn, want de R. K. Volksbond beweegt zich hier geheel op neutraal terrein. Nu zegt de beer Sijtsma, dat het hem genoegen heeft gedaan, van het college van Burg. en Weth. en vooral van den Burgemeester te vernemen, dat zij in dezen erkennen neutraliteit op het gebied van onderwijs. Maar daartegen moet ik opmerken, dat op dat gebied, wat betreft het teeken-onderwijs, men zich zeker in de neutrale zóne bevindt. Wat betreft het amendement zelf van den heer Sijtsma bij wil voorstellen een amendement op een prae-advies, uit gebracht door Burg. en Weth., maar een amendement op een prae-advies is niet bestaanbaar, liet eenige, wat de heer Sijtsma kan doen, is, voor te stellen, dat de volgorde van de agenda worde veranderd en dat alzoo eerst worde gestemd over het afwijzend prae-advies op het adres van den Protestantenbond en dat eerst daarna aan de orde kome het prae-advies op het adres van den R. K. Volksbond. Wij zullen dat niet uit onszelf voorstellen; ik ga daar nu niet op in, omdat zulks in ons systeem niet te pas komt, aangezien wij het eerst wenschen beschikt te zien op het adres van den R. K. Volksbondmaar wil de heer Sijtsma in dien geest een voorstel doen, dan kan de Vergadering de bestaande orde van de agenda wijzigen. Ik herhaal, wij zullen het initiatief dienaangaande niet nemen. Maar wat de heer Sijtsma in den vorm van een amendement op ons prae-advies heeft voorgesteld, is niet bestaanbaar. De heer Sijtsma toch heeft het volgende voorgesteld: «Ondergeteekende stelt voor punt 14 en 15 tegelijk te be handelen en aan het preadvies van Burg. en Weth. »Wij geven U in overweging de aan de afdeeling Leiden van den R.-K. Volksbond ten behoeve harer teekenschool toegekende jaarlijksche subsidie met ƒ400.te verhoogen", toe te voegen »en aan de afdeeling Leiden van den Ned. Prot. Bond voor hare teekenschool een subsidie van ƒ150.toe te kennen". Zooals ik reeds heb gezegd is dat een toevoeging aan iets, die niet bestaanbaar is. Wij zelf alleen kunnen ons prae-advies amendeeren en veranderen, maar de leden kunnen dat niet doen. Wilt U nu uw stem omtrent punt XIV afhankelijk maken van de beslissing op punt XV, dan kunt U in uw systeem uw doel bereiken door voor te stellen het eerst punt XV in behandeling te nemen. En wat betreft het amendement-van der Lip, dat luidt om de voorgestelde subsidie-verhooging niet 400.maar ƒ200.— te doen zijn ik moet in de eerste plaats opmerken, dat naar mijne meening met dit amendement niet wordt bereikt het doel, dat de heer van der Lip voor oogen heeft. Het is toch zeer de vraag, of de R. K. Volksbond, bij aanneming van het amendement, met die kleine subsidieverhooging van ƒ200. zou kunnen overgaan tot de uitbreiding van de teekenschool. De kosten zijn te groot, vooral wat betreft de noodige uit breiding van onderwijzend personeel de heer Pera heeft daar zeer terecht op gewezen dan dat de Bond een der gelijke verbouwing onder die voorwaarden op zich zou durven nemen. Wanneer men wil, dat dit gedaan wordt, dan moet men toestaan hetgeen wordt gevraagd, en dus zal ik uit dit oogpunt het amendement-van der Lip niet kunnen ondersteunen. Het amendement-van der Lip wordt voldoende ondersteund en kan dus mede een onderwerp van beraadslaging uitmaken. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik wensch nog een paar opmer kingen te maken voor ik met het door u bedoelde voorstel kom. Ik wensch nog even terug te komen op hetgeen door den heer Pera is gezegd, dat wanneer de Protestantenbond vóór den R. K. Volksbond was gekomen met een verzoek om sub sidie, aan eerstgenoemde Bond wellicht het subsidie zou zijn toegestaan. Ik vind dit eene eigenaardige aansporing, waar door men als het ware tot de menschen zegt: gij moet altijd maar zoo spoedig mogelijk bij de Gemeente om subsidie komen aankloppen. De Protestantenbond heeft zoo lang mogelijk getracht op eigen wieken te drijven. Het is zeker een prijzens waardig strevenmaar wanneer de toeloop van leerlingen telkens grooter wordt, dan wordt men ten laatste wel gedrongen, om hulp bij anderen aan te kloppen. Maai' nu zal men zeggen omdat gij zoo laat komt krijgt gij niets. Een eigenaardig gevaarlijke argumentatie, voor de gemeentekas n.l. Dat ik in eigenaardige tegenspraak zou zijn met de andere heeren, die het voorstel van Burg. en Weth. bestrijden, hier kom ik op hetgeen gezegd is door den heer Aalberse is niets ver wonderlijk; wij zullen wel eens meer met elkander in tegen spraak komen; ik behoef volstrekt niet aan den leiband te loopen van den heer Fockema Andreae en hij niet aan den mijne. De Voorzitter. Mag ik U even doen opmerken, dat U thans het woord hebt alleen over uw amendement. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben bezig dit toe te lichten, maar ik wil eerst trachten mijne medeleden voor dat amen dement te winnen, door allereerst aanvallen af te slaan. De heer Aalberse heeft gezegd dat er verschil is tusschen den R. K. Volksbond en den Protestantenbond. Dat is zeker waar. Maar over het confessioneele van den Protestantenbond zullen wij nu niet twisten, dat gaat m. i. wel buiten dit debat om. 't Zou evenwel wel iets anders aan 't licht brengen als de heer Aalberse denkt. Op het gebied waar de Protestantenbond zich op beweegt, waar zij teekenonderwijs geeft, daar staat zij precies gelijk met den R. K. Volksbond. Op sociaal gebied werkt de Protestantenbond in haar Wijkgebouw door het geven van onderwijs in teekenen, naaien en breien en door een spaarkas, enz Dat is alles sociaal werk en als zoodanig heeft deze Bond evenveel recht om beschouwd te worden als te werken op sociaal gebied als de R. K. Volksbond. En wanneer ik zeg dat wij rekening moeten houden met de gemoeds bezwaren, dan moeten mijn tegenstanders dit toegeven. U hebt, M. d. V., gezegd, dat het teekenonderwijs zich beweegt op eene neutrale zóne, maar wanneer U medeleeft met ons tegen woordig onderwijsstelsel, dan zal het u zeker niet ontgaan zijn, dat men in den laatsten tijd zelfs rekenboekjes heeft gekregen met een Christelijk cachet, en nu zou men toch zeggen dat rekenen zich ook op eene neutrale zóne beweegt, als dit voor teekenonderwijs vaststaat. Deze staan dicht bij elkaar. Zoo zou men langzamerhand kunnen aannemen dat ook teekenonderricht niet absoluut neutraal werd gegeven. Wanneer punt 15 eerst in mij welgevalligen zin behandeld wordt, zal ik vóór punt 14 stemmen, doch ook onder die voorwaarde alleen. Hiermede meen ik voldoende mijn voorstel te hebben toe gelicht om punt 15 van de agenda te behandelen vóór punt 14. De Voorzitter. Burg. en Weth. zijn er ten slotte niet tegen om de orde van behandeling te wijzigen. Wat de stemming betreft, geloof ik dat het beter is te laten stemmen over het verzoek en dus niet over het praead- vies van Burg. en Weth. Ik zal dus in stemming brengen eerst het verzoek van het Bestuur van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Protestantenbond om toekenning van subsidie in de kosten van teekenonderwijs. Die vóór stemt, stemt voor toekenning van een subsidie, die tégen stemt is tegen dit verzoek. Op het verzoek van het Bestuur van de afdeeling Leiden van dezen Nederlandschen Protestantenbond, hierop in stem ming gebracht, wordt afwijzend beschikt, met 17 tegen 12 stemmen. Tegen stemmen de heeren: van Hoeken, Bots, Kerstens, Driessen, Le Poole, Aalberse, Vergouwen, Meuleman, Pera, Timp, van Lidth de Jeude, Korevaar, A. Mulder, Juta, van der Lip, Bosch en van Tol. Vóór stemmen de heeren: van Hamel, Paul, Fockema Andreie, Sijtsma, van der Eist, van der Vlugt, Witmans, de Vries, Verhey van Wijk, Hasselbach, van Gruting enP. J. Mulder. De Voorzitter Dan is thans wederom aan de orde: XIV. Verzoek van het Bestuur der afd. Leiden en omstreken van den Ned. Roomsch-Katholieken Volksbond om verhooging van de ten behoeve der teekenschool toegekende subsidie. (Zie Ing. St. n». 210). Hierop is ingediend het amendement-van der Lip, luidende: 400.te vervangen door 200. De heer Meuleman. M. d V. Wanneer dit amendement mocht worden aangenomen en de subsidie aan den R.-K. Volksbond wordt slechts verhoogd met ƒ200is de Volks bond dan toch aan de verplichting gebonden te gaan bouwen? De Voorzitter. Ik heb er reeds op gezinspeeld, dat dit misschien niet gebeuren zalde Volksbond heeft geen bepaalde verplichting tot bouwen, en zonder voldoende subsidie zal zij dit ook wel niet doenmaar dan vervalt ook de verhooging der subsidie. De heer Fockema Andreas. Alleen voor het geval de R.-K. Volksbond tot verbouwing overgaat, krijgt hij de ƒ200. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement-van der Lip, thans in stemming gebracht, wordt verworpen met 19 tegen '10 stemmen. Tegen stemmen de heeren: van Hoeken, Bots, Kerstens, Driessen, Le Poole, Aalberse, Vergouwen, Meuleman, Pera, van Hamel, Paul, Timp, Verhey van Wijk, Korevaar, A. Mulder, Juta, Bosch, P. J. Mulder en van Tol. Vóór stemmen de heeren: Fockema Andreae, Sijtsma, van Lidth de Jeude, van der Eist, van der Vlugt, Witmans, de Vries, van der Lip, Hasselbach en van Gruting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 6