Transport 258578.40s Volgn. 218. Iiosten van den wederopbouw van perceel Breestraat n°. 9411458.03 De onverwerkt gebleven bouwkosten ad ƒ11458.03 worden op de begrooting voor 1904overgebracht. Volgn 219. Aankoop van een strookje grond achter het Openbaar Slachthuis21.70 Volgn. 220. Uitbreiding van het aantal leerlo- kalen der school 2e klasse voor Jongens en Meisjes 1200.— De uitvoering van dit werk is in 1904 geschied en op de begrooting voor dat dienstjaar geregeld. Volgn. 222, Kosten van op- en inrichting van een loods voor de veiling van marktproducten 399.80 Dit bedrag wordt, als onverwerkt gebleven, op de begrooting van 1904 overgebracht. Totaal. 271657.93® De rekening wijst blijkens het vorenstaande een lagere uitgaaf aan dan de begrooting van f 271657.93" en een lagere ontvangst van208603.04 Het verschil of f 63054.89® maakt ook weer uit het verschil tusschen de ont vangsten en uitgaven der rekening. Wij mogen hieruit afleiden dat de rekening goed is opgemaakt. Bij de rekening is overgelegd de afzonderlijke verantwoor ding van de administratie der Haarlemmertrekvaart, blijkens welke de Uitgaven hebben bedragenf 3110.84 en de Ontvangsten1749.62® zoodat deze administratie een nadeelig slot van f 1361.215 opleverde, welk bedrag op Volgn. 185 der rekening in uitgaaf is gebracht. Wij stellen U voor deze rekening goed te keuren en ver volgens de geheele gemeente-rekening voorloopig vast te stellen, waartoe het volgende Concept-besluit hierbij wordt aangeboden De Raad der Gemeente Leiden, Gezien de rekening en verantwoording der ontvangsten en uitgaven der gemeente over het dienstjaar 1903, door Burge meester en Wethouders, met de hun door den Gemeente- Ontvanger, aangeboden rekening en bescheideningevolge art. 219 der Gemeentewet op den 30en Juli 1904overgelegd; overwegende, dat de rekening gedurende veertien dagen ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing heeft gelegen en algemeen verkrijgbaar is gesteld, overeenkomstig het bepaalde bij art, 219 der bovengenoemde wet; Gelet op het rapport der Commissie voor het nazien der rekening; op art. 220 der Gemeentewet en op het besluit van Gedeputeerde Staten dezer Provincie, d.d. 7 October 1901 n°. 31 (Prov. blad n°. 95); Heeft besloten: 1°. de rekening goed te keuren en voorloopig vast te stellen, de Ontvangsten op één millioen zes honderd zes en negentig duizend negen honderd een gulden een en zeventig en een halven centf 1696901.71® De Uitgaven op één millioen zes honderd drie en dertig duizend acht honderd zes en veertig gulden twee en tachtig cents1633846.82 sluitende alzoo met een batig saldo van Drie en zestig duizend vier en vijftig gulden negen en tachtig en een halven centf 63054.89® 2°. het bedrag, dat als oninbaar is afgeschreven en voor komt op: Hoofdstuk IV, Afd. 11, art. 1, volgn. 36, ad Twaalf duizend een honderd twee en dertig gulden vijf en dertig cents12132.35 Hoofdstuk Vi, art. 8 volgn. 56, ad Twee honderd een en twintig gulden negen en dertig en een hal ven cent221.39* vast te stellen op Twaalf duizend drie honderd drie en vijftig gulden vier en zeventig en een hal ven cent 12353.74* 3°. het bedrag van hetgeen nog blijft te verhalen en in de eerstvolgende rekening behoort te worden verantwoorden is opgenomen onder Hoofdstuk IV, Afd. II, art 1, volgn. 36 vast te stellen op zes honderd negen gulden zes en negentig centsf 609.96 Gedaan te Leiden ter openbare raadsvergadering van den N°. 177. Leiden, 8 Augustus 1904. Het hierbij overgelegd den 4en Februari 1.1. bij Uwe Ver gadering ingediend adres van A. van Leeuwen c. s.,houdende het verzoek om op de terreinen van het openbaar slachthuis tot de oprichting van een vette varkensmarkt over te gaan, werd bij het mede hierbij overgelegd adres van 27 Mei d. a. v. weder ingetrokken en het oorspronkelijk verzoek vervangen door een van dezen inhoud: »dat de vette varkensmarkt zal worden gehouden onder de bestaande overkapping (bij de Lammermarkt) en wel des Dinsdags van iedere week." Het motief, door adressanten voor deze wijziging van hun oorspronkelijk verzoek aangevoerd, komt ons volkomen gegrond voor. De bezwaren van allerlei aard, aan de oprichting van een vette varkensmarkt op de terreinen van het openbaar slachthuis verbonden, zouden nl. o. i. zonder twijfel tot een afwijzende beschikking op dat verzoek hebben moeten leiden. Niet alleen toch zou daardoor van de nog op het abattoir terrein beschikbare ruimte een gebruik moeten worden gemaakt, geheel in strijd met de oorspronkelijke bedoeling om dit terrein te bestemmen hetzij voor uitbreiding van de bestaande slachthallenhetzij voor de exploitatie van aan verwante bedrijvenmaar bovendien zou het eigenlijke slachthuisbedrijf uitteraard door de marktbeweging in niet geringe mate worden belemmerd en zouden de terreinen zelve door de te maken afscheidingen niet weinig worden ontsierd. Afdoende echter schenen ons de aan de stich ting van zulk een markt verbonden kosten. Door den Directeur van Gemeentewerken werden deze begroot op 11000.—, of wel indien men de markt niet op maar naast de terreinen van het slachthuis ging stichten, (waardoor de eerstgenoemde bezwaren uit den aard der zaak zouden komen te vervallen) zelfs op 14000.—. Is deze uitgave reeds op zichzelve zeer belangrijk, zij kan te minder gerechtvaardigd heeten, waar, het spreekt van zelve, hier nog slechts van een proefneming sprake kan zijn. Adressanten, langs officieusen weg met deze bezwaren in kennis gesteld en de gegrondheid daarvan beamende, kwamen daarop met hun tweede verzoek tot u, voor welks inwilliging o. i. alles te zeggen is. De kosten van de inrichting van een vette varkensmarkt onder de overkapping op de Lammermarkt worden door den Directeur van Gemeentewerken, alfes inbegrepen, geraamd op f 1200.Geplaatst zullen dan worden 16 a 18 hokken, waarin een 150-tal varkens gemakkelijk zal kunnen worden onder gebracht. Hiervoor zijn benoodigd 31 stuks vaste ijzeren palen, waartusschen 51 losse houten hekken zullen kunnen worden ingeschoven. Kosten van palen en hekken worden gezamenlijk begroot op ƒ717.—. Voorts zal een weegschaal met gewichten een uitgave vereischen van ƒ300.de aanschaffing vaneen merktoestel met een stel brandijzers eene van f 100.—, terwijl dan nog een bedrag van ƒ83.voor onvoorziene uitgaven beschikbaar blijft. Bedenkt men nu dat het marktgeld voor een vet varken hier ter stede 0.20 bedraagt, en dat het weeggeld, thans 0,15 bedragend, ook naar het oordeel van adressanten ge voegelijk tot f 0.20 zou kunnen worden verhoogd, dan zal, aannemend dat de markt wekelijks door gemiddeld 80 varkens zat worden bezocht, jaarlijks een bedrag van ruim 1600.— aan markt- en weeggeld in de gemeentekas vloeien. Diaaren- tegen mogen de kosten van bediening der markt en van controle op f 500.— worden geschat, terwijl evenmin wit het oog mag worden verloren dat de thans aan het openbaar slachthuis geheven weeggelden, ten bedrage van f 750.-— nagenoeg geheel zullen komen te vervallen. Hoe dit zij, daidetiyk is het dat de gemeente door de oprichting dezer markt, indien zij slaagt, en wij twijfelen daaraan niet, geen schade zal lijden. Maar zelfs indien zij onverhoopt mislukken mocht, (immers het geldt hier een proefneming en Mj al de goede kansen welke zij biedt, is toch ook die van mislukking niet uitge sloten), dan nog zou het betrekkelijk gering bedrag der in richtingskosten de gemeente niet van het nemen der proef behoeven te weerhouden. Wat nu den dag van de markt betreft, zoo komt ons met adressanten de Dinsdag daarvoor het meest geschikt voor. De Vrijdag is uitgesloten, omdat de meeste varkenskooplieden tevens handel drijven in runderen en de varkensmantt dns op dien dag niet tot haar recht zou komen; de Woensdag omdat dan de vette varkensmarkt te Delft plaats heeft. Het bezwaar door den algemeenen marktmeester tegen den Dinsdag aangevoerd, dat dan zoowel de kaasmarkt te Bodegraven als de veemarkt te Rotterdam plaats heeft, wordt noeh door adressanten noch door ons gedeeld. Rotterdam is te ver ver wijderd, dan dat de Leidsche varkensmarkt daarvan na<feeï zou ondervinden en de kaashandel kan gemakkelijk door andere personen gedreven worden. Ten slotte verdient nog opmerking dat onder de oprichtings kosten ook die van f 300.- - voor de aanschaffing van een weegschaal zijn uitgetrokken en dit niettegenstaande de Kamer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 5