DINSDAG 23 DECEMBER 1902
187
is verboden; want men bedenke wel 10 x 5 kilo 50 kilo,
en als daar dan voor de gezondheid schadelijk vleesch is,
is dat eene hoeveelheidwaardoor heel wat kwaad kan ge
boren worden. Waar wij er nu voor willen waken, dat voor
taan zoo min mogelijk voor gezondheid schadelijk vleesch
gegeten wordt, moeten we de gelegenheid daartoe, door eigen
invoer, zooveel mogelijk beperken. Ik ontvang ook wel vleesch
van buiten van familie; en wanneer in de verordening staat,
dat toegezonden vleesch moet worden gekeurd, dan zou ik
dat zeker doen, in mijn eigen belang. Ik zou niet alleen dat
wenscben als een gebod, ik zou het recht willen hebben zulk
vleesch te laten keuren. De zekerheid te hebben dat mijn
gezin en ikzelf niet in de gezondheid wordt benadeeld, is
mij wel een gang naar 't keuringslokaal waard. Ik spreek nu
niet over de billijkheid tegenover den vleeschverkooper.
De Voorzitter. Zou de heer Sijtsma niet denken, dat wan
neer het slachthuis in gebruik is genomen en de keuring dus
zooveel beter is, dat de postpakketdienst heel weinig vleesch
meer voor Leiden zal afleveren Men weet dan hier uitstekend
vleesch te kunnen krijgen, en zal zich dan minder wagen aan
vleesch, dat van buiten komt en niet gekeurd is. leder moet
dat echter voor zich weten; maar ik houd het er voor, dat
de invoer van vleesch per postpakket heel veel invloed zal
ondervinden van het openbaar slachthuis.
De beer A. J. van Hoeken J.Jz. Mij dunkt ook, dat er te veel
is gesproken over den invoer per postpakket, en te weinig
wordt gedacht aan hoeveelheden van hoogstens 5 K.G. die
buitendien nog ingevoerd kunnen worden. De vraag aan den
beer Sijtsma of hij niet zou verwachten, dat er heelemaal
geen vleesch per postpakket meer zal worden ingevoerd, ver
wijs ik naar de vingerwijzing in de verordening gegeven.
Iedere particulier weet daardoor, dat hij vrij zal kunnen in
voeren, en maakt van de gelegenheid gebruik, omdat het
vleesch hem dan wellicht goedkooper zal worden geleverd.
De Voorzitter. Dat is altijd zoo geweest.
De heer A. J. van Hoeken J Jz. Zeker, maar de toestan
den zijn gewijzigddoor de kosten, aan het openbaar slachthuis
verbonden, zullen de vleeschprijzen denkelijk hooger worden
en nu komt de ingezetene tusschen de keuring en zijn porte-
monnaie te staan. Het is reeds door mij gezegd, dat de plicht op
de overheid rust en zij ook de macht heeft er voor te zorgen
met het oog op de volksgezondheid dat hier ter stede
vleesch gegeten wordt, waarvan vast staat dat dit deugdelijk
en van gezonde beesten afkomstig is.
De heer Sijtsma heeft ook gezegd, dat wanneer hij wist, dat
hij geen vleesch hier mocht laten komen of als geschenk ont
vangen, zonder het te laten keuren, hij er dan wel voor
zou oppassen, aan dit voorschrift niet te voldoen. Daarom
zeg ikbrengt in de verordening, dat ieder ingezetene ver
plicht is het vleesch, dat hij doet invoeren, te laten keuren.
En zegt men, dat is niet te controleeren, den vraag ik, is die
controle alleen bij 6 KG. wel mogelijk en niet bjj 5 KG.9 Maar
bovendien wanneer het niet mogelijk is bij invoer bij
kleinë hoeveelheden te controleeren, staat dan alleen toe den
invoer van heele of halve dieren, dan is het niet mogelijk,
dat men hier vleesch invoert, dat niet deugdelijk is en af
komstig van zieke of tuberculeuse dieren.
De beraadslaging wordt gesloten.
De motie van den heer van Hoeken wordt in stemming
gebracht en met 17 tegen 8 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren:
Van Hamel, van Lidth de Jeude, Fockema Andrese, Kaiser,
Korevaar, Witrnans, Timp, Kerstens, Bots, de Vries, de Goeje,
L. Driessen, Kroon, Drucker, van Dissel, P. J. van Hoeken
en Aalberse.
Voor stemmen de heeren
A. Mulder, Bosch, Sijtsma, A. J. van Hoeken J.Jz., P. J. Mulder,
van Tol, J, P. Driessen en Pera.
De heer Hasselbach had de vergadering verlaten.
De Voorzitter. Ik stel voor wegens het vergevorderde uur
de behandeling van de punten Xll en XIII uit te stellen tot
een volgende vergadering.
Aldus wordt besloten.
XIV. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaatse
lijke directe belasting, dienst 1902.
(Zie Ing. St. n°. 314).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.
i -