GO DONDERDAG 14 MEI 1903. 4°. Verzoek van B. L. Grupstra, om goedkeuring van een stratenplan voor zijn terrein aan de Üosterstraatsectie K n°. 1090. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 5°. Staat van af- en overschrijving en supplet. staat van begrooting, dienst 1902, van de Stedelijke Werkinrichting. 6°. Rekeningen, dienst 1902, van het krankzinnigengesticht Endegeest, de Stedelijke Gasfabriek en de Vereeniging tot be vordering van den bouw van werkmanswoningen. Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 7n. Verzoek van P. H. de Gooyer om eervol ontslag als on derwijzer aan de Openbare School 4e klasse n°. 2. 8°. Verzoeken van O. A. Kres, J. Rijstenbil en H. Suermondt om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°. dat met ingang van 1 Mei j.l. pensioen is verleend aan den eervol ontslagen agent van politie A. Groene wegen, ad 422.— en aan den eervol ontslagen portier der Stedelijke Gasfabriek H. Kray, ten bedrage van ƒ239.-- 'sjaars. 2°. dat aan den eervol ontslagen onderwijzer J. Noest een pen sioen ten laste van den Staat is toegekend van ƒ634.— 'sjaars. 3°. dat een bedrag van ƒ20000.— is opgenomen bij de Rij n- landscbe Bankvereeniging, ter voorziening in de behoefte aan kasgeld. 4°. dat, ingevolge Raadsbesluit van 4 Juni 1863, volgens den rooster, de Commissie van Onderzoek bij de Schutterij dit jaar zal zijn samengesteld uit de leden C. J. van Tol en A. J. van Hoeken J.Jzn. en dat al de overige raadsleden, mede ingevolge dat Raadsbesluit, als plaatsvervangers zijn aangewezen. De Commissie zal zitting houden in de eerste helft der maand Juli des voormiddags. De Voorzitter. Voordat wij tot de behandeling van de agenda, en derhalve tot het doen der benoemingen overgaan, wensch ik mede te deelen, dat bij mij is ingekomen een ver zoek om vooraf eene vergadering met gesloten deuren te houden. Ik verander dus thans de openbare vergadering in eene vergadering met gesloten deuren. De openbare vergadering wordt hervat. Aan de orde is: I. Benoeming van leden en plaatsvervangende leden in het stembureau ter verkiezing van leden voor de Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrijven. De Voorzitter. Mag ik den heeren de Lange, Eerstens en Timp verzoeken met mij het stembureau te willen uitmaken De uitslag der stemming is, dat met algemeene (24) stem men worden benoemd: Tot Voorzitter: de heer H. C. Juta. Tot leden, de heeren: Mr. J. C. van der Lip en J. A. Bots. Tot plaatsvervangend Voorzitter: de heer J. A. van Hamel. Tot plaatsvervangende leden, de heeren: W. F. Verhey van Wijk en G. P. Timp. II. Benoeming van een onderwijzer-plaatsvervangend Hoofd aan de Jongensschool 2e klasse. (Zie Ing. St. n°. 133). Benoemd wordt met 14 stemmen de heer W. J. Jong. De heer Verbrugge verkreeg 10 stemmen. III. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse n°. 3. (Zie Ing. St. n°. 132). Benoemd wordt met algemeene (24) stemmen de heer P. C. G. A. Wijkmans. IV. Benoeming van eene eerste en van eene tweede onder wijzeres in de handwerken aan de school in de Paul Krügerstraat. (Zie Ing. St. n°. 134). Benoemd wordt als eerste onderwijzeres Mej. M. Tillema met 17 stemmen; Mej. Klikee verkreeg 4 stemmen, terwijl 3 briefjes van onwaarde zijn. Benoemd wordt als tweede onderwijzeres Mej. P. Fles met algemeene (24) stemmen. V. Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de hand werken aan de school in de Heerenstraat. (Zie Ing. St. n°. 131). De uitslag der stemming is dat worden uitgebracht: üp Mej. Aghina 12 stemmen, op Mej. Krieger 9 stemmen, op Mej. Horree 3 stemmen. Daar niemand alzoo de volstrekte meerderheid heeft ver kregen, wordt tot eene tweede vrije stemming overgegaan. De uitslag daarvan is, dat worden uitgebracht: üp Mej. Aghina 12 stemmen, op Mej. Krieger 9 stemmen en op Mej. Horree 3 stemmen. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt overgegaan tot eene stemming tusschen de twee per sonen, die de meeste stemmen op zich hebben vereenigd De uitslag dezer stemming is, dat wordt benoemd Mej. A M. E. Aghina met 15 stemmen; Mej. Krieger verkreeg 9 stemmen. (De heer Fockema Andrem verlaat de vergadering). De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne welwillende medewerking. VI. Verzoek van J. M. OBreen om vrijstelling van de be taling van schoolgeld, Hooger en Middelbaar Onderwijs en terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°, 124). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VII. Verzoek van Mevr. de Wed. Dr. D. Doyer om terug betaling en vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Mid delbaar Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 125). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VIII. Verzoek van S. P. Barnhoorn om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n° 129.) Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming afwijzend op beschikt. IX. Verzoek van J. W. Mügge om terugbetaling van school geld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 130). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. X. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1902, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. n°. 128). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XI. Verzoek van de Wed. de Goede geb. Dieben om goed keuring van een stratenplan voor het terrein aan den Heeren singel, kadastraal bekend Sectie K nis. 450 —453. (Zie Ing. St. n°. 135). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XII. Verzoek van A. Kooien, E. Schippers, 11. J. Slewe en Mej. C. Laman om vergunning tot het dempen en rioleeren van de sloot langs den Maresingel, gelegen vóór de perceelen kad. bekend Sectie K. nis. 787792. (Zie Ing. St. n°. 137). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XIII. Verzoek van W. C. Mulder om vergunning tot het dempen en rioleeren van het gedeelte sloot vóór het perceel aan den Zoeterwoudschen Singel, kad. bekend Sectie M, No. 770. (Zie Ing. St. No. 138.) De heer Paul. Ik zou de vraag wenschen te doen, mijn heer de Voorzitter, of met de tweede voorwaarde ook is bedoeld de sloot uit te baggeren, indien dat noodig is? Er staat nu»dat het gedeelte sloot worde ontdaan van bodem en drijfvuil en daarna"enz. Is de bedoeling, dat ook, zoo noodig, uitbaggering plaats heeft, dan zou ik in over weging geven deze redactie; »dat het gedeelte sloot worde ontdaan van vuil en worde uitgebaggerd en daarna"enz. Ik denk dat het toch wel de bedoeling is ook de sloot te doen uitbaggeren. De heer Korevaar. De bedoeling is dat wanneer er in de sloot bagger ligt ook deze zal worden verwijderd evenals ander bodemvuil; maar de wijze waarop dat zal geschieden is hierin niet nader aangegeven. Wil nu de heer Paul een nadere omschrijving wat betreft het baggerendan moet die ook worden gegeven voor het geval er steenen of puin in de sloot liggen. De redactie is altijd zoo geweest en heeft in de toepassing nooit eenige moeilijkheid gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 14