8 zich op den openbaren weg bevinden, o. a. te bepalen dat zij door of van wege de Politie opgevangen of, indien zulks ondoenlijk is, zoo noodig, afgemaakt worden. De Commissie voor de Strafverordeningen. VERORDENING houdende wijziging van de Verordening op de Straatpolitie van den lsten April 1897 (Gemeente blad n°. 6), laatstelijk gewijzigd bij de Verordening van den 23sten October 1902. Art. 1. Tusschen de artikelen 51 en 52 van de Verordening op de Straatpolitie wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 51a. Het is aan houders of eigenaars van honden, welke aan eene huidziekte lijden, verboden deze aan een voertuig gespannen of los op den openbaren weg te laten loopen ol te laten verblijven, tenzij met vergunning van Burgemeester en Wethouders. Bij eene aanvrage tot het bekomen van deze vergunning moet worden overgelegd eene door een veearts afgegeven verklaring dat de huidziekte niet besmettelijk is voor mensch ol dier. Art. 2. In artikel 54 worden de woorden: »De honden, die in strijd met art. 51 losloopen", vervangen door: »De honden, die in strijd met artikel 51 of met artikel 51a zich op den openharen weg bevinden." Art. 3. In de strafbepaling van artikel 03 wordt tusschen 51 en 52 ingevoegd: »51a, eerste lid." Art. 4. Tusschen de artikelen 70 en 71 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 70a: Het is den bestuurders van rijtuigen verboden gedurende den voor het houden van de kaasmarkt vastgestelden tijd de Visehmarkt te berijden in de richting naar de Vischbrug. Art. 5. In de strafbepaling van artikel 86 eerste lid, wordt tusschen 70 en 72 ingevoegd »70a". Art. 6. In het tweede lid van artikel 109 wordt sub c in plaats van »de artikelen 4 en 10" gelezen»de artikelen 4,10 en 70a". N°. 30. Leiden, 27 Januari 1903. Onder overlegging van bijgaand adres van I. Franpois, houdende verzoek om vrijstelling van de betaling van school geld, hebben wij de eer uwe Vergadering mede te deelen dat de zoon van adressant met Kerstmis de Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft verlaten om aan een Instituut verder te worden opgeleid. Wij geven u daarom in overweging aan adressant vrijstel ling van de betaling van schoolgeld te verleenen over de laatste twee kwartalen van den loopenden cursus tot een bedtag van 30. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de Raad van de Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende 1. Frarifois, Kapitein bij het 2de Regiment Veld-artillerie alhier in garnizoen; dat zijn zoon C. R. Frangois sinds de kerstvacantie de Hoogere Burgerschool met 5jarigen cursus voor jongens ver laten heeft; reden waarom hij beleefd verzoekt vrijgesteld te worden van de betaling van de twee laatste kwartalen van het schoolgeld. 't Welk doende enz. Leiden, 20 Januari 1903. I. Francois. No. 31. Leiden, 27 Januari 1903. ming van een onderwijzeres met verplichte hoofdakte aan de school 4e klasse n° 1 i°. Mej. J. H. TEN HOLTEN, onderwijzeres aan de school 4e klasse N°. 1 2°. Mej. M. K. VAN WIJK, onderwijzeres aan de school 3e klasse N°. 3; en 3". Mej. C. A. DE HONDT, onderwijzeres aan de school 3e klasse Nu. 4. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage lig gende stukken, verzoeken wij u tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. NO. 32. Leiden, 27 Januari 1903. Wij hebben de eer u, in overleg met den Arrondissements- Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het Hoofd der school, de volgende voordracht aan te bieden voor de benoe- Het is u bekend, dat de afdeeling Leiden van den Volksbond, Vereeniging tegen drankmisbruik, bij Uwe Vergadering het verzoek heeft ingediend om tegen nader overeen te komen voorwaarden belast te worden met de exploitatie van de cantine op het openbaar slachthuis. Haar desbetreffend verzoek is afgedrukt onder de handelingen van de Raadszitting van 21 Augustus 1.1. Uit nadere besprekingen is ons gebleken, dat de afdeeling bereid is voor de bediening van de cantine een pacht aan de gemeente te betalen van ƒ200.'sjaars, maar dat zij zich voorloopig slechts voor den tijd van 2 jaar wenscht te verbinden. Het komt ons voor, dat met die voorwaarden kan worden genoegen genomen. Wèl meenden wij aanvankelijk op een pachtsom van althans ƒ300.— te kunnen rekenen, maar de elders opgedane ervaring heeft geleerd dat althans in het begin -der exploitatie die opbrengst niet mag worden verwacht. Adressante zelve is zelfs zoo weinig overtuigd, dat zij bij betaling eener pacht van ƒ200.hare jaarlijksche uitgaven zal kunnen dekken, dat zij voorloopig voor niet langer dan twee jaren de exploitatie wenscht op zich te nemen. Inderdaad moet dan ook niet uit het oog worden verloren, dat, waar het gebruik van sterke drank in de cantine uitdrukkelijk zal zijn buiten gesloten, de opbrengst van dit buffet nooit zoo groot zal kunnen zijn als die van een, waar ook sterke drank verkrijgbaar wordt gesteld. En het is dan ook juist het groote voordeel van een verpachting aan adressante, terecht wordt er door haar in haar adres op gewezen, dat men zoo alleen de volkomen zeker heid zal erlangen, dat het verbod van den verkoop van sterke drank niet zal worden overtreden. Bovendien, mocht na verloop van de 2 jaren blijken, dat de gemeente op andere wijze een grootere ontvangst uit de ver pachting van de cantine zou kunnen trekken, dan kan daarna altijd nog tot een openbare verpachting worden overgegaan. Trouwens wij hebben alle reden om te onderstellen, dat de afdeeling dan zelve bereid zou zijn om een hoogere pacht te betalen, aangezien het haar vóór alles om het goede doel en niet om het behalen van winst te doen is. En juist daarom mag dan ook met grond worden verwacht, dat adressante ten allen tijde tot de betaling van een hoogere pachtsom bereid zal zijn, dan van andere zijde zou kunnen worden bedongen. Ook bij de commissie voor het openbaar slachthuis bestaat, blijkens haar in de Leeskamer ter inzage liggend advies, geen bezwaar de cantine onder de bovengenoemde voorwaarden aan de afdeeling te verpachten. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten de bedie ning van het buffet in de cantine op het openbaar slachthuis voor den tijd van twee jaren, ingaande op den dag, waarop het slachthuis zal worden in gebruik genomen, te verpachten aan de Afdeeling Leiden van den Volksbond, Vereeniging tegen drankmisbruik voor de som van ƒ200.'sjaars, te betalen in 4 termijnen, telken 3 maanden bij vooruitbetaling te voldoen en voorts onder onder de voorwaarden, welke alsnog door ons college, gehoord de commissie voor het openbaar slachthuis, in het belang eener goede exploitatie zullen worden noodig geacht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 33. Leiden, 30 Januari 1903. Bij nevensgaand schrijven van den Minister van Binnenland- sche Zaken van 17 November van het vorige jaar wordt door Zijne Excellentie, naar aanleiding van de haar ter goedkeuring toegezonden verordeningen van den 2en October d. a. v., be treffende het onderwijs in gymnastiek en teekenen aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool, en de openbare lagere scholen alhier, de opmerking gemaakt, dat zij in die verordeningen mist bepalingen, inhoudende »dat de perio dieke verhoogingen van jaarwedden alleen worden verleend bij gebleken geschiktheid en bekwaamheid" en »dat die ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 2