DONDERDAG 3 MAART 1004.
27
XIII. Verzoek van het Bestuur der Leidsche Bouwvereeni-
ging om in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te
nemen gedeelten van de Haverzaklaan en van de Ambachtstraat.
(Zie Ing. St. n°. 43).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XIV. Vaststelling van de verordening, houdende wijziging
van de verordening op de Markten.
(Zie Ing. St. n°. 34).
De verschillende artikelen en de verordening in haar geheel
worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
XV. Vaststelling van de verordening, regelende de heffing
van eene belasting voor het gebruik van het lokaal voor groente
veilingen te Leiden.
(Zie Ing. St. n°. 35).
De Voorzitter. Hierop is ingediend een amendement van
den heer Vergouwen, die voorstelt in de verordening regelende
de heifing van deze marktgelden het percentage te brengen
van 2 op
Daar dit amendement voldoende wordt ondersteund, kan
het een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De algemeene beschouwing wordt geopend.
De heer Fockema Andreae. Ik had ook een amendement
gereed gemaakt, mijnheer de Voorzitter, dat ik nu maar
niet zal achterhouden, nl. om de heffing te bepalen op
van den omzet, omdat dit ook is het percentage, dat geheven
wordt in Rotterdam, en omdat ik vind, dat wij die jonge
markt hier vooral niet moeten belemmeren en de zaak dus
zoo gemakkelijk mogelijk moeten maken.
Het amendement-Fockema Andreae wordt voldoende onder
steund en maakt dus een onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter. Hierbij is nu tevens aan de orde het adres
van de heeren Doeve c. s.
De heer Sijtsma. Wanneer ik een enkel woord wil spreken
dan is 't tot aanbeveling voor de amendementen die hier
ingediend zijn, waarover deze heele quaestie zal gaan. Hoewel
ik niet de tolk van de patroonsvereeniging zal zijn, begrijp
ik toch, mijnheer de Voorzitter, dat men ontstemd was over
deze verordening, toen men onder de oogen kreeg een heffing
van 2% van de bruto opbrengst én ik denk, de vergadering
zal het wel met een der amendementen eens zijn, maar anders
is hier voor de gemeente in toepassing gekomen»wie het
onderste uit de kan wil, krijgt het deksel op den neus." De
Commissie van Financiën zegt wel dat eene heffing van 2
haar billijk voorkomt, maar reeds schijnt een der leden het
daarmee niet eens te zijn. Van hem komt toch juist een der
amendementen. Laten wij even nagaan wat door de heffing
van 2 in handen van de Gemeente komt. Zeker is, dat de
markt vooruit gaat door de veilingen. Verleden jaar is het
een slecht jaar geweest, de veilingen zijn niet het geheele
jaar door gehouden en waar dus allerlei ongunstige omstan
digheden samenwerkten, doet toch het rapport van den markt
meester zien dat de heffingen 75.meer hebben opgebracht
dan het vorige jaar; toen was de opbrengst 325.—, nu 400.—.
Dus is de markt door de veilingen reeds aanmerkelijk vooruit
gegaan. De heele opbrengst is dan ook geweest ƒ19000.en
wij willen niet zoo optimistisch zijn als de Tuinderspatroons-
vereeniging en zeggen, dat hetgeen thans ontvangen is, wel
vervijfdubbeld zal worden, maar toch, waar deze Vereeniging
zelfs afdeelingen buiten de stad gaat stichtenzal haar aan-
voergebied steeds toenemen. Nemen wij aan dat het bedrag
zal stijgen tot ƒ50000. dan krijgen wij een opbrengst van
/1000.—Nu zien wij uit het rapport van den marktmeester,
dat 45% van het stichtingskapitaal, groot 2500in handen
van de Gemeente behoort te komen, d. i slechts 375.—.
Wij krijgen met een veilingsbedrag van ƒ50000.dus reeds
een groote winst voor de Gemeente Als wij dan nog verge
lijken die 2% met andere gemeenten, met name die in het
Westland, dan komt de tegenstelling nog meer uit; daar
wordt D/a geheven, maar het Westland geeft daar alles
voor: het zorgt voor een keurmeester, voor een afslager, zelfs
voor een schrijver. Het wil mij daarom voorkomen, dat de
Gemeente hier een te groote som zou heffen door 2% te vragen.
En nu zou ik niet willen zwichten voor het dreigement
van de Vereeniging, dat zij anders van hier zal gaan, maar
wij mogen toch wel ons best doen om die jonge Vereeniging,
zooals de heer Fockema Andrea? zeide, niet ineens den kop
in te knijpen, maar zooveel mogelijk trachten haren bloei te
bevordéren. En wanneer wij nu nemen 2 dan zal de markt
al reeds daarom niet vooruitgaan en zullen wij er niet veel
genoegen van beleven.
Ik zou daarom wel in overweging willen geven den weg
op te gaan, die in de amendementen is aangegeven, en dan
zou ik wenschen mede te gaan met het amendement, dat de
verste strekking heeft, nl. om te heffen Dan zal de ge
meente, daarvan ben ik overtuigd op grond van de gegevens
uit andere gemeenten, op den duur daarbij wel varen.
De Voorzitter. De geachte spreker zal zelf hebben opge
merkt, dat hij, in plaats van algemeene beschouwingen te
houden, het woord heeft gevoerd over een van de artikelen.
Ik heb hem echter niet willen iriterrompeeren, want ik geloof
niet, dat er groote behoefte bestaat om algemeene beschou
wingen te voeren. In beginsel toch is reeds een besluit genomen,
en verlangt dus niemand meer algemeene beschouwingen te
voeren, dan zijn die hierbij gesloten en is aan de orde de
verordening, regelende de heffing van eene belasting voor het
gebruik van het lokaal voor groenteveilingen te Leiden.
Art. 1 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Beraadslaging over art. 2, luidende:
»De belasting bedraagt 2% van de bruto-opbrengst dei-
geveilde waren."
De heer Vergouwen. Een enkel woord, mijnheer de Voor
zitter, wensch ik wel te zeggen. Het zal misschien wat vreemd
lijken en de heer Sijtsma heeft dat reeds uitgedruktdat een
lid van de Commissie van Financiën een ander voorstel doet,
tenminste een wijziging geeft van het advies, dat door de
Commissie is uitgebracht. Toen de Commissie werd gevraagd
in dezen advies uit te brengen, lagen voor haar twee stelsels,
waarvan is gekozen het thans door Burg. en Weth. aange
bodene. Wat betreft hot. cijfer van 2°/0 dat was gebaseerd
op de gegevens, welke de Commissie toentertijd had, maar
uit hetgeen mij nader is gebleken, is er van de veilingen
meer te verwachten dan hetgeen bekend was tijdens dat de
beide stelsels aan onze beoordeeling werden onderworpen. Nu
heeft de Commissie geen gelegenheid gehad, door ongesteld
heid van den Voorzitter, dienaangaande nog een nadere be
spreking te hebbenen vandaar dat ik dit voorstel doe geheel
los van de Commissie en geheel persoonlijk.
Ik heb voorgesteld l°/0, om zoo dicht mogelijk bij de heffing
te Rotterdam te komen. Ik weet, dat het percentage in Rot
terdam is, maar ik weet ook, dat men het er daar op toe
legt om dezen handel tot zich te trekken; tenminste i°/0 is
aangenomenomdat men den toestand voor de markt zoo
gunstig mogelijk wilde maken, en althans nog iets te heffen
zou hebben. Mochten evenwel Burg. en Weth. meenen. dat
er met j-°/0 ook hier voldoende voordeel voor de gemeente
overblijft, dan zou ik met het amendement van den heer
Fockema Andreae kunnen meegaan, maar anders zou ik liever
blijven bij mijn voorstel om °/0 te heffen.
(De heer van Dissel is ter vergadering gekomen).
De Voorzitter. Indien op het oogenblik niemand het woord
verlangt, dan meen ik het volgende tot kenschetsing van
het standpunt van Burg. en Weth. te moeten zeggen.
Gelijk de heer Vergouwen heeft opgemerkt geldt ook voor
Burg. en Weth dat zij zich bij de berekening, die door hen
is voorgesteldhebben gebaseerd op het advies van den markt
meester. Daarbij hebben zij zich gesteld op het standpunt,
dat de omzet van deze markt het vorig jaar niet meer is
geweest dan ƒ19000.— a 20000. en hebben zij er niet op
gerekenddat die makt vooreerst zoo'n groote vlucht zal
nemen. Neemt men nu van dat bedrag 2 °/0, dan komt dit
op een opbrengst van 400.Maar daarbij moet niet worden
vergeten, dat tengevolge van deze regeling, de gemeente aan
liggeld van vaartuigen, die nu niet meer aan de markt komen,
maar aan het veilingslokaalmist een zeer belangrijke bate.
Door den marktmeester wordt dat bedrag aan liggelden be
rekend op ƒ400.— terwijl hij meent, dat een groot deel van
die vaartuigen zullen gaan naar het veilingslokaal, zoodat
de gemeente uit dien hoofde zeker een finantieele schade zou
lijden van omstreeks 200Dus kan niet worden gezegd,
dat die 400.welke tot de gemeente zouden komen een
voordeel zijn voor de gemeente, wat trouwens bij de exploi
tatie van een dergelijke inrichting ook niet mag volgens de
gemeentewet.
Maar wil men zich nu eenigszins spiegelen aan het voor
beeld van de gemeente Rotterdam, die, ofschoon zij van hare
veilingen nog geen ervaring heeft, toch reeds rekent op een
opbrengst van f 200000.— aan produkten, die aan de markt
zullen komen, dan komt men tot de volgende berekening:
dan zou men met een dergelijke verwachtig voor oogen mis
schien kunnen zeggen, dat men te Leiden kan rekenen op
een omzet van 50000,—. Rekent men nu, dat het gebouw
heeft gekost 2300, dan geeft dat aan rente en aflossing
berekend tegen 8 °/0, 184.—terwijl daarbij nog komt ƒ52.—
voor schoonhouden van het lokaal, dan zou dat dus te samen
zijn ongeveer 240.aan totale onkosten. Met dat cijfer
voor oogen zouden wij er toe kunnen komen, althans het
Dagelijksch Bestuur in zijn meerderheid, om mede te gaan