GEMEENTERAAD VAN LEDEN. 81 iscEKonEir STI K li i:> N°. 168. Leiden, 2G Juli 1904. Onder overlegging van nevensgaand adres van R. Jesse Rz. hebben wij de eer U mede te deelen, dat er bij ons tegen in williging van het daarbij gedaan verzoek geen bedenkingen bestaan, weshalve wij Uwe Vergadering in overweging geven aan R. Jesse Rz, met ingang van 15 November 1904 eervol ontslag te verleenen uit de betrekking van Gemeente-apotheker. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 26 Juli 1904. In antwoord op uw verzoek d.d. 22 Juli 1904 No. 2/166, om inlichtingen op de aanvrage van den Heer R. Jesse om ontslag als gemeente-apotheker, hebben wij de eer UEdelAchtbare Heeren mede te deelen dat bij onze Commissie geen bezwaar daartegen bestaat, weshalve wij uw College in overweging geven den Raad te adviseeren aan den Heer Jesse met ingang van 15 November 1904 eervol ontslag te verleenen als ge meente-apotheker. De Commissie voor de gemeente-apotheek, J. G. van dek Sluijs, Voorzitter. G. F. A. ten Bosch, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 19 Juli 1904. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De ondergeteekende, bij raadsbesluit van 4 Juni 1870 be noemd tot gemeente-apotheker, heeft de eer zich tot U te wenden met het verzoek om met ingang van 15 November 1904 uit die betrekking te worden ontslagen. Hiermede heeft hij de eer te zijn Uw D.W.Dr. R. Jesse Rz. Gemeente-apotheker. N°. 169. Leiden, 26 Juli 1904. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de voorstellen van Burgemeester en Wethouders: 1°. tot beschikbaarstelling van gelden voor het betalen der kosten, gevallen op den aankoop van de bouwmanswoning »Endegeest" c. a. onder de gemeente Oegstgeest (Ing. Stuk ken n°. 161); 2°. tot wijziging van de begrooting, dienst 1904, voor de uitbetaling van de jaarwedde van den Conservator van het Stedelijk Museum »de Lakenhal" (Ing. Stukken n°. 162); 3°. tot verhooging van den post voor Onvoorziene Uitgaven op de begrooting, dienst 1904 en tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting en meubileering der nieuwe teeken lokalen van het Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix (Ing. Stukken n°. 158); 4°. tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting en meubileering van de bijgebouwde lokalen aan de school der 3e klasse n°. 1 (Ing. Stukken N°. 159); 5°. tot terugbetaling aan Gebrs. van Ulden, van de door hen gemaakte kosten voor het verbeteren van de beide toegangen tot den overweg over Rijnstroom, aan den Hoogen Rijndijk en het Utrechtsche Jaagpad (Ing. Stukken n°. 166) en 6°. tot toekenning aan den Concierge der Hoogere Bur gerschool voor jongens van eene tegemoetkoming in de kosten zijner verhuizing (Ing. Stukken n°. 164). Zij stelt U derhalve voor de overgelegde begrootingsstaten vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 170. Leiden, 26 Juli 1904. Ingevolge het voorstel van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en onder overlegging van het ter zake uitgebracht advies van den Inspecteur van het Middel baar Onderwijs, geven wij U in overweging om Mej. J. Oort en den heer H. H. Breuning weder voor den tijd van een jaar, alzoo tot 1 September 1905, te bestendigen, resp. als leerares in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en als leeraar in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. 's Gravenhage, 23 Juli 1904. In antwoord op nevensvermeld schrijven, heb ik de eer Uw College te berichten dat er bij mij geen bezwaar tegen bestaat dat Mejuffrouw J. M. Oort, als leerares in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes en dat de heer H. H. Breuning, als leeraar in dat vak aan de Hoogere Bur gerschool voor jongens, voor den cursus 1904/05 worden ge continueerd, weshalve ik de eer heb Uw College in overwe ging te geven die continuatie te bevorderen. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs J. Campert. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 14 Juli 1904. Wij hebben de eer U in overweging te geven wederom de tijdelijke benoeming van Mejuffrouw J. M. Oort als leerares in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en van den Heer H. H. Breuning, als leeraar in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens voor den tijd van een jaar, alzoo tot 1 September 1905 op de gewone voorwaar den te continueeren. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, H. A. Lorentz, Voorzitter. H. M. A. Coebergh, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Bericht op schrijven van 19 Juli 1904, N°. 10a/31, betref fende personeel H. B. S. te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 1