DONDERDAG 29 OCTOBER 1903. 157 weest, bij suppletoire hegrooting mogen worden aangevraagd. Maar dan zie ik nog niet in, waarom de post viermaal zoo hoog is uitgetrokken als vroeger. Er zijn enkele artikelen in de verordening gebracht, die geld zullen kosten, maar daarom behoeft dat nog niet op 25000.te worden gesteld. Ik begrijp niet welk bezwaar er tegen kan zijn deze f 25000.— van de begrooting af te voeren en later het meerdere, wat noodig is, bij suppletoire begrooting aan te vragen. Ik doe ten minste het voorstel. De Voorzitter Ik hoop, dat de Raad dit voorstel zal af wijzen. Het zou een zeer onverstandige politiek zijn. Als men uitgaven voor zeker kan houdenmoeten Burg. en Weth. die begrooten. Blijkt het, dat de som te hoog geraamd is, dan wordt het bedrag later verminderd. Maar welke houding zou het geven nu alles te schrappen en dan later te komen met eene suppletoire begrooting? Ik ontraad den Raad dus ten sterkste met dit voorstel mede te gaan. De heer Juta. Met het oog op de openbare aanbesteding, die zal moeten plaats hebben, stel ik de vraag, of het wel ge- wenscht is hierover nu te discussieeren. Overigens ben ik van meening, dat er in ieder geval een bedrag op de begrooting moet staan, anders is het geen be grooting. ongecorrigeerd De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer van Hoeken wordt in stem ming gebracht en met algemeene stemmen, op die van de heeren A. J. en P. J. van Hoeken na, verworpen. Volgn. 433 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnrs. 134—135 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Bij volgn. 136 komt in behandeling de be grooting van de Bank van Leening. Deze post moet met f 350.— worden verminderd, aangezien gebleken is, dat de uitgaven van de Bank van Leening f 350.minder hebben bedragen dan uitgetrokken is Volgnr. 136 alsmede de begrooting van de Bank van Leening worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnr. 137 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgnr. 138 wordt verhoogd met 1420. n.l. 1050 370.-. Volgnr. 138, aldus gewijzigd, wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Volgnr. 139 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgnr. 140 wordt verhoogd met 90.—. Het aldus gewijzigde volgnr. 140 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnr. 141 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgnr. 142 wordt verhoogd met ƒ400.— Volgnr. 142, aldus gewijzigd, wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Volgnrs. 143—153 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgnr. 154 wordt verhoogd met ƒ879. Aldus gewijzigd, wordt volgnr. 154 zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Volgnr. '155 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgnr. 156 wordt verhoogd met 71. De heer Fockema Andreas. Er schijnt over de kleine wijzi ging, die in den rooster van lesuren van het gymnasium is gebracht, een misverstand te bestaan, zooals ik opmaak uit de vraag, die in de sectiën is gedaan en uit het antwoord, daarop door Burg. en Weth. gegeven. Ik wensch daarom eene kleine toelichting te geven. Er is geenerlei verandering gebracht in het leerplan, maar er is alleen geschied, wat zoo menigmaal voor een nieuwen cursus plaats heeft, namelijk de rooster van lesuren is gewijzigd: er zijn enkele lesuren vervallen en daarvoor zijn andere in de plaats gesteld. Ik zal aan de vergadering mededeelen waarom die verschikking is aangebracht. In de eerste plaats moet ik opmerken, dat in art. 5 van de geldende verordening staat: »Het onderwijs wordt,buiten de vacantiën en behalve op Zon- en feestdagen, dagelijks gegeven, en wel gedurende zes uren of zooveel korter als jaarlijks op den rooster der lessen zal worden aangewezen", en in art '19 dierzelfde verordening, dat het opmaken van den rooster van lesuren is opgedragen aan den rector behou dens goedkeuring door de curatoren. Nu werd er vroeger les gegeven op alle werkdagen 's morgens en verder alle namid dagen behalve Woensdag- en Zaterdagnamiddag. Onder het Ministerie Goeman Borgesius echter is verzocht, in overleg met andere inrichtingen van onderwijs, enkele uren vrij te laten voor catechisatie Dat heeft er toe geleid, dat de Dins dagnamiddag werd vrij gemaakt voor dat godsdienstonderwijs. Er werd toen dus alleen Maandag-, Donderdag- en Vrijdag namiddag les gegeven. Ten gevolge van die verschikking was een rooster opgemaakt, die de aandacht van curatoren trok en bij dezen in zooverre afkeuring vond, dat de morgen schooluren op een verschillenden tijd aanvingen en eindigden. Nu meende het curatorium, dat vooral voor jonge menschen een geregeld leven uit een hygiënisch oogpunt van het hoogste gewicht is en achtte het daarom wenschelijk de schooltijden des morgens steeds op hetzelfde uur te doen aanvangen en eindigen. Met die uren, waarop de lessen aanvangen, zoo redeneerde het curatoriumhangen nauw samen de uren van opstaanvan ontbijtenvan koffiedrinken, enz., kortom de geheele wijze van leven wordt daardoor eenigermate bepaald. Dat oordeel van het curatorium werd aan den rector mede gedeeld, die daarmede geheel bleek in te stemmen en toe zegde te zullen nagaanof aan dat bezwaar ware tegemoet te komen. Eenige verschikking in den rooster was nu natuurlijk onvermijdelijk en de rector meende, dat het de beste oplos sing was om niet alleen Dinsdag-, maar ook Vrijdagnamiddag vrij te maken en dan alle dagen de schooluren te doen aan vangen te half negen. Dat is de eenvoudige verschuiving, die in den rooster heeft plaats gegrepen. Menig jaar worden er wijzigingen in dien rooster gebracht en Burg. en Weth. behoeven daarin niet te worden gekendmogen er zelfs niet in worden gekend. Aan dat College wordt slechts kermis gegeven van iedere verandering, en dit is dit jaar zoo goed en op dezelfde wijze geschied als andere jaren. Als Burg. en Weth. in hun ant woord zeggen, dat zij er geen kennis van gekregen hebben, is dit eene vergissing. In de laatste dagen van Juni of in het begin van Juli wordt de rooster gewoonlijk opgemaakt; aan den Burgemeester en aan den Secretaris der gemeente wordt dan een exemplaar toegezonden, terwijl een vijftal exemplaren ter secretarie worden nedergelegd. Ook dit jaar heeft dat plaats gehadDe kleine verschikking in den rooster heeft ditmaal de aandacht der leden van den Raad getrokken, omdat de pers er over heeft geschrevenmaar zij is van geene bijzondere beteekenis. De Voorzitter. Ik dank den heer Fockema Andre® voor zijn mededeeling. De beraadslaging wordt gesloten. Het gewijzigde volgnr. 156 wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Volgnr. 157 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgnr. 158 wordt verhoogd met ƒ190. Volgnr. 158, aldus gewijzigd, wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Volgnr. 159 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Volgn. 160 wordt verhoogd met 350. Het aldus gewijzigde volgnr. 160 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnrs. 161165 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 166, luidende: y>Subsidiën aan schouwburgen of muziekkorpsen, f 5300. De heer Pera. M. d. V. Ik verzoek u punt a van het voor stel van Burg. en Weth. betreffende dit volgnummer in stemming te willen brengen. De heer van der Lip. M. d. V. Met een enkel woord wil ik gaarne mijn stem over de schouwburgkwestie motiveeren. Ik zal stemmen vóór dezen post, hoowel ik geen voorstander ben van deze subsidie en dan ook niet medegewerkt zou hebben tot het in 1898 genomen besluit; ik meen echter dat de gemeenteraad verplicht is zich aan het eenmaal genomen besluit te houden en zelfs bij intrekking van het subsidie gevaar loopt tot het verleenen er van te worden veroordeeld bij rechterlijk vonnis. Deze quaestie is zeer afgezaagd, ik zal er dan ook niet over uitweiden, de argumenten pro en contra zijn voldoende bekend. Ik meen te kunnen volstaan met te verklaren, dat ik mij schaar aan de zijde van hen, die inder tijd beweerd hebben, dat de gemeente niet op eigen gezag mag terugkomen op een eenmaal toegezegd subsidie. Ik wil er alleen op wijzen, dat wij in dit jaar eenige jurisprudentie gekregen hebben. In April van dit jaar heeft de rechtbank te Zwolle de gemeente Zwollerkerspel veroordeeld het aan het waterschap Mastenbroek toegekende en door de gemeente

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 11