DONDERDAG 26 MEI 1904. 71 van pompwater uitsluitend gebruik gemaakt wordt voor het koelen, er toch heel veel gewone pompen zijn, waarvan het water veilig voor dat doel zou kunnen gebruikt worden, indien men maar volkomen zekerheid had, dat dit water voor geen ander doeleinde gebruikt wordt. Nu moeten wij toch in ieder geval in hen, die gebruik maken van Norton-pompen, vertrouwen stellen, dat zij het water uit die soort pompen voor geen ander doel zullen gebruiken; dus, en hierop kom ik nu neer, dengenen, die Nortonpompen gebruiken, wordt een vertrouwen geschonken, dat men niet durft schenken aan hen, die gewone pompen hebben, alhoewel het water voor het doel, dat zij voornamelijk beoogen: koelen, wel ge schikt is. Ik zou er dus op willen aandringen, dat bij de voorbereiding van deze zaak met allen ernst worde overwogen, of op eenigerlei wijze aan hen, die gewone pompen bezitten, welke evenwel goed water opleveren, verlof kan worden ge geven daarvan ook gebruik te mogen maken voor het af koelen van de melk, en dat zooveel mogelijk in zoo'n geval waar borgen worden verkregen, dat het water voor geen ander doel zal worden gebezigd. Dat hier altijd voor een gedeelte het schenken van vertrouwen aan die personen het steunpunt moet wezen, is waar. De heer Sijtsma heeft het idéé aangegeven in het pomp water kleursel te doen, maar daartegen moeten toch ook m. i. ernstige bezwaren bestaan, zooals b. v. de kans, dat dit kleursel in aanraking komt met de melk, terwijl de melk- verkoopers, die van dat gekleurde water gebruik maken, veelal met gekleurde handen zullen loopen, wat voor het verkoopen van melk toch ook minder gewenscht is. Maar het komt mij voor, dat er vele pompen en putten zijn, die heel geschikt gebruikt kunnen worden voor afkoeling van de melk, zoodat de melkhandelaren, die in het bezit zijn van zulk een pomp, naar mijn inzien daarvan heel goed gebruik zouden kunnen maken. De Voorzitter. Ik kan den heer Pera dit opmerken, dat alle dergelijke mededeelingen eenigszins vooruitloopen op de plannen van Burg. en Weth. en dat wij daarmede wel rekening zullen houden, maar daaromtrent voorloopig onze plannen reeds bepaald hebben. Wij zullen ons in dezen nogmaals laten adviseeren door de Gezondheidscommissie en de Commissie voor de Strafverordeningen, alvorens het voorstel te doen de verordening te herzien. Wat betreft de opmerking van den heer Pera, dat water van gewone putten voor het koelen gebruikt zal kunnen worden, moet ik opmerken, dat hij in eene dwaling verkeert, indien hij denkt, dat de Gezondheidscommissie ooit zal kunnen goedvinden, dat water uit dergelijke putten zal kunnen worden gebruikt voor afkoelen, zonder gekleurd te zijn. Het argument, dat m. i. kan gebruikt worden om aan te toonen, dat gekleurd water beter is dan gewoon putwater, is, dat wanneer men gaat koelen, het water zich mededeelen zal aan de zuivel- produkten, die gekoeld moeten worden. En nu kan de Gezond heidscommissie niet goedvinden, dat door het gebruik van gewoon putwater bij het afkoelen, dit water in aanraking zal kunnen komen met de zuivelprodukten. Met Nortonpomp- water gaat het beter, en ik kan hier nog bijvoegen, dat bij de gehouden besprekingen met de melkslijters de vraag is gesteld het gebruik van Nortonpompwater te willen uitstrekken tot het gebruik daarvan voor het reinigen van vaten, enz. En wanneer dat het geval zal zijn, dat «dit water ook gebruikt zal mogen worden voor schrobben en reinigen van vaatwerk, dan, is medegedeeld door de leden van de Commissie uit de melkslijters, zouden de bezwaren voor een groot gedeelte zijn ondervangen, al zouden zij niet mede kunnen gaan met de maatregelen, die op het oogenblik door Burg. en Weth. zouden worden voorgesteld. Maar ik herhaal, in de eerstvolgende ver gadering zullen de heeren daaromtrent waarschijnlijk meer vernemen. Daar thans niets meer aan de orde is en ook niemand meer het woord verlangt, wordt de openbare vergadering door den Voorzitter gesloten en veranderd in eene zitting met gesloten deuren. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 7