DONDERDAG 8 JANUARI 1903. 5 De heer Peka. M de V. De heer Fockema Andreae zegt dat tot hiertoe geen bezwaren zijn kenbaar gemaakt. Maar nu komen de slagers toch met hun verzoek. Er wordt dus wel waarde gehecht aan openstelling gedurende langer tijd. Of dit verzoek al of niet gerechtvaardigd is, kan ik niet be- oordeelen, doch de slagers zeggen, dat het in hun belang is, en ik zou daarom aan hun wensch te gemoet willen komen. Wat vermeerdering van personeel betreft, toen voorgesteld werd nog een keurmeester aan te stellen heb ik gevraagd waarom er bij concentratie van alle keuringen in het slacht huis nog een keurmeester meer noodig is dan nu, nu de keurmeesters overal in de stad moeten gaan keuren. Er zijn nu 6 of 7 personen voor. Moeten er nu nog meer voor worden aangesteld? Het schrikbeeld van meer personeel kan mij niet bewegen mijn amendenent in te trekken. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. de V. Ik steun het amendement van den heer Pera ten zeerste. Volgens de laatste alinea van art. 7 toch kan hij, die vleesch invoert terwijl het slachthuis gesloten is, het vleesch afgeven aan den portier, die het naar het keurlokaal brengt. Welk bezwaar is er dan om den invoer op meerdere uren open te stellen? De heer Fockema Andrew. Ik antwoord met een weder vraag: welke noodzakelijkheid is daarvoor. De slagers hebben er voor gepleit, op grond dat het ingevoerde vleesch lang aan het stalion zou moeten staan, opeengepakt tusschen ingevoerde visch en andere zaken waardoor het bederven zou. Nu is aan het station een onderzoek ingesteld naar de wijze, waarop ingevoerd vleesch daar wordt bewaard en daarbij is gebleken, dat dit nooit geplaatst wordt tusschen visch en dergelijke zaken. Bovendien laten zij, die vleesch invoeren en bekend zijn met de verordening het vleesch wel met een trein komen, die over dag hier aankomt. Dat vleesch aan het station bederft, komt in de praktijk niet voor. Als men dus vraagt: waarom zouden wij het verzoek niet inwilligen, vraag ik: waarom zouden wij dat wel doen, terwijl er tot nog toe geen bezwaren gerezen zijn. De heer Sijtsma. M. de V. Ik ben het nu met den heer Pera niet eens. Wij willen gaarne een zuinig beheer van het Slachthuis en wanneer wij den tijd van invoer verlengen, zal dat vermeerdering van arbeid geven, gevolgd door vermeer dering van personeel, hetgeen meer geld kost. En nu vraag ik of een dag van 's morgens 6 tot 's avonds 7 uur niet lang genoeg is. Wij moeten in deze ook rekening houden met de knechts van de slagers. Hun werkdag zou daardoor onmatig lang kunnen worden. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer Pera wordt in stemming gebracht en met 19 tegen 7 stemmen verworpen. Tegen hebben gestemd de heerenvan Lidth de Jeude, Fockema Andreas, Drucker, Korevaar, van Hamel, Kroon, van Dissel, P. J. van Hoeken, Witmans, L. Driessen, Aalberse, Kaiser, de Goeje, Hasselbach, Sijtsma, Timp, van Tol, de Lange en de Voorzitter. Voor hebben gestemd de heeren: J. P. Driessen, Bots, Bosch, P. J. Mulder, A. J. van Hoeken J.Jzn., Pera en Kerstens. De heer A. J. van Hoeken I.Jzn. Dit artikel begint: »Het is verboden vleesch in de gr ente in te voeren". Wordt nu daarbij onder vleesch ook he en toebereid en versch vleesch Ik vraag dit, omdat in a' 1 1 onderscheid wordt gemaakt tusschen vleesch, versch ch en toebereid vleesch. De heer Fockema A Hier wordt onder vleesch ver staan alle vleesch. De heer Bosch. Mijnheer de Voorzitter. Ik stel voor sub b. van art. 5 te doen vervallen, n.l »vleesch dat per postpakket wordt ingevoerd." De Voorzitter. Ik meen dat in de vorige vergadering hieromtrent een beslissing gevallen is. De heer Bosch. In de vorige zitting is verworpen de motie bedoelende dat Burg. en Weth. deze verandering zouden aanbrengen. Ik mag daarom nu toch wel voorstellen bedoelde bepaling te doen vervallen. De Voorzitter. Wordt het amendement van den heer Bosch ondersteund? Het amendement wordt voldoende ondersteund en kan dus in behandeling komen. Zonder nadere beraadslaging in stemming gebracht, wordt het met 15 tegen 11 stemmen verworpen. Tegen sternden de heeren van Lidth de Jeude, Fockema Andrese, Drucker, Korevaar, van Hamel, Kroon, Kerstens, Witmans, L. Driessen, Aalberse, Kaiser, de Goeje, Hasselbach, Timp en de Voorzitter. Voor stemden de heeren van Dissel, P. J. van Hoeken, Sijtsma, J. P. Driessen, Bots, van Tol, Bosch, de Lange, P. J. Mulder, A. J. van Hoeken J.Jzn. en Pera. Art. 5 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Wegens het vergevorderde uur schors ik thans de vergadering tot morgenmiddag te 2 uur. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 5