138 DONDERDAG 22 OCTOBER 1ÜU3. wijzer aan een openbare school ontslag vroeg, dat werd verleend zonder daarbij iels verder te vermelden. Nu hebben wij weder twee aanvragen om eervol ontslag, deze en die in het volgende punt, waarbij wordt voorgesteld aan mej. Tiemeijer het ontslag te verleenen »onder dankbetuiging voor de aan de gemeente bewezen diensten". Nu heb ik vroeger gemeend het is, meen ik, geweest bij het verleenen van ontslag aan de heeren van Wijk en van Oeveren, dat wanneer dat geschiedde, de reden daarvan lag in het aantal dienstjaren. Maar het geval is hier, dat mej. Obermann 40 dienstjaren heeft en mej. Tiemeijer 34, waarom ik zou wenschen te vragen welk motief heeft gegolden om voor te stellen aan mej. Obermann eervol ontslag te verleenen zonder, en aan mej. Tiemeijer met die bijzondere tirade daarbij De VoORziTTER. ik kan den heer Witmans antwoorden, dat er een zeer verklaarbare oorzaak is voor deze schijnbare tegen strijdigheid. Wanneer Burg. en Weth. een dergelijk verzoek ontvangen, stellen zij dat eerst in handen van de betrokken Commissie, en nu heeft de Commissie van toezicht op het lager onderwijs geadviseerd het ontslag eenvoudig eervol te verleenen, terwijl de Commissie voor de bewaarscholen uitdrukkelijk aan haar advies heeft toegevoegd, het ontslag te verleenen onder dankbetuiging voor de vele goede diensten, aan de gemeente bewezen. Indien wij dus dat niet in ons advies hadden opge nomen zou het den schijn kunnen geven, alsof wij het in dezen met de Commissie niet eens waren, waarom die bijzon dere vermelding mede is opgenomen. Maar ten aanzien van Mej. Obermann was dienaangaande in het advies der Commissie niets bijzonders vermeld, zoodat in het eervol ontslag zonder meer voor haar niets krenkends kan zijn gelegen. Bovendien is het regel het ontslag aldus te geven. De heer Witmans. Dank U, mijnheer de Voorzitter. De beraadslaging wordt gesloten. Het eervol ontslag wordt zonder hoofdelijke stemming ver leend. III. Verzoek van Mej. E. M. Tiemeijer om eervol ontslag als hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool aan de Oude Vest. (Zie Ing St. nn. 314). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming eervol ontslag verleendonder dankbetuiging voor de vele goede diensten, door haar in het bewaarschoolorulerwijs aan de ge meente bewezen. IV. Herstemming over het amendement van den heer van der Lip om aan W. A. van Lith de helft terug te betalen van de door hem betaalde premiën voor de verzekering tegen ongevallen van bij den bouw van de school aan de Paul- Krügerstraat werkzaam geweest zijnde werklieden, over welk amendement in de raadszitting van 8 October j.l. de stem men hebben gestaakt. De uitslag van de stemming is, dat het amendement wordt aangenomen met 15 tegen 12 stemmen. Voor stemmen de heerenHasselbach, van Hamel, A. J. van Hoeken J.Jz., Witmans, Vergouwen, van der Lip, Paul, van Tol, P. J. van Hoeken, van Dissel, Pera, P. J. Mulder, A. Mulder, Bosch en Sijtsma Tegen stemmen de heeren: de Goeje, Eerstens, van Lidth de Jeude, Verhey van Wijk, van der Eist, le Poole, Bots, Driessen, de Vries, Korevaar, Fockema Andrea: en Kaiser. V. Verzoek van het Bestuur van het Leidsehe Geheelont houders Zangkoor om het gebruik van het zanglokaal der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen voor het houden van zangrepetities. (Zie Ing. St. n°. 304). De Voorzitter. Ik zou willen verzoeken in de voordracht te elimineeren de woorden: y>des Dinsdagsavonds van 8± tot iO uurterwijl overigens de voordracht dezelfde blijft en zulks omdat het meer wenschelijk is, in dezen de aanwij zing van de uren over te laten aan Burg. en Weth. in ver band met andere aanvragen. Met deze wijziging stel ik voor, dat de Raad zich met de conclusie van de voordracht vereenige. Aldus wordt op het verzoek zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt overeenkomstig het advies van Burg. en Weth. VI. Verzoek van het Bestuur van het Leidsehe Studenten- Scherm- en Gymnastiekgezelschap«Arena Studiosorum" om het gebruik van het Gymnastieklokaal op de Pieterskerkgracht gedurende zes maanden van het jaar. (Zie Ing. St. n°. 312). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VII. Verzoek van den heer W. Draaijer, leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor jongens, om eenige lessen te mogen geven aan een instituut te Voorschoten. (Zie Ing. St. n°. 301). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VIII. Voorstel tot onderhandsche verhuring van de boven woning van het perceel Nieuwsteeg 10. (Zie Ing. St. n". 303). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. IX. Verzoek van Gebrs. Palm om het huisje genaamd »de Turfbel", aan de Paardensteeg, te mogen huren. (Zie Ing. St. n°. 311). De Voorzitter Met het oog op nadere overwegingen nemen Burg. en Weth. vooralsnog deze voordracht terug, en komt dit punt in deze vergadering niet in behandeling. X. Verzoek van het Bestuur der Leidsehe Wielrijdersvereeni- ging «All Right" om opheffing van het verbod om in de Watersteeg een rijwiel te berijden. (Zie Ing. St. n°. 305). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming afwijzend op beschikt. XI. Verzoek van P. Kraay Noort te Katwijk a/Zee om de kleine Vischmarkt aan de Voldersgracht te overkappen. (Zie Ing. St. n°. 300). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming afwijzend op beschikt. XII. Verzoek van het Bestuur der vereeniging: «Het boter- controlestation in Zuid-Holland" om toekenning van eene sub sidie benevens het kosteloos gebruik van gas. (Zie Ing. St n. 313). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming afwijzend op beschikt. XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de vergrooting van de school 2e klasse voor jongens en meisjes. (Zie Ing. St. n°. 302 en 316). De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Ik zou gaarne vernemen, M. d. V of het voorstel van de Commissie van Financiën door Burg. en Weth. wordt overgenomen? De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft er hare gedachten over laten gaan om voor te stellenwat ook wel ten opzichte van andere kleine bouwwerken is geschied, om tot eeri spoediger aflossing te komen, zonder dat vast te knoopen aan eventueel te sluiten leeningen. Maar wij zijn tot de conclusie gekomendat groote bezwaren bestaan tegen de over korten tijd verdeelde aflossingen. Vooreerst zou daardoor de begrooting onnoodig gedrukt worden. En waarom ook, vraag ik mij af, zou men ten deze de zaak anders regelen, dan elders in gelijke omstandigheden heeft plaats gehad? Het wil mij voorkomen, dat er geen dringende rede nen bestaan voor een snellere wijze van aflossen. Immers het staat nog niet eens vast in welke mate het Rijk zal bij- dragen tot den bouw. Mocht dit zijn naar den maatstaf, die gegolden heeft voor de uitbreiding van de kweekschool, dan zullen wij eene subsidie van 50 pCt. kunnen verwachten, anders 25 pCt. Bij de bestaande onzekerheid echter hoe groot die subsidie zal wezenof die in eens of over eenige jaren verdeeld, zal toegestaan worden, achten wij het eenvoudiger om deze zaak te rangschikken onder die waarvoor geleend mag worden. Dit zijn de argumenten waarom Burg. en Weth. eene andere wijze van behandelen in overweging gaven. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. d. V. Aanvankelijk was de commissie van voornemen deze uitgaaf voor te stellen uit den post «onvoorziene uitgaven". Wetende dat deze post reeds eenmaal met een zeker bedrag is verhoogd geworden met het oog op de nog te betalen ongevallenpremie zou er, indien er nu nog eens '1200. werd afgenomen, niet veel meer overschieten. Bovendien geldt het hier een onvoorziene zaak die feitelijk uit het «onvoorziene" zou moeten worden gevonden. Opdat deze uitgaaf nu niet op één jaar zou drukken en het ook niet aangaat voor dergelijke zaakeene kleine verbouwing te leenen en deze volgens de gewone wijze van aflossing op 50 a 60 jaren te stellen, heeft de commissie gemeend dit te kunnen ondervangen op de door haar voorgestelde wijze. Het bezwaar dat U doet geldendat het niet vast staat of er 50 dan wel 25 pCt. terugbetaald zal worden, geldt wel de afwikkeling van de zaak, maar niet het beginsel. In het eene geval zal er 5 jaren lang 120.— in het andere f 180. op de begrooting worden gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 2