DONDERDAG 23 APRIL 1903.
47
Zitting van donderdag 23 April 1903.
Geopend des namiddags te 2 uur.
Voorzitter: de heer Mr. N DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Verzoek van Mevrouw E. S. B. Dingemans geb. Stemberg
Bosch om ontslag als lid van het College van Vrouwen-
Kraam moeders. (106)
2°. Verzoek van Prof. Dr. I. F. O. S. Veit om ontslag als
stads-vroed meester. (108)
3°. Benoeming van een lid van het College van Regenten van
het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (112)
4°. Benoeming van een lid van het College van Vrouwen-
Kraammoeders. (107)
5°. Verzoek van P. J. Oosthoek om vrijstelling van de betaling
van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (115)
6°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1902, van het
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (111)
7°. Voorstel tot onderhandsche verhuring van het benedenhuis
van het perceel Nieuwsteeg '10. (105)
8°. Verzoek van J. Botermans om goedkeuring van een straten
plan voor zijn terrein aan den Zoeterwoudschen Singel,
kadastraal bekend onder Sectie B N°. 1381, gemeente
Leiden. (113)
9°. Verzoek van J. Warmenhoven om vergunning tot demping
van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk vóór
het perceel n°. 8. (102)
10°. Verzoek van I. J. Lolkes de Beer om vergunning tot dem
ping van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk voor
de perceelen, kadastraal bekend onder sectie M nó. 2046,
gemeente Leiden. (103)
11°. Verzoek van J. Roem om vergunning tot demping van
het gedeelte sloot langs zijn perceel, Zoeterwoudsche Singel
7 en tot het plaatsen van een hek op het midden der
gedempte sloot. (104)
12°. Verzoek van J. G. J. Brands om vergunning tot demping
en rioleering van het gedeelte sloot langs den Hoogen
Rijndijk vóór het perceel, kadastraal bekend onder Sectie
M. n°. 1847, gemeente Leiden. (116)
13°. Verzoek van J. Botermans om vergunning tot demping
en rioleering van het gedeelte sloot langs den Zoeter
woudschen Singel vóór het perceel, kadastraal bekend
onder Sectie M. no. 1381, gemeente Leiden. (117)
14°. Voorstel in zake het geven van andere namen aan de
straten op Vreewijk. (114)
15°. Voorstel tot aankoop van het perceel Breestraat 94 en tot
vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (119)
16°. Voorstel tot aankoop van de perceelen aan de Langegracht
nis 110, 112 en 112a en tot vaststelling van den des
betreffenden begrootingsstaat (120)
17°. Vaststelling der verordening, regelende de herkeuring van
afgekeurd vee en vleesch. (110)
18°. Vaststelling van de "verordening, regelende het gebruik
van het openbaar Slachthuis. (118)
19°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de Plaatselijke directe
belasting, dienst 1902. (109)
Tegenwoordig zijn 27 leden, als de heerenKaiser, de Goeje,
de Vries, van Dissel, J. P. Driessen, Kerstens, Bots, Timp,
van Tol, van der Lip, Paul, Verhey van Wijk, Sijtsma, Wit-
mans, Bosch, de Lange, P. J. Mulder, A. J. van Hoeken J.Jzn.,
Pera, van Lidth de Jeude, Fockema Andreae, Aalberse, Kore-
vaar, van Hamel, Juta, Hasselbach, P J. van Hoeken, alsmede
de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Drucker en Kroon wegens uitstedig-
heidL. Driessen wegens verhindering en A. Mulder.
De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 2 April worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Missive van Dr. E. A. O. Was, houdende mededeeling
van het overlijden van zijn broeder Mr. F. Was, in leven oud-
Burgemeester van Leiden.
Deze missive luidt als volgt:
Leiden, den 7den April 1903.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
De ondergeteekende vervult den treurigen plicht IJ kennis
te geven van het overlijden van zijn broeder, Mr. Franpois
Was, Oud-Burgemeester der Gemeente Leiden.
Met gevoelens van hoogachting heeft hij de eer te zijn
Uw dienstw. Dienaar
E. A. O. Was.
De Voorzitter. Het Dagelijksch Bestuur heeft gemeend te
handelen in den geest van den Raad door dezen brief met
een brief van rouwbeklag te beantwoorden. Daarop is een
brief gevolgd waarbij daarvoor dank wordt betuigd.
Deze brief luidt als volgt:
Leiden, 9 April 1903.
Aan het College van Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
De ondergeteekende voelt zich gedrongen, Uw college, ook
namens zijne zusters, hartelijk dank te zeggen voor de hulde
aan zijn overleden broeder bewezen.
Met gevoelens van hoogachting heeft hij de eer te zijn
Uw dienstw. Dienaar
E. A. O. Was.
De Voorzitter. 'Waar ik reeds op een andere plaats inde
gelegenheid was om namens den Raad en de gemeente deel
neming ten aanzien van dit sterfgeval te beluigen, meen ik
mij ten opzichte van dezen brief hier aan het toen gesprokene
te kunnen gedragen, en stel daarom voor deze brieven voor
kennisgeving aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
3°. Missive van Mr. H. L. Drucker, houdende mededeeling
dat hij de benoeming tot lid der commissie van beheer over
Endegeest en Rhijngeest aanneemt.
4°. Missive van Prof. Dr. F. H. A. Schreinemakers, houdende
mededeeling, dat hij de benoeming tot lid der commissie voor
de Gemeente- apotheek aanneemt.
5°. Missive van J. van Dam, houdende mededeeling dat hij
de benoeming tot lid van het Bestuur der vereeniging »de
Practische Ambachtsschool", aanneemt.
6°. Missive van H. S. Keuls, houdende mededeeling dat hij
de benoeming tot lid van het college van regenten van de
Roomsch-'Kath. Armen en het Wees- en Oudeliedenhuis aan
neemt.
7°. Missive van Mej. M. K. van Wijk, houdende dankbetui
ging voor de benoeming tot onderwijzeres met verplichte hoofd-
acte aan de school der 3e klasse n°. 3.
8°. Missive van H. D. Fritsma, houdende mededeeling dat
hij de benoeming tot onderwijzer aan de school 4e klasse n°. 1
aanneemt.
9°. Missive van H. de Blouw, houdende mededeeling dat hij
de benoeming tot onderwijzer met verplichte hoofdacte aan de
school der 3e klasse n°. 1 aanneemt.
10°. Missive van H. Lautenbach, houdende mededeeling dat
hij de benoeming tot onderwijzer met verplichte hoofdacte aan
de school 4e klasse n°. 2 aanneemt.
lln. Missive van H. Oberman, houdende mededeeling dat
hij de benoeming tot leeraar aan de Kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen aanneemt.
12°. Üntvangstbericht van Ged. Staten van de verordening
tot intrekking der verordening van den 5en April 1894 (Ge
meenteblad n°. 2).
13°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot wijziging van de gemeentebegrooting,
dienst 1903, voor de verhooging van den post: «Tijdelijke geld-
leening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld" met ƒ100000.
14°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurd raadsbesluit tot verhuring aan het Rijk van het lokaal
bij de Hoogi. Kerk aan de Nieuwstraat, kadastraal bekend,
sectie I n°. 1803 en tot verkoop aan de Gemeente-Commissie
van het Nederd. Herv. Kerkgenootschap van de perceelen aan
de Hoogl. Kerk, kadastraal bekend onder sectie 1 n°. 1803,
208, 209, 210 en 213.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Rekening, dienst 1902, van de Stads-bank van leening.
2°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1902, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis.
Worden gesteld in handen van de commissie van Financiën.
3°. Begrooting, dienst 4904, van de Gezondheidscommissie
te Leiden.
Zal worden behandeld bij de gemeentebegrooting voor 1904.