5
uit het archief worden haar ten gebruike afgestaan op een
bewijs van ontvangst, door haren Voorzitter af te geven.
A kt. 57.
Elke commissie dient zoo hare opdracht niet anders
luidt een schriftelijk verslag in. Voorzoover dit tot een
besluit aanleiding kan geven, eindigt het met eene bepaalde
conclusie.
Indien eene commissie dit verlangt kan zij haar verslag in
eene vergadering inbrengen en geheel of ten deele door haren
verslaggever doen voorlezen.
HOOFDSTUK VIII.
Van de af deeling en.
Art. 58 (Toevoegsel oud).
In de eerste vergadering der maand September van elk
jaar wordt de Raad in drie afdeelingen verdeeld.
In iedere afdeeling hebben zitting een Wethouder als Voor
zitter, een lid der Commissie van Fabricage, een lid der
Commissie van Financiën, allen door loting aan te wijzen.
De overige leden van den Raad worden bij loting over de
drie afdeelingen verdeeld.
Bij verhindering van den voorzittenden Wethouder wordt
deze vervangen door een anderen Wethouder.
De Burgemeester heeft toegang tot elke afdeeling.
Elke afdeeling en haar verslaggever wor den door den Secre
taris of door een beambte ter Secretarie bijgestaan.
A kt. 59.
In de afdeelingen worden onderzocht de jaarlijksche be
grooting en voorts alle onderwerpen ten aanzien waarvan
de Raad dit noodig acht.
Art. 60.
Elke afdeeling benoemt haren verslaggever.
De drie verslaggevers vergaderen na afloop der behandeling
in de afdeelingen onder leiding van den oudsten hunner,
benoemen uit hun midden oenen algemeenen verslaggever
en stellen het algemeene verslag vast.
Art. 61.
Dit wordt aan Burgemeester en Wethouders medegedeeld,
die er desverkiezende hunne opmerkingen of antwoorden
bijvoegen, en het zoo tenzij de zaak niet voor openbaar
heid bestemd is doen drukken, aan de leden doen toe
komen en algemeen verkrijgbaar stellen.
Art. 62.
De uitlegging van dit Reglement van orde verblijft bij
twijfel aan den Raad.
Voorstellen tot verandering van dit reglement mogen niet
anders dan schriftelijk worden gedaan. Zij worden niet in
behandeling genomen dan wanneer zij van ten minste drie
leden uitgaan.
N°. 11. Leiden, 16 Januari 1904.
In overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na
ingewonnen bericht van het Hoofd der school, hebben wij
de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden
voor de benoeming van een onderwijzer, bevoegd tot het geven
van onderwijs in de Fransche taal, aan de Jongensschool 2e
klasse, ter vervulling van de vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer P. Lem
1°. F. A. SCHILTHUIZEN, onderwijzer met verplichte hoofd-
acte aan de openbare school der Be klasse n°. 4;
2°. H. P. F. LATERVEER, onderwijzer met verplichte hoofd-
acte aan de openbare school der 3e klasse n°. 5;
3°. P. J. VAN RAVESTEIJN, onderwijzer te Heerde.
Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U thans tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Grof.n Zoon.