GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 131 IN6EKOHEN STUKKEN. N°. 310 Leiden, 15 October 1903. Wij hebben de eer U, ingevolge het bepaalde bij het le lid van art. 30 der Wet van 17 Augustus 1878 (Staatsbl. N°. 127) »tot regeling van het Lager Onderwijs", mede te deelen, dat wij ons genoopt hebben gezien den onderwijzer aan de openbare school 2e klasse voor Jongens en Meisjes, W. Broekhuizen, op voorstel van den Arrondissements-Schoolopziener, met ingang van 16 October a.s. voor den tijd van 14 dagen in zijne be trekking te schorsen. De ter zake betrekking hebbende stukken, waarin de gronden waarom wij meenden tot het opleggen dezer strafte moeten over gaan, nader zijn toegelicht, liggen in de Leeskamer ter inzage. Krachtens het bepaalde bij het 3e lid van bovengenoemd artikel, kan de schorsing binnen den tijd waarvoor zij is uitge sproken, door den Gemeenteraad worden opgeheven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 311. Leiden, 16 October 1903. Tegen inwilliging van het hiernevensgaand verzoek van Gebrs. Palm om het huisje in de Paardensteeg, genaamd »de Turfbel", in huur te mogen bekomen tegen een huurprijs van f 50.— 'sjaars, bestaat bij ons college zoo min als bij de commissie van fabricage bezwaar, mits daarin geen ander soort zaak worde gedreven dan nader in de bijlage van het verzoek is aangeduid en het ook niet voor eenig ander doel worde gebezigd. Ook deelen wij de meening dier commissie, dat met het oog op de geringe huursom zoowel de kosten van inrichting als die van gewoon onderhoud en kleine herstellingen geheel zullen moeten komen ten laste van de huurders. Mitsdien geven wij U in overweging het huisje in de Paardensteeg, genaamd »de Turfbel", met ingang van 1 No vember a.s. voor den tijd van één jaar te verhuren aan Gebrs. Palm alhier, tegen betalingeener huursom van f 50.— 'sjaars, onder voorwaarde dat in het perceel geen ander soort zaak worde gedreven dan nader in de bijlage tot het verzoek is aangeduid en het ook niet tot eenig ander doel worde ge bezigd; dat zoowel de inrichtingskosten als die van het ge wone onderhoud en van kleine herstellingen geheel voor rekening van de huurder s komendat de inrichting en het onderhoud geschieden onder toezicht en ten genoegen van Burg. en Weth., en eindelijk onder de gewone voorwaarden, aan de verhuring van gemeente-eigendommen verbonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Ondergeteekenden, Gebr. Palm alhier, geven met verschul- digden eerbied te kennen, hun beleefd verzoek, ter bekoming of in huur te mogen gebruiken, het doelloos staande gebouwtje, van ouds bekend onder den naam van vTurfbel", gelegen Paardesteeg aan het Galgewatér nabij de Blauwpoortsbrug te mogen exploiteeren tot winkeltje, met een jaarlijksche vergoe ding van vijftig guldenzegge 50.tevens toestemming tot verfraaiing van het gebouwtje zonder schending van het be staande. Hiertoe besluitende, dat er dan in 't vervolg geen tafeltje of kraampje van anderen toegelaten worden voor het bewuste pand, zooals tot op heden geschiedde met Kermis of andere feestelijkheden. Nadere beschrijving onzer beweegreden zijn hier bijgevoegd, ter inzage. Ons vleiende dat spoedig uw toestemming moge volgen, Uw onderdanige Dienaar Leiden, 27 Augustus 1903. Gebr. Pai,m. N°. 312. Leiden, 16 October 1903. Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van het Bestuur van het gezelschap Arena Studiosorum" bestaat geenerlei bezwaar. Het is echter billijkdat wanneer slechts gedurende de helft van het jaar (de wintermaanden) van de zaal wordt gebruik gemaakt ook de tót dusver voor het gebruik betaalde som van 20.'s jaars per wekelijksch uur tot de helft worde teruggebracht. Mitsdien geven wij U in overweging het gymnastieklocaal aan de Pieterskerkgracht van af 1 Januari 1904slechts gedurende de wintermaanden (15 October15 April) aan het gezelschap Arena ten gebruike af te staan, tegen betaling van f 10. 'sjaars per wekelijksch uur en overigens onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennenhet Bestuur van het Leidsch Studenten-Scherm- en Gymnastiek-Gezelschap «Arena Studiosorum": dat het besloten heeft voor 't vervolg de oefenings-avonden te houden van 15 October tot 15 April iederen Dinsdag- en Donderdagavond van tien uur tot half twaalf: Reden waarom genoemd Bestuur zich tot Uwe Vergadering wendt, met het beleefd verzoek het Gymnastieklokaal op de Pieterskerkgracht te mogen huren na 31 December 1903, als zijnde de tijd dat de hunr ophoudt, alleen voor dien tijd van zes maanden, en niet meerzooals voorheenvoor een vol jaar. Hetwelk doende: Het Bestuur der Leidsche Studenten-Scherm- en Gymnastiek-vereeniging y>Arena Studiosorum" Namens het Bestuur: Ch. A. Götte, Leiden, 8 October 1903. h.t. ab-actis. N°. 313. Leiden, 16 October 1903. Bij de beslissing omtrent het hierbij overgelegd verzoek om subsidie van het Bestuur der vereeniging «het Botercontrole- station in Zuid-Holland" behoort o. i. in de eerste plaats te worden gevraagd of daarbij een zuiver gemeentelijk belang op het spel staat. Dit nu komt ons voor niet het geval te zijn. Immers dat de vereeniging hoogst nuttig is en dat de door haar gevestigde inrichting van groote waarde is voor de zuivelindustrie in het algemeen, behoeft voor ieder die nader met hare werkzaamheden bekend is, geen nadere toelichting. Hare organisatie is zoo, dat met volkomen zekerheid kan worden ingestaan voor de zuiverheid van de boter, welke onder controle van het station wordt verkocht. Naast het onmiddellijk belang van de bij het station aangeslotenen, wordt dus zeker ook dat der zuivelindustrie, d. i. een algemeen Rijksbelang, door de vereeniging gediend. En daar het meerendeel der aange slotenen niet in Leiden, maar in de omgeving dier stad wónen, kan in zekeren zin ook een provinciaal belang geacht worden aanwezig te zijn Dat echter een speciaal plaatselijk belang bij de werkzaamheid dezer vereeniging zou betrokken zijn, kunnen wij niet inzien, tenzij dat belang moest voortvloeien uit het gevestigd zijn van het station te Leiden. Maar ook dit is o. i. niet aan te toonen. Bovendien verlieze men niet uit het oog dat door de gemeente Leiden jaarlijks reeds een niet onbelangrijke som voor de keuring van eet-en drinkwaren in eigen kring wordt beschikbaar gesteld. Hoezeer dus ook met het streven der vereeniging sympa- thiseerende en volkomen verklaarbaar achtende dat dat streven van Rijkswege allen mogelijken steun zal genieten, kunnen wij toch geen vrijheid vinden U tot de toekenning der ge vraagde stedelijke subsidie te adviseeren. Mitsdien geven wij U in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren. Het Bestuur der bij Koninklijk Besluit dd. 27 Sept. 1901 N°. 27 als rechtspersoon erkende Vereeniging «het Boter- contróle-station in Zuid-Holland'., dat te Leiden zijn labora torium heeft gevestigd Middenstraat 23heeft bij deze de eer, zich tot uw College te wenden met 't eerbiedig verzoekaan de Vereeniging voornoemd wel te willen verleenen eene jaarlijksche subsidie van tweehonderd guldenbenevens het kosteloos gebruik van gas ten behoeve van gemeld laboratorium. Adressant vindt aanleiding tot dat verzoek in het volgende: De Vereeniging stelt zich blijkens Art. 1 der hierbijgaande Statuten ten doel: «den afnemers en consumenten van boter «een afdoenden waarborg te verstrekken voor de echtheid «der door hen aangekochte boter." Het botercontröle-stationdat door haar wordt geëxploiteerd, beoogt dus den botergebruiker te verleenen de door ieder zoozeer geappreciëerde afdoende garantie van echtheid, op de wijze als in de Statuten omschrevend. w. z. door het boteronderzoek te combineeren met 't onderzoek der grond stoffen van de genomen monsters, en met eene permanente en onverwachte inspectiedienst op de aangesloten bedrijven. Het station verkrijgt daardoor tevens eene reeks van ge gevens, die zoowel uit wetenschappelijk als uit commercieel oogpunt groote waarde hebben. Zij ontleenen die waarde: 1° aan de vermeerdering onzer kennis omtrent de schei kundige samenstelling van het artikel «boter", wat vooral van belang is met 'toog op het onderdrukken van verval- schingen; s. 2° aan bevordering van de kennis onzer onvervalschte boters bij den buitenlandschen scheikundige, wat van betee- kenis is te achten voor den boter-export. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 1