21
19 Februari 1.1., ter vervanging van het Bestuurslid W. F.
van der Heyden, het volgende dubbeltal is opgemaakt:
I». J. VAN DAM.
20. A. VAN 'T RIET.
De Raad wordt beleefd uitgenoodigd uit dit dubbeltal eene
keuze, te doen.
Het Bestuur der Vereeniging
y)de Practische Ambachtsschool"
W. Kok, Voorzitter.
G. van Driel, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 64. Leiden, 27 Februari 1903.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mr. J. C.
van der Lipom eervol ontslag uit zijne betrekking van
Secretaris van het college van curatoren van het gymnasium
en van het daaromtrent door curatoren uitgebracht advies,
hebben wij de eer u mede te deelen dat ook bij ons college
tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat.
Mitsdien geven wij U in overweging aan Mr. J. C. van der
Lip het door hem gevraagd ontslag eervol te verleenen onder
dankbetuiging voor de belangeloos door hem bewezen diensten.
Tevens stellen wij U voor over te gaan tot de benoeming
van een opvolger van Mr. van der Lipwaartoe door curatoren
wordt voorgedragen Mr. P. E. Briët, advocaat en procureur,
alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 23 Februari 1903.
Met terugzending van het in onze handen gesteld request
van Mr. J. C. van der Lip hebben wij de eer U in over
weging te geven, aan den Gemeenteraad voor te stellen, het
gevraagd ontslag eervol te verleenen onder dankbetuiging
voor de belangeloos door hem bewezen diensten.
Tevens hebben wij de eer, casu quo voor eene benoeming
tot zijn opvolger voor te dragen den Heer Mr. P. E. Briët,
Advocaat en Procureur, alhier.
Curatoren van het Gymnasium
Fockema Andrew Voorzitter.
S. C. de Vries, l.-Secretaris.
Aan Fleeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
heeft ondergeteekendeMr. J. C. van der Lip, de eer met
verschuldigden eerbied te kennen te geven, dat hij, het lid
maatschap van den Raad onvereenigbaar achtende met het
Secretariaat van Curatoren van het Gymnasiumbeleefd
verzoekt, dat hem uit laatstgenoemde betrekking eervol ontslag
zal worden verleend.
't Welk doende, enz.
J. C. van der Lip.
Leiden, 9 Februari 1963,
N°. 65. Leiden, 27 Februari 1903.
Naar ons door de hoofden der scholen 3e en 4e klasse
werd medegedeeld is de voorraad getuigschriften, welke bij
het verlaten dier school aan de leerlingen worden uitgereikt,
uitgeput. Dientengevolge zal tot de aanschaffing van een
nieuwe voorraad moeten worden overgegaan, waarop evenwel
bij het opmaken der begrooting niet werd gerekend. Een
uitgave van ƒ225.zal voldoende zijn om gedurende 8 jaren
in deze behoefte te voorzien.
Mitsdien geven wij U in overweging voor dit doel een
bedrag van ƒ225.— ter onzer beschikking te stellen en tot
de vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en
overschrijving over te gaan.
Op den post voor onvoorziene uitgaven zijn thans nog
ƒ11848.— beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 66. Leiden, 27 Februari 1903.
Aangezien ons bij onderzoek gebleken isdat de beide aan
den Ouden Rijn vóór de perceelen Nis. 30 en 32 geplaatste
boompjes hinderlijk zijn voor het lossen en laden der schepen
die daar hun ligplaats hebben, geven wij U overeenkomstig het
advies der commissie van fabricage in overweging ons tot
het doen wegruimen dier boompjes te machtigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 67. Leiden, 27 Februari 1903.
Met de commissie van fabricage, naar wier te dier zake
uitgebracht, in de Leeskamer ter inzage liggend, rapport
wij u meenen te mogen verwijzen, komt het ons voor dat
er geen enkele reden bestaat om te voldoen aan het door
eigenaars en bewoners van perceelen van Vreewijk tot Uwe
Vergadering gericht verzoek om aan de straten van dat
stadsgedeelte andere namen te geven.
Ook wij kunnen niet inzien waarom de tegenwoordige namen
tot verwarring of misverstand zouden aanleiding geven, of
waarom deze minder passend zouden moeten worden geacht.
Wij geven U dan ook in overweging afwijzend op het
verzoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren.
Ondergeteekenden, allen eigenaars en bewoners van Vree
wijk, nemen de vrijheid onder Uwe aandacht te brengen, dat,
nu Vreewijk bijna geheel bebouwd is, de behoefte sterker dan
vroeger gevoeld wordt aan betere, meer passende straatnamen.
Niet alleen dat de benaming eerste-, middel-, laatste- en
dwarsstraat onwelluidend zijn, ze geven ook herhaaldelijk aan
leiding tot verwarring en misverstand.
Ondergeteekenden verzoeken Uw College daarom beleefd
aan genoemde straten meer passende namen te geven.
Zonder ook maar in het minst te kort te willen doen aan
Uwe scherpzinnigheid en vindingrijkheid ook inzake het bepalen
van straatnamen en de paling derhalve gaarne aan Uw College
overlatende, herinneren zij toch even dat niet in Leiden zijn
bijv. een Torbeckestraat, een Willemstraat, een Prins Maurits
of Frederik Hendrikstraat, namen die Vreewijk zeker niet tot
oneer zouden strekken.
'tWelk doende:
Gebr. J. en J. N. Botermans.
Volgen de namen van nog 7 adressanten.
N°. 68. Leiden, 27 Februari 1903.
Ter regularisatie van de uit de begrooting voor 1902 be
taalde kosten van bestrating en rioleering der Prinsenstraat,
voor zoover die ten laste van de eigenaren der belendende
perceelen zijn gekomen, hebben wij de eer U hierbij ter
vaststelling aan te bieden een suppletoiren staat van begrooting,
dienst 1902, strekkende tot verhooging dier begrooting met
een bedrag van ƒ2859.295, zijnde de door voormelde
eigenaren in de gemeentekas gestorte bijdragen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.