HUISHOUDELIJK REGLEMENT 147 mannelijk vóór dienstpersoneel vervallen, omdat het niet anders dan natuurlijk is, dat de huismeester ook op het gedrag van het vrouwelijk dienstpersoneel toezicht houdt. Daarentegen meenden wij niet met de commissie te moeten medegaan, waar deze, trouwens zonder de voorgestelde wijzi ging nader te motiveeren, ook het woord mannen vóór werk plaatsen wil laten vervallen. I)en huismeester toezicht te geven ook op de werkplaatsen der vrouwelijke verpleegden schijnt ons niet wenschelijk, te minder waar deze werkplaatsen, de naaikamer, de mangelkamer en het waschhuis meer onder het rechtstreeksch beheer der linnenjuffrouw staan en dus het aan den huismeester opgedragen toezicht allicht tot conflicten zou kunnen aanleiding geven. Voor het overige behoeven de voorgedragen wijzigingen naar het ons voorkomt geen nadere toelichting. Mitsdien geven wij U in overweging tot de vaststelling van het gewijzigd Huishoudelijk Reglement over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. voor het Krankzinnigengesticht „Endegeest" en het Sana torium voor Zenuwlijders „Rhijngcest." HOOFDSTUK I. Algemeene bepalingen. Artikel 1. Onder het bestuur van de Commissie van Beheer zullen, behalve de Geneesheer-Directeur en de overige geneesheeren, werkzaam zijn: a. een Protestantsche en een Roomsch-Katholieke geestelijke, ter voorziening in de godsdienstige behoeften der verpleeg den in Endegeest; b. een boekhouder; c. een huismeester; d. hoofdverpleegstersverpleegsters, leerling-verpleegsters, verplegers, leerling-verplegers, wier aantal door de Com missie van Beheer wordt bepaald; e. een apothekers-assistentie), tevens belast met laboratorium werkzaamheden f. een linnenjuffrouw; g. een tuinbaas; h. twee portiers, een voor het gesticht »Endegeest" en een voor het sanatorium »Rhijngeest"; en i. bedienden en werklieden ten behoeve van de administratie de huishouding, het waschhuis, de landgoederen en de werkplaatsen, wier aantal door de Commissie van Beheer wordt bepaald. Art. 2. Geen der ambtenaren, beambten of bedienden mag eene andere betrekking of bediening bekleeden of eene nering drij ven, hetzij op eigen naam, hetzij op dien zijner huisgenooten, tenzij met toestemming der Commissie van Beheer. De Geneesheer-Directeur en de overige geneesheeren mogen huiten het gesticht en het Sanatorium geen geneeskundige praktijk uitoefenen. Art. 3. Alle aan de inrichtingen werkzame personen zijn verplicht zich naar de huisorde te gedragen. Art. 4. Alle ambtenaren en beambten zijn aansprakelijk voor de overtredingen en tekortkomingen van hen, die onder hun on middellijk opzicht werkzaam zijn, voor zoover zij die door behoorlijk toezicht en tijdige tusschenkomst zouden hebben kunnen voorkomen. Art. 5. Geen der ambtenaren beambten of bedienden mag middellijk of onmiddellijk, ook niet in den vorm van geschenken, deel hebben aan, betrokken zijn bij, of voordeel trekken uit eenige levering ten behoeve van de inrichtingen. Art. 6. Behoudens hetgeen elders in dit reglement omtrent het geven van verlof aan de ambtenaren en hoogere beambten wordt bepaald, wordt verlof aan het personeel, zoowel van den geneeskundigen als van den huisdienst, verleend door den Geneesheer-Directeur. Art. 7. De landgoederen en de werkplaatsen worden op de meest voordeelige wijze dienstbaar gemaakt aan de' belangen der beide inrichtingen. HOOFDSTUK II. Yan de Commissie van Beheer. Art. 8. Het bestuur en toezicht van de Commissie van Beheer strekt zich uit over den geneeskundigen, administratieven en huis- houdelijken dienst in hun vollen omvang en over alle aan de inrichtingen verbonden ambtenarenbeambten en bedienden. Art. 9. Iedere maand treedt bij toerbeurt een der leden van de Commissie op als maandcommissarisom met den Voorzitter voor de regeling der gewone en spoedeischende zaken zorg te dragen en een regelmatig toezicht op het geldelijk beheer uit te oefenen. Niettemin is ieder der leden bevoegd en ver plicht om de belangen der inrichtingen en der daarin verpleeg den onder alle omstandigheden te behartigen. Art. 10. De Commissie vergadert ten minste eenmaal per maand. Deze vergaderingen worden gehouden op Endegeest, tenzij de Voorzitter oordeele, dat bijzondere omstandigheden of het spoedeischende eener beslissing een samenkomst elders wen schelijk maken. De vergadering kan alleen dan besluiten nemenwanneer ten minste drie leden tegenwoordig zijn. Bij staking der stemmen beslist de Voorzitter, wanneer het zaken, het lot, wanneer het personen geldt. Art. 11. De Commissie sluit, met inachtneming der door den Raad vastgestelde voorwaarden, de overeenkomsten tot opneming en verpleging der patiënten, tenzij dit door haar aan den Voorzitter mocht zijn overgelaten of, wat Rhijngeest betreft, aan den Geneesheer-Directeur mocht zijn opgedragen. Alle van haar uitgaande stukken worden door den Voorzitter en den Secretaris onderteekend. Art. 12. De Commissie regelt de wijze van aanschaffing van al het benoodigde voor de beide inrichtingen en stelt de voorwaar den van aanbesteding vast. Art. 13. Voor de uitvoering van nieuwe werken en het aanbrengen van zoodanige herstellingen als niet geacht kunnen worden onder het gewoon onderhoud begrepen te zijn, behoeft zijde machtiging van den Gemeenteraad. Zij dient haar desbetreffend voorstel bij Burgemeester en Wethouders in, onder overlegging van eene memorie van toelichting en gedetailleerde teekeningen. Art. 14. De Commissie van Beheer benoemt de Geestelijken, voor zoover dit niet door anderen moet geschiedenden Boekhouder den Huismeester, de Linnenjuffrouw, de Hoofdverpleegsters, den Tuinbaas en de Portiers, na raadpleging dienaangaande van den Geneesheer-Directeur. HOOFDSTUK III. Yan den Geneesheer-Directeur. Art. 15. De dagelijksche leiding van den dienst in de beide inrich tingen berust bij den Geneesheer-Directeur die daarbijvoor zoover het den verplegingsdienst in het Sanatorium betreft in overleg treedt met den hoogleeraar in de psychiatrie, aan wien de leiding van de geneeskundige behandeling der zenuw lijders is opgedragen. De overige geneesheeren en het verdere personeel, zoowel van den verplegings- als van den huisdienst zijn aan den Geneesheer-Directeur rechtstreeks ondergeschikt en verplicht zijne voorschriften stiptelijk na te komen. Art. 16. Daartoe uitgenoodigd woont hij de vergaderingen der Com missie bij en heeft dan een raadgevende stem.. Art. 17. Hij is verplicht van gewichtige voorvallen zoo spoedig mogelijk den Voorzitter der Commissie kennis te geven en houdt den maandcommissaris geregeld op de hoogte van het geen sedert diens laatste bezoek meldenswaardig is voorgevallen. De schriftelijke verklaringen en adviezen, bedoeld bij de artikelen 28 en 29 der Wet van 27 April 1884 (Stbl. n°. 96), legt hij in de vergaderingen der Commissie over.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 5