DONDERDAG
23 APRIL 1903.
53
Ik heb straks reeds gezegd, dat wij hier te doen hebben met
een verordening van zuiver practischen aard, waaromtrent
zelfs zij, die zich hier als practici uitgeven, geen practici zijn,
omdat men hier nog geen ondervinding heeft opgedaan.
Daarom dan ook is te rade gegaan met de in andere gemeenten
opgedane ervaring.
Ten opzichte van de grief dat de raadsleden geen voldoenden
tijd hebben gehad ter bestudeering der verordening, merk ik
op, dat deze verschillende commissies heeft doorloopen, en dat
daardoor reeds 11 leden van den Raad al eerder van deze
verordening kennis hebben kunnen nemen. Het laatste ar
gument van den heer Bosch, namelijk dat eventueele wijzi
ging zooveel tijd zou vorderen, is ook niet juist. Gelijk de
heer Fockema Andrese terecht heeft opgemerkt, is zulk een
wijziging wel in een veertien dagen tot stand te brengen.
En waar nu urgentie met het oog op de finantiëele belangen
der gemeente groot is, zou ik wenschen dat de verordening
nu behandeld wordt.
De heer Bosch. M. de V. Ik wensch de volgende motie
voor te stellen:
De Raad,
lettende op de uitgebreidheid der verordening op het gebruik
van het openbaar slachthuis en op den weinigen tijd, voor het
onderzoek gegeven
besluit de behandeling van deze verordening lot de volgende
vergadering uit te stellen.
Ik wensch er alleen mijn spijt over uit te drukken, dat
de heer Fockema Andrea1 uit hetgeen ik gezegd heb, schijnt
gedistilleerd te hebben als zou het mijn streven zijn een
voor-raadsvergadering te doen plaats hebben door de gemeente
naren. Dat is geheel iets anders dan dat men aan de belang
hebbenden, wier belangen zoozeer bij deze verordening be
trokken zijn, wier kosten zooveel zullen worden vermeerderd,
wier bedrijf er zoozeer door zal worden belemmerd, de gelegen
heid geeft hun bezwaren in te brengen. Had ik in de toe
lichting gelezen, dat behalve de Commissie voor de keuring,
de directeur van het Openbaar Slachthuis, de commissie voor
de strafverordeningen en de gezondheidscommissie, ook gehoord
was een commissie uit de slagers, dan zou ik veel gemakke
lijker tegenover deze verordening staan. Maar wanneer twee
siagersvereenigingen, die hier bestaan en twee derde van
de slagers bevatten, niet worden gehoord, dan sta ik tegenover
deze verordening eenigszins bevooroordeeld. Het moet aan
genomen kunnen worden dat de bedoeling is zooveel mogelijk
rekening te houden met de belangen van hen, die door de
invoering van deze verordening aanzienlijke schade lijden.
Maar waar mij nu bij lezing van art. 51 en 53 blijkt, dat
er groote bezwaren aan deze verordening verbonden zijn,
wensch ik daarover eerst te hooren degenen, die als deskun
digen daarover het best kunnen oordeelen.
De Voorzitter. Wat U opmerkt aangaande het hooren van
ingezetenen, strijdt tegen de beginselen van het bestaande
staats- en gemeenterecht De raadsleden worden geacht te
vertegenwoordigen de belangen van de gansche burgerij. Waar
nu de raadsleden uit hun midden commissies benoemen, zijn
deze als aangewezen om desnoodig de belangen van de ver
schillende takken van bedrijf te onderzoeken en te behartigen.
En waar nu deze concept-verordening vier commissies is gepas
seerd, geloof ik dat volkomen aan de eischen eener grondige
behandeling is voldaan. Het door U voorgestane beginsel moet
ik alzoo bestrijden, als niet passende in het kader van ons
gemeenterecht.
De beraadslaging wordt gesloten.
De motie van den heer Bosch wordt in stemming gebracht
en met 16 tegen 11 stemmen verworpen.
Tegen hebben gestemd de heeren: Sijtsma, Witmans, van
Lidth de Jeude, Fockema Andreas, Aalberse, Korevaar, van
Hamel, Juta, Hasselbach, Kaiser, de Goeje, de Vries, van
Dissel, van der Lip, Paul en Verhey van Wijk.
Voor hebben gestemd de heeren Bosch, de Lange, P. J. Mul
der, A. J. van Hoeken J.Jzn., Pera, P. J. van Hoeken, J. P.
Driessen, Kerstens, Bots, Timp en van Tol.
Art. 1 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over art. 2 luidende:
»De zorg voor de orde en veiligheid op het Openbaar Slacht
huis, de handhaving dezer verordening en het opsporen van
overtredingen daarvan wordt, behalve aan de ambtenaren der
gemeente-politie, opgedragen aan den directeur, den keurings
veearts, tevens adjunct-directeurde keurmeesters-opzichters
en den portier van het Openbaar Slachthuis."
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. d. V. In dit artikel
wordt aan den portier opgedragen toezicht te houden en over
tredingen te constateeren. Dat zal hij dan moeten kunnen
doen op ambtseed. En nu is in een vorige verordening beslist,
dat de portier niet beëedigd zal worden; hoe moet dat nu?
De Voorzitter. Inderdaad is vroeger besloten, dat de portier
als zoodanig niet zal worden beëedigd. Maar Burg. en Weth.
hebben in die leemte voorzien door den portier tevens een
aanstelling als onbezoldigd veldwachter te doen uitreiken. Deze
kan dus overtredingen constateeren als veldwachter.
De beraadslaging wordt gesloten en het artikel zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over art. 3, luidende:
»Het Openbaar Slachthuis is, behalve op Zondag, den Goeden
Vrijdag, den 2en Paaschdag, den Hemelvaartsdag, den 2en
Pinksterdag, de Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag, geopend:
a. tot het aanvoeren en ten onderzoek aanbieden van vee
dagelijks:
van 1 April tot 1 October van des morgens 6 uur tot des
namiddags 1 uur en van des namiddags 3 tot 6f uur;
van '1 October tot 1 April van des morgens 7 tot des na
middags 1 uur en des namiddags van 3 tot 6| uur;
b. tot het slachten van vee op Maandag, Dinsdag, Woensdag
en Donderdag
van 1 April tot 1 October van 6 uur des morgens tot
1 uur des namiddags en des namiddags van 3 tot 7 uur;
van 1 October tot 1 April van 7 uur des morgens tot 1 uur
des namiddags en van des namiddags 3 tot 7 uur;
op Vrijdag:
van 1 April tot 1 October van 6 uur des morgens tot 2 uur
des namiddags en van des namiddags 3 tot 8 uur;
van 1 October tot 1 April van 7 uur des morgens tot 2 uur
des namiddags en van des namiddags 3 tot uur;
op Zaterdag:
van 1 April tot 1 October van 6 uur des morgens totl uur
des namiddags
van 1 October tot 1 April van 7 uur des morgens tot 1 uur
des namiddags;
bovendien gedurende ten hoogste 2 uren nadat de Sabbath
is geëindigd en op Israëlietische feestdagen, niet vallende op
een der dagen in den aanhef van dit artikel genoemd, ge
durende ten hoogste 2 uren, nadat de feestdag geëindigd is,
ten behoeve van Israëlietische vleeschverkoopers, die door
den Opperrabbijn van het ressort 'sGravenhage gemachtigd
zijn naar lsraëiietischen ritus te slachten en van die be
voegdheid den Directeur kennis gegeven hebben.
c. tot hel afhalen van vleesch uit de slachthallen
dagelijks van 1 April tot 1 October van 6 tot 9 uur des
morgens;
van 1 October tot 1 April van 7 tot 9 uur des morgens;
bovendien op de uren van den dag, genoemd in artikel 53,
waarop gedurende de koelperiode het koelhuis is geopend.
d. tot het verrichten van noodslachtingen:
ten allen tijde; gedurende de uren, waarop het voor het
slachten van vee gesloten is, echter slechts dan, wanneer
door den belanghebbende een uur vooraf aan den portier kennis
gegeven is.
e. tot andere doeleinden:
op door den Directeur te bepalen tijden."
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik heb zoo juist tegen de motie
van den heer Bosch gestemd, omdat ik, ofschoon ook ik geen ver
stand van de slagerij heb, reeds in de gelegenheid was met
eenige slagers over deze verordening te spreken. En die heb
ben mij medegedeeld dat het in art. 3 bepaalde hen in hun
bedrijf zal belemmeren.
Des Zaterdags namelijk zal het slachthuis nooit langer ge
opend zijn dan tot 1 uur des namiddags, en nu hebben slagers
mij verzekerddat zij het des Zaterdagsmorgens zeer druk
hebben, zoodat het voor hen van groot belang zou zijn dat
het slachthuis Zaterdagsmiddags geopend was.
De heer Witmans. M. d. V. De heer Sijtsma heeft mij het
gras voor de voeten weggemaaid. Ik had dezelfde opmerking
willen maken als hij. Het zal in de praktijk blijken, dat de
slagers na Vrijdagmiddag niet eerder weer kunnen slachten
dan Maandagmorgen. Zaterdagochtend zijn zij druk bezet en
Zaterdagmiddag is er geen gelegenheid. Ook komt het menig
maal voor, dat er Zaterdagmorgen bestellingen inkomen, waar
voor Zaterdagmiddag nog moet worden geslacht. Ook ik zou
daarom wel willen voorstellen het slachthuis ook Zaterdags
middags open te stellen.
De heer Bosch. M. d. V. Ik refereer mij, wat den Zaterdag
betreft, aan de beide vorige sprekers.
Wat den aanhef van het artikel betreft, merk ik op, dat
deze in strijd is met het in de verordening betreffende den
invoer, doorvoer en vervoer van vee bepaalde. In die veror
dening is voor het gevaldat er drie feestdagen achtereen
komen, een uitzondering gemaakt. Deze uitzonderingsclausule
zou ik ook hier opgenomen wenschen te zien.
4