DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1903. 117 Zitting van I>onder<lag 24 September 1903. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van een lid der Commissie van Financiën. 2° Benoeming van twee ambtenaren van den Burgerlijken Stand (aftredend de Heeren P. J. Mulder en J. P. J. Driessen). 3° Benoeming van twee leden van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting. 4° Benoeming van twee leden der Commissie voor het Stede lijk Museum. (272) 5° Benoeming van twee curatoren van het Gymnasium. (2G5) 6° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdacte aan de school der 3e klasse n°. 5. (262) 7° Benoeming van eene onderwijzeres met verplichte hoofd acte aan de Meisjesschool 2e klasse. (269) 8° Voorstel tot verhooging van volgnummer 74 der begroo ting voor den loopenden dienst: Kosten voor het onder houden en schoonhouden van het gebouw of vertrek bestemd voor de vergaderingen van den Raad, van Burg. en Weth. en voor de Secretarie der gemeente. (263) 9° Voorstel tot verhooging van volgnummer 129 der be grooting voor den loopenden dienst»Overige kosten van Fabricage. (264) 10° Verzoek van J. H. C. Parmentier om vergunning tot het bouwen van een houten gebouwtje op het terrein aan het Schelpenpad, kadastraal bekend onder Sectie M, n°. 413, gemeente Leiden. (268) 11° Verzoek van W. Raadzen om vergunning tot het dempen van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, vóór de perceelen nis '12 en '14 en tot het plaatsen van een hek langs het gedempte gedeelte der sloot. (261) 12° Verzoek van het Bestuur der Leidsche Vereeniging tot bescherming van dieren om toekenning van eene subsidie in de kosten van eene op 3 October a.s. te houden keuring van trekhonden. (266). 13° Verzoek van de afdeeling Leiden van den Bond van Neder- landsche onderwijzers om in de verordening van 11 Januari 1894 de bepaling op te nemen dat aan een onderwijzer of onderwijzeres het onderwijs van ten hoogste 40 kinderen kan worden opgedragen. (274) 14° Verzoek van het Bestuur der vereeniging van brug wachters der gemeente Leiden, onder de zinspreuk«Ver betering zij ons streven" om verhooging der jaarwedden van de brugwachters. (271) 15° Verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot bevordering der opleiding tot instrumentmaker om verhooging van de verleende subsidie. (275). 16° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de ver grooting van het wachtlokaal der politieagenten 3e klasse, in het Raadhuis. (273). 17° Voorstel tot oprichting van een Kori-oven op het terrein van het Openbaar Slachthuis en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (270) Tegenwoordig zijn 26 leden, als de heeren: van der Eist, Sijtsma, Kerstens, Verhey van Wijk, Witmans, Kaiser, Hassel- bach, Driessen, van der Lip, Bots, Timp, van Tol, de Vries, Juta, van Hamel, Pera, A. J. van Hoeken J.Jzn., P. J. Mulder, A. Mulder, Vergouwen, Meuleman, Aalberse, Korevaar, Fockema Andreae, P. J. van Hoeken en Bosch, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heerenLe Poole en van Lidth de Jeude wegens uitstedigheid, Paul wegens verhindering, de Goeje en van Dissel. De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 1 September worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van Mr. H. L Drucker, houdende mededeeling, dat hij de benoeming tot Commissaris der Stadsbank van leening aanneemt. 2°. Missive van den heer J. J. Hasselbach, houdende mede deeling, dat hij de benoeming tot lid der Commissie van Fabri cage aanneemt. 3°. Missive van den heer A. J. van Hoeken J.Jzn., houdende mededeeling dat hij de benoeming tot Voorzitter van de Com missie van Financiën aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. 4°. Missive van den heer W. F. Verhey van Wijk, houdende mededeeling dat hij de benoeming tot lid der Commissie van Financiën niet wenscht aan te nemen. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 10 September 1903. Naar aanleiding van uwe kennisgeving van 2 dezer No. 16/196 heb ik de eer U mede te deelen, dat ik de op mij uitgebrachte benoeming tot lid der Commissie van Financiën om verschil lende redenen niet wensch aan te nemende mij bij voorbaat gezonden sleutel der portefeuille voor te onderzoeken stukken sluit ik hierbij in. Verhey van Wijk. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 5°. Missive van den Inspecteur van het Middelbaar Onder wijs, houdende mededeeling, dat er alle aanleiding bestaat om aan Mej. E. M. A. van Beek, leerares in het handteekenen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, de verhooging van wedde toe te kennen, waarop zij aanspraak kan doen gelden. Wordt vordt voor kennisgeving aangenomen. 6°. Missive van den Kolonel-Commandant van het 4e regi ment Infanterie, houdende dankbetuiging voor de beschikbaar stelling van een lokaal in het Caecilia-Gasthuis ten behoeve van het muziekcorps van zijn onderhebbend Regiment. Dit stuk luidt als volgt: Legerplaats bij Laren, 8 September 1903. Ik heb de eer, UEdelachtbare beleefd te verzoeken, aan den Raad der gemeente Leiden wel mijn dank te willen over brengen voor het besluit door dat college in haar vergadering van 20 Augustus j.l. genomen, waarbij ten behoeve van het muziekkorps een zaal in het Caecilia Gasthuis ter beschikking wordt gesteld, en waarvan ik mededeeling ontving bij Uwe missive van den 21 Augustus d. a. v. No. 879 N. M. Voor uwe in deze betoonde welwillendheid bied ik U mede mijn beleefden dank aan. De Kolonel-Commandant v. h. 4e Regiment Infanterie Jhr. v. d. Wijck. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 7°. Beschikking van Ged. Staten op de bezwaarschriften van A. Lafeber en C. van Ast tegen hunnen aanslag in de Plaatse lijke directe belasting, dienst 1902. 8°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende mededeeling dat het raadsbesluit, waarbij Dr. J. M. Ruys is benoemd tot leeraar in de Natuurl. Historie aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en aan de beide laagste klassen van het Gymnasium en hem eene personeele toelage is verleend, wordt goedgekeurd. 9°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van de goedge keurde raadsbesluiten tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1903, voor de verhooging van den post«Tijdelijke geld- leening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld" en voor de kosten van den wederopbouw van het perceel Breêstraat n°. 94 en de daarmede gepaard gaande verbouwing van een gedeelte van het Raadhuis. 10°. Missive van de Holl. Electrische Spoorwegmaatschappij, houdende mededeeling, dat zij de haar verleende rentegarantie van 4% 'sjaars over een kapitaal van 100000.voor den aanleg en de exploitatie van een net van tramwegen aanneemt onder de gestelde voorwaarden, maar dat zij bezwaar blijft maken tegen het opnemen van het dorp Hoogmade in het spoor wegnet. Worden voor kennisgeving aangenomen. 11°. Voorstel van de heeren: Mr. A. van der Eist, K. Sijtsma, en A. I. Witmans Mz., in zake de regeling van de jaarwedden der brugwachters. De Voorzitter. Dit stuk is gedrukt aan de leden rond gedeeld, en ik zal voorstellen het te behandelen bij punt 14 van de agenda, in de onderstelling, dat het is een amende ment op het voorstel van Burg. en Weth. Ik meen het als een amendement te mogen aanmerken, omdat de voorstellers medegaan met de voordracht van Burg. en Weth., waar deze voorstellen de brugwachters niet te doen deelen in een ver vroegd pensioen; zij wenschen alleen den brugwachters een hoogere bezoldiging te geven, terwijl door Burg. en Weth. wordt voorgesteld ook dit deel van het verzoek af te wijzen. Het voorstel der drie heeren is dus een amendement op het eerste deel van de voordracht van Burg. en Weth., die strekt om afwijzend te beschikken op het verzoek van de brug wachters om hooger bezoldiging te ontvangenterwijl het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 1