GEMEENTERAAD YAN LEIDEN.
7
ISeEK«lIE)I STUKKEN.
N°. 21. Leiden, 19 Januari 1903.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het 2e suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting voor
1902 met 78 aanslagen, een belastbaar inkomen van 103036.
en een opbrengst van 967.31.
De proefdruk van dit kohier wordt aan de raadsleden toe
gezonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 22. Leiden, 21 Januari 1903.
De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat zijwanneer door U wordt besloten tot
aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds voor
de Stedelijke Gasfabriek met een bedrag van 50000.geen
bezwaar heeft tegen de vaststelling van den desbetreffenden
begrootingsstaat en geeft zij U in dat geval in overweging
dienovereenkomstig te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 23. Leiden21 Januari 1903.
De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders tot verhooging van volg
nummer 180 der begrooting, dienst 1902»Kosten van insi-
nuatiën, notarieele akten en andere kleine uitgaven", met
ƒ300.en geeft U derhalve in overweging tot de vaststelling
van den desbetreffenden begrootingsstaat over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 24. Leiden, 20 Januari 1903.
Onder overlegging van nevensgaande voordracht, geven wij
Uwe Vergadering in overweging over te gaan tot de benoeming
van een lid van het college, van Vrouwen-kraammoeders, ter
vervulling van de vacature, ontstaan door het overlijden van
Mevrouw K. F. Krak geb Reyst.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 16 Januari 1903.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Ter voorziening in de vacature, ontstaan in het Bestuur
door het overlijden van Mevrouw K. F. Krak geb. Reyst, heeft
het College van Vrouwen-kraam moeders te Leiden de eer U
het volgende tweetal voor te stellen, ten einde daaruit eene
benoeming te doen.
N°. 1. Mevrouw F. C. S. VAN NOUHUYS geb. Garrer.
N°. 2. Mevrouw J. W. EIGEMAN geb. van Rhijn.
Het College van Vrouwen-kraammoedevs te Leiden
Mevrouw E. S. B. Dingemans
Stemberg Bosch.
W. F. Jesse—van Benten.
N°. 25. Leiden, 20 Januari 1903.
Wij hebben de eer U voor te stellen de met 14 Maart a. s.
afloopende huur van het huisje aan den Maredijk n°. 103,
hetwelk krachtens Raadsbesluit van 8 Maart 1900 voor den
tijd van 3 jaren werd verhuurd aan J. J. van Hoekenhout
handelaar alhier, voor f 110.per jaar, overeenkomstig den
wensch van den huurder met één jaar te verlengen, alzoo
tot 14 Maart 1904, voor denzelfden huurprijs van 110.
per jaar en ook overigens onder de bestaande bepalingen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 26 Leiden21 Januari 1903.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen dat zij tegen de door het College van Vrouwen kraam
moeders ingediende begrooting, voor den dienst van het jaar
1903, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U voor tot goedkeuring van die begrooting te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 27. Leiden, 21 Januari 1903.
Met 1 Maart e. k. eindigt de krachtens Raadsbesluit d.d.
27 Februari 1902 aangegane huur van de bovenwoning aan
de Oude Heerengracht n°. 3a.
Vermits de huurder, A. de Mooij, zijn verlangen heeft te
kennen gegeven de huur voor den tijd van één jaar te ver
lengen en hiertegen bij ons college geene bedenking bestaat,
geven wij U in overweging te besluiten de bovenwoning aan
de Oude Heerengracht n°. 3a wederom voor den tijd van
één jaar te verhuren aan Abraham de Mooij, boekdrukker
alhier, voor de som van 117.— per jaar zijnde de huur
prijs welke ook thans wordt betaald en verder onder de
bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 28. Leiden, 23 Januari 1903.
De huurder van het perceel Lokhorststraat n°. 20, F. van
der Kloot, heeft ons zijn verlangen te kennen gegeven de
met 14 Maart 1903 eindigende huur, welke krachtens Raads
besluit van 20 Maart 1902 voor den tijd van één jaar werd
aangegaan, thans voor drie jaren te verlengen.
Bij ons college bestaan daartegen geene bedenkingen.
Wij stellen U mitsdien voor het perceel Lokhorststraat
n°. 20 voor den tijd van 3 jaren, ingaande 15 Maart 1903 te
verhuren aan Frank van der Kloot, zuivelfabrikant alhier,
voor 100.per jaar en voorts onder de bestaande voor
waarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 29. Leiden, 23 Januari 1903.
Naar aanleiding van een door de Leidsche vereeniging tot
bescherming van dieren tot den Burgemeester gericht verzoek
om te willen bevorderen dat maatregelen genomen worden
tegen het onbeheerd op den openbaren weg loopen van honden,
lijdende aan besmettelijke huidziekte, hebben wij de eer U
in overweging te geven, de Verordening op de Straatpolitie
aan te vullen met het verbod om honden, als door de Ver
eeniging bedoeld, voor een voertuig gespannen of los op den
openbaren weg te laten loopen tenzij met vergunning van
Burgemeester en Wethouders.
Aan een door genoemde Vereeniging tevens te kennen
gegeven verlangen, om het gebruiken van kreupele paarden
te verbieden, behoort, naar onze meening, niet te worden
voldaan.
Daar het Wetboek van Strafrecht reeds voldoende bepalingen
inhoudt tegen dierenmishandeling en dierenkwelling, zou het
o. i. te ver gaan, bij plaatselijke Verordening te verbieden een
dier, alleen omdat het kreupel is, te gebruiken.
Voorts stellen wij U voor om, zooals door Burgemeester
en Wethouders in hun voorstel tot het doen verbeteren van
de kaasmarkt (n°. 283 der Ingekomen Stukken van 1902)
werd aangegeven, in de Verordening op de Straatpolitie het
verbod op te nemen om tijdens de kaasmarkt op de Visch-
markt te rijden in de richting naar de Vischbrug.
Aangezien ingevolge art. 10 der Verordening op de markten
de wagens met kaas moeten worden aan- en afgevoerd in de
richting naar de Korenbrugsteeg, zal het verbod om tijdens
de kaasmarkt op de Vischmarkt in tegengestelde richting te
rijdenzonder twijfel strekken in het belang van de veilig
heid van het verkeer op die markt en vooral op den smallen
toegang nabij de Vischbrug.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten tot vast
stelling van nevensgaande Concept-Verordening, houdende
wijziging van de Verordening op de Straatpolitie. Voorgesteld
wordt op overtreding van het nieuwe art. 51a eene geldboete
van ten hoogste 10.en op die van het nieuwe art. 70a
eene geldboete van ten hoogste ƒ5.— te stellen.
De voorgestelde wijziging van art. 54 strekt om ook ten
aanzien van de honden, die in strijd met het nieuwe art. 51a