154 DONDERDAG 2S
der reclames, zouden deze dikwijls meer tot haar recht komen
en grondiger worden nagegaan.
In die drie opzichten zou zulk een ambtenaar goede diensten
kunnen bewijzen. Wij hebben zooeven bij de discussie over
de verhooging van den gasprijs vernomen, dat het zoo uiterst
moeilijk is gegevens te krijgen voor het heffen van een
gemeentelijke inkomstenbelasting en het daarom veel meer
aanbeveling verdiende een Rijksinkomstenbelasting te hebben.
Waar gij, M. d. V., zelf hebt erkend, dat het verkrijgen van
juiste aangiften voor een inkomstenbelasting zoo uiterst
moeilijk is, geloof ik dat een controleur in Arnhem en
Zaandam is een dergelijk persoon reeds aangesteld in deze
uitstekende diensten zou kunnen bewijzen en wij in de toekomst
zouden blijken een maatregel te hebben genomen in het belang
van de gemeentefinanciën, indien wij een dergelijken titularis
benoemden. Ik weet beslist, dat er aangiften worden ingeleverd,
die een controleur beter in staat is na te gaan dan een
commissie. Mijn grief tegen de bestaande regeling is, dat de
commissie voor de belastingen in het geheim werkt, waardoor
bij het belastingbetalend publiek wantrouwen wordt gewekt
en de belasting zelve impopulair wordt gemaakt.
Ik zie in de benoeming van een controleur der gemeente
belastingen een panacée voor alle finantieele kwalen.
De Voorzitter. De heer Witmans heeft deze zaak reeds
meer ter sprake gebracht, maar steeds hebben Burg. en Weth.
geen termen gevonden om op zijn voorstel in te gaan. Heel
juist staat mij de taak van zulk een controleur niet voor
oogen; de aanstelling van zulk een controleur zou mij alleen
dan doeltreffend voorkomen, als hij belast werd met het
onderzoek van reclames. En nu vergeet de heer Witmans,
dat wij een reclame-commissie hebben uit de ingezetenen.
Toch ben ik niet zoo bepaald afkeerig van het idee, indien
uit de ondervinding elders blijkt, dat er meer juiste opgaven
door komen. De heer Witmans beroept zich op Arnhem en
Zaandam. Maar in deze laatste plaats is dit stelsel eerst 3
maanden geleden in werking getreden. Van Arnhem zouden
inlichtingen ingewonnen kunnen worden en als daaruit blijkt,
dat de Controle er belangrijk door verbeterd is, zouden wij
te zijner tijd het voorstel tot aanstelling van een controleur
kunnen doen. Wij zullen dus de zaak nader overwegen.
De heer Witmans. M. d. V. Ik ben zeer verheugd, dat ik
zoover gevorderd ben, dat de tegenwoordige Voorzitter van
den Raad mij voor een deel steunt. Ik zou wel willen aan
raden juist in het bijzonder den blik te wenden naar Zaandam.
Daar toch bestaat het stelsel niet drie maanden, maar reeds
een jaar of vier. De tegenwoordige titularis is een maand of
drie geleden aangesteld, daar de eerste titularis agent van
de rijksverzekeringsbank is geworden.
De heer Pera. M. d. Y. De vraag rijst bij mij, of de heer
Witmans in deze zaak een beter inzicht kan hebben dan
anderen. Dat is mogelijk, doch ik zie, in aanmerking genomen
de middelen, welke Burg. en Weth. hier ten dienste staan
om zich op de hoogte te stellen, in het voorstel tot aanstelling
van een controleur niet anders dan het scheppen van een
baantje.
De heer Witmans. Het is volstrekt niet mijn bedoeling
Leiden met een baantje op te schepen. Laat ik nog dit mogen
zeggen. Heden morgen sprak ik een hooggeplaatst rijks
ambtenaar over dit onderwerp en deze gaf mij volmondig
toe, dat door het niet bestaan van een controleur, aan de
administratieve ketting een schakel ontbreekt.
De beraadslaging wordt gesloten. Volgnrs 9398 worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgr. 99, luidende: Belooning van de
inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mits
gaders van de veldwachters, f 59688.
De heer Witmans. Ook mijn vraag bij dit volgnummer is
niet juist in het verslag weergegeven. Ik heb niet gevraagd
politieagenten, die het bewijs leveren bijzonder belangstelling
te toonen voor hunne betrekking, buiten de periodieke op
klimming te bevorderen, maar de strekking van mijn vraag
was, of er bij vacatures in de eerste plaats op dergelijke per
sonen, die tevens de noodige bekwaamheden bezitten, zal wor
den gelet.
De Voorzitter. Ik kan den heer Witmans mededeelen, dat
het antwoord van het hoofd der politie luidde, dat bij bevor
dering zoowel op anciënniteit en ijver als op ontwikkeling wordt
gelet, maar dat niet in het algemeen aan een dier drie factoren
de voorrang wordt gegeven. Dat is èn billijk èn in het belang
van den dienst.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgn. 99 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
OCTOBER 4903.
Volgnrs 100—403 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Volgn. 404 wordt verhoogd met f 450.
voor het aanschaffen van een nieuw rijwiel ten behoeve van
de politie.
Aldus gewijzigd, wordt volgnr. 104 zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnrs 405109 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Volgnr. 110 wordt dus nu niet verhoogd.
Volgnr. 110 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 411, luidende: Kosten der schut
terij. f 6229.—."
De Voorzitter. Hierbij komt ook aan de orde de begrooting
der dienstdoende schutterij.
De heer de Goeje. M. de V. In de sectie is door mij tot
Burg. en Weth. het verzoek gericht, of het niet mogelijk
was, dat zij het initiatief namen om te trachten ons van
dezen post te verlossen. Er wordt dikwijls gezegd, dat het
Rijk de groote gemeenten moet te hulp komen en in deze
zou het Rijk dat kunnen door eenvoudig te verklaren, dat
alle schutterij rustend zou kunnen worden. In dat geval zou
onze gemeente-begrooting terstond met een flinke som worden
ontlast.
Als Burg. en Weth. het initiatief nemen voor een verzoek
aan het Rijk, zullen andere gemeenten dat wel steunen.
De Voorzitter. Ik meen, dat het niet aangaat de schut
terij rustend te maken, voordat de landweerwet volledig tot uit
voering komt. Zoolang dat niet is geschied, kunnen wij er
niet aan denken de schutterij op te heffen. Deze wordt gelei
delijk met één compagnie ongeveer per jaar ingekrompen,
en zal zoodoende over 4 jaar verdwenen zijn. Ook meen ik
dat als men de tegenwoordige dienstdoende schutterij gaat
degradeeren tot rustende, het met de rust niet goed zou gaan.
Burg. en Weth. kunnen dus niet het initiatief nemen tot wat
U voorstelt.
De beraadslaging wordt gesloten.
De begrooting der schutterij wordt voorloopig vastgesteld
en volgnr. 111 zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgnrs 112—444 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr 415, luidende: i>Kosten van het
slachthuis en van keuring van slachtvee en vleeseh." ƒ26575.
De heer A. J. van Hoeken J.J.zn. Tot mijn leedwezen
blijven Burg. en Weth. volharden bij het antwoord, dat zij
verleden jaar bij de begrooting hebben gegeven, namelijk
dat het niet wenschelijk en mogelijk is een zekere recapitu
latie van cijfers te geven, in hoeverre de leening, die indertijd
is gesloten, van invloed is op de exploitatie van het Openbaar
Slachthuis.
Ik heb in de sectiën deze zaak besproken en tot mijn ver
wondering heb ik gezien, dat de door mij genoemde cijfers niet
in het verslag zijn opgenomen. Ik wil nu kortheidshalve
constateeren dat de gemeente dit jaar op de exploitatie van
het Openbaar Slachthuis 4200.a 4300.— zal toeleggen,
terwijl bij de oprichting is beweerd, dat die inrichting aan
de gemeente niets zou kosten, aangezien de uitgaven door de
consumenten zouden worden betaald.
Ik wilde alleen op dat bedrag de aandacht van Burg. en
Weth. vestigen en een waarschuwende stem doen hooren,
dat men het daarheen zal moeten leiden, dat het Openbaar
Slachthuis zichzelf bedruipt met inbegrip van rente en aflos
sing van het kapitaal.
De Voorzitter. Ik wil alleen opmerkendat de mindere
opbrengst van het Slachthuis hieruit voortspruit, dat de huur
van de koelcellen veel lager en de koelperiode veel langer is
dan in andere gemeenten. Wellicht zal mettertijd een en
ander leiden tot het indienen van een voorstel om de koel
periode te verkorten en de huur der cellen te verhoogen, en
dan zal ook gebeuren wat de heer van Hoeken wenscht,
namelijk dat het abattoir uitkomt en misschien wel eenige
winst oplevert.
De heer A. J. van Hoeken J.J.zn. Ik heb van U, M. d. V
op mijn eerste vraag geen antwoord ontvangen. Nu zeggen
Burg. en Weth. wel, dat het niet aangaat een explicatie van
de cijfers te geven, omdat het betreft het heffen van een
belasting, daartegen wensch ik op te merken dal, wanneer
ik het formaat van de concept-begrooting naga en dat van
die met Memorie van Toelichting, juist in deze de plaats er
voor aangewezen is, waar de toelichting op verschillende