GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 173 No. 305. Leiden 5 December 1902. 1ST Cm EKOME9T STUKREJf. N°. 302. Leiden, 4 December 1902, Ter vervulling der vacature van hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool in de Groenesteeg hebben wij de eer u, na gehoord te hebben de commissie van de bewaarscholen, de volgende voordracht aan te bieden: 1°. Mej. A. N. INGENEEGER, hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool te Katwijk a/Zee. 2°. Mej. C. S. SCHUURMAN, hoofd der bewaarschool te Warnsveld 3°. Mej. C. VIJVERBERG, onderwijzeres aan eene openbare bewaarschool te Rotterdam. Onder verwijzing naar het in de Leeskamer ter inzage liggend advies der commissie verzoeken wij u tot eene be noeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 304. Aangezien ons bij Marinus Gerardus E 29en November 1.1. de varlatengeven wij Emeis vrijstelling te geld voor zijn zoon, loopenden cursus. Aan den Gemeenteraad. N°. 303. Leiden, 5 December 1902. Onder overlegging van bijgaand adres van R. Boele, hou dende verzoek om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat de zoon van adressant op 18 November j.l. het Gymnasium heeft verlaten, omdat hij om gezondheidsredenen het onderwijs niet langer kon volgen. Wij geven U daarom in overweging aan adressant vrijstelling van de betaling van schoolgeld te verleenen over de laatste drie kwartalen van den loopenden cursus. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad van de Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: R. Boele, wonende te 's Gravenhage, Laan van Meerdervoort 294. dat zijn zoon Frans ruim vier jaren het Gymnasium te Leiden heeft bezocht en tot voor korten tijd nog leerling was aan die inrichting van onderwijs. dat genoemde jongeling echter thans om gezondheidsredenen van verder schoolbezoek te Leiden heeft moeten afzien, en op andere, meer voor zijn gestel geschikte, wijze de studie tracht voort te zetten redenen waarom adressant zich wendt tot Uwen Raad met het beleefd verzoek om hem van het schoolgeld van liet loopende schooljaar ontheffing te verleenen voor zoodanig gedeelte als uwen Raad billijk zal voorkomen. 't Welk doende, enz. Den Haag, 27 November 1902. R. Boele. Leiden, 5 December 1902. onderzoek gebleken is dat de leerling ,meis, wegens vertrek naar elders, den Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft U in overweging aan den heer J. K. verleenen van de betaling van school- over de laatste drie kwartalen van den Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Mijne Heeren. Naar aanleiding van mijn vertrek naar Amsterdam 1 Dec. a. s. is dienende IJ.EA. beleefd te verzoeken vermindering van 3 kwartaal schoolgeld van mijn zoon M. G. Emeis, leerling der II.B.S. 2de klasse. Hoogachtend, Leiden, 28 Nov. 1902. J. K. Emeis. Naar aanleiding van het hierbij aan Uwe Vergadering overgelegd adres van liet Bestuur der Vereeniging tot bevor dering van den bouw van werkmanswoningen, houdende verzoek tot goedkeuring van eenige wijzigingen van de statuten dier vereeniging, hebben wij de eer U mede te deelen, dat hiertegen bij ons College geenerlei bezwaren bestaan. Deze wijzigingen toch brengen in geen enkel opzicht veran dering in de financieele verhouding tusschen de gemeente Leiden en de vereeniging, doch hebben in hoofdzaak ten doel om, nu de Woningwet in werking getreden is, het der Vereeniging mogelijk te maken te worden toegelaten als vereeniging, uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting werkzaam," waartoe zij behoort te voldoen aan de vereischtenwelke zijn vastgesteld bij de artikelen 7—13 van het Koninklijk Besluit van 28 Juli 1902 (Staats blad n°. 160). Wat de weglating van artikel 19 der statuten betreft, deelen wij volkomen het gevoelen van het bestuur, dat dit artikel niet in de statuten doch in eene overeenkomst thuis behoort. Wij geven U derhalve in overweging tot goedkeuring van de door- de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen in hare statuten gebrachte wijzigingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft eerbiedig te kennenhet Bestuur der «Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen te Leiden", laatstelijk erkend bij Kon. Besluit van 19 Oct. 1894 n°. 341; dat in de Algemeene Vergadering der Vereeniging, gehou den op 26 November j.l., met algemeene stemmen der aan wezige leden is besloten de Statuten der Vereeniging te wijzigen, zooals is aangegeven in het hierbij overgelegde, door Voor zitter en .waarn. Secretaris gewaarmerkte exemplaar van het «ontwerp van gewijzigde statuten"; dat, volgens art. 6, al. 5 harer statuten, besluiten tot wijzi ging der statuten de goedkeuring behoeven van den Gemeente raad van Leiden; dat de wijzigingen in hoofdzaak moeten dienen om de statuten in overeenstemming te brengen met de in de Woningweten de besluiten tot hare uitvoering vastgestelde eischen, opdat onze Vereeniging kunne worden erkend als: «Vereeniging, uitsluitend in het belang der volkshuisvesting werkzaam"; dat geenerlei wijziging is gebracht in eenig artikel, dat be trekking heeft op de verhouding, waarin de gemeente Leiden tot de vereeniging staat, dat zelfs de door Burg. en Weth. uit te oefenen controle nog is versterkt; dat daarentegen is weggelaten, als eigenlijk niet in deze statuten tehuis behoorendede bepaling van het tegenwoordig art. 19, regelende de voorwaarden, waaronder alleen de Raad bevoegd is, de verleende rentegarantie in te trekken. Zulk eene bepaling behoort veeleer in eene overeenkomst met de gemeente, en wij twijfelen er niet aan, of er zal Uwerzijds geen bezwaar zijn, ze op te nemen in eene naar wij vertrouwen later aan te gane overeenkomst; dat met het oog op de uitbreiding van haren werkkring, het wenschelijk is voorgekomen, het maximum bedrag der uit te geven aandeelen van zestig duizend op twee honderd dui zend gulden te brengen, waarbij door den voorgeschreven vorm der aandeelen duidelijk uitkomt, dat op deze nieuwe aandeelen geen garantie van dividend tot drie percent is verleend op grond waarvan het Uwen Raad verzoekt zijne goedkeu ring aan de hierbij overgelegde Ontwerp-Statuten te willen verleenen. 't Welk doende enz., Namens het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen te Leiden'' H. B. Greven, Voorzitter. Th. W. van Lidtii de Jeude, Leiden, 29 Nov. 1902. waarn. Secretaris. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 9