DONDERDAG 20 AUGUSTUS 1903.
105
Zitting van Donderdag 20 Augustus 1903.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde
leden van den Gemeenteraad.
2° Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op
het Middelbaar Onderwijs. (228)
3° Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdacte
aan de school der 2e klasse voor jongens en meisjes. (242)
4° Benoeming van een derde onderwijzeres in de handwerken
aan de school der 3e klasse n°. 5, ('241)
5° Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 3e
klasse n°. 3. (243)
G° Benoeming van een onderwijzer aan de school der 4e klasse
n°. 2. (244)
7° Benoeming van een leeraar in de Natuurlijke Historie aan
de Hoogere Burgerschool voor jongens en aan de beide
laagste klassen van het Gymnasium. (245 en 246)
8° Verzoek van Mej. B. Alter geb. de Jong om continuatie
in de betrekking van Stads-vroedvrouw. (233)
9° Voorstel tot continuatie van H. H. Breuning als tijdelijk
leeraar in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burger
school voor jongens. (236)
10° Voorstel tot continuatie van Mej. J. Oort als tijdelijk
leerares in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burger
school voor meisjes. (236)
41° Suppletoire staat van begrooting en staat van af-en over
schrijving, beide dienst 1902, van het Roomsch-Katholiek
Armbestuur. (232)
12° Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en over
schrijving, beide dienst 1902, van het Roomsch-Katholiek
Wees- en Oudeliedenhuis. (232)
13° Verzoek van de firma M. Langezaal Zn. om kwijtschel
ding van opgelegde boete wegens te late oplevering van
twee urinoiromkastingen. (229)
14° Voorstel tot beschikbaarstelling van de groote zaal van
het zoogenaamde cholera-hospitaal voor de oefeningen van
het muziekkorps van het 4e Regiment Infanterie. (235)
15° Verzoek van M. van Blankenstein om wijziging van het
tarief voor het keuren van paardenvleesch. (238)
16° Verzoek van Regenten van de Roomsch-Katholieke Armen
en van het Wees- en Oudeliedenhuis om toekenning van
een subsidie in de kosten van verbouwing van het onder
hun beheer staand gesticht. (237)
17° Voorstel tot bestendiging van de aan de Hollandsche Elec-
trische spoorwegmaatschappij bij besluit van 4 October 1900
toegekende rentegarantie, na wijziging en aanvulling van
de daaraan verbonden voorwaarden. (239)
18° Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1902 op dat
van 1903 van de niet verwerkte gelden voor den bouw
van het Openbaar Slachthuis, het Sanatorium Rhijngeest,
de school aan de Kriigerstraat en de brug met dam over
de Zoeterwoudsche Singelgracht en tot voldoening uit den
post: «Onvoorziene Uitgaven" op de begrooting van 1903
van in 1902 onbetaald gebleven vorderingen. (227 en 234)
19° Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
over 1902. (230 en 240).
Tegenwoordig zijn 22 leden, als de heeren: van Lidth de
Jeude, van der Lip, Kerstens, de Goeje, A. J. van Hoeken J.Jzm,
de Vries, J. P. Driessen, Witmans, Bosch, A. Mulder, van Tol,
Timp, P. J. van Hoeken, van Dissel, Juta, Korevaar, Paul,
Pera, Aalberse, Bots, P. J. Mulder en Sijtsma, alsmede de
Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Kroon, Drucker, Verhey van Wijk,
Hasselbach, Kaiser en van Hamel wegens uitstedigheid, L.
Driessen wegens ongesteldheid, Fockema Andreae en de Lange.
De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 23 Juli worden gelezen en goedgekeurd.
(De heer Sijtsma komt ter vergadering).
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Missive van de Kamer van Koophandel en Fabrieken,
houdende mededeeling dat de heer P. L. C. Driessen zijn ont
slag heeft ingediend als lid en Voorzitter dier Kamer.
2°. Missive van C. J. van Pijpen, met ingang van 1 Augustus j.l.
eervol ontslagen stadstorenwachter, houdende dankbetuiging
voor de gunstige beschikking, door den Gemeenteraad ten zijnen
opzichte genomen.
3°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurd raadsbesluit tot den aankoop van het perceel aan de
Paardensteeg n°. 13/15.
4°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurd raadsbesluit tot wijziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1903, voor de kosten van den aankoop van het perceel
aan de Paardensteeg n°. 13/15.
5°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurd raadsbesluit tot wijziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1903, voor de uitkeering van het aan de vereeniging
«Centraal Bureau voor Sociale Adviezen" toegekend subsidie
ad f 100.—-.
6°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van de goedge
keurde raadsbesluiten tot het doen van af- en overschrijving
op de begrooting, dienst 1903, voor de verhooging van de
posten: «Rente van tijdelijk ter voorziening in kasgeld opge
nomen gelden", en «Kosten van de Middelbare Scholen,
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers" voor de waarne
ming der lessen van de Directrice der Hoogere Burgerschool
voor meisjes, gedurende het haar toegekend verlof.
1°. Dispositie van Ged. Staten, ten geleide van het goedge
keurd raadsbesluit tot wijziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1903, voor de kosten, voortvloeiende uit de uitvoering
der Woningwet.
8°. Missive van Mej. C. Ligtenberg, houdende mededeeling,
dat zij de benoeming tot leerares in de Nederl. taal aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes voor den tijd van een jaar
aanneemt.
9°. Missive van Mej. J. H. A. Linden, houdende mededeeling,
dat zij de benoeming tot leerares in het teekenen aan de
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen en de
Meisjesschool 2e klasse aanneemt.
10°. Missive van den Inspecteur van het Middelbaar Onder
wijs, houdende mededeeling, dat bij hem geen bezwaar bestaat
tegen de toekenning van verhooging van jaarwedde aan den
leeraar der Hoogere Burgerschool voor jongens, Dr. J. W. Lem.
Worden voor kennisgeving aangenomen,
li». Missive van den heer P. L. C. Driessen, luidende aldus:
Leiden, 3 Aug. 1903.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren!
Eerstdaags vervalt mijn mandaat als lid van den Gemeente
raad en veroorlooft de staat mijner gezondheid mij niet Uwe
eerstvolgende vergadering bij te wonen.
Als lid van de Commissie van Financiën zou ik gaarne nog
deel genomen hebben aan het onderzoek der gemeenterekening
over 1902; mijn geneeskundige raadt mij echter de meeste
voorzichtigheid aan en mij daarvan liever te onthouden.
Is het mij dus niet veroorloofd U persoonlijk te ontmoeten,
zoo zij het mij bij deze vergund afscheid van U te nemen
Leidens ingezetenen te bedanken voor het gedurende eene
reeks van 48 jaren van hen genotene vertrouwen, U, geachte
Voorzitter, Heeren Wethouders, medeleden van den Raad en
Uwen Secretaris mijnen dank te betuigen voor de steeds van
U allen ondervondene welwillendheid en bewijzen van vriend
schap en ten slotte mijne beste wenschen uit te spreken voor
den bloei en de welvaart van de Gemeente Leiden.
Met hoogachting heb ik de eer te zijn
Uw dienstw. Dr.
P. L. C. Driessen.
12°. Missive van den heer Mr. H. L. Drucker, luidende aldus
13 Augustus 1903.
Mijne Heeren
Voornemens de maand Augustus buitenslands door te brengen,
zal ik de in deze maand te houden vergaderingen van den
Raad niet kunnen bijwonen. Nu mij dus de gelegenheid ont
breekt, persoonlijk afscheid te nemen, wensch ik schriftelijk
mijn erkentelijkheid te betuigen voor de welwillendheid en
vriendschap, die ik, gedurende mijn twaalfjarig lidmaatschap,
van de leden Uwer Vergadering, van hare achtereenvolgende
Voorzitters en van den Secretaris heb mogen ondervinden.
Mede daardoor zal mijn lidmaatschap vele aangename herin
neringen bij mij achterlaten.
Hartelijk hoop ik, dat de gemeente Leiden steeds in bloei
en voorspoed moge toenemen.
Met de meeste achting
Uw dw.
H. L. Drucker.