146
Immers van de algemeetle begraafplaats wordt hier ter stede
nagenoeg <*een gebruik gemaakt en voor de verordeningen op
de°keurloonen geldt het slechts eene bestendiging der bestaande
regeling voor hoogstens een paar maandenaangezien bij de
ooening van het openbaar slachthuis de nieuwe tariefen zullen
in werking treden, die, thans nog bij de commissie voor de
huishoudelijke verordeningen in onderzoek, u binnen kort ter
vaststelling zullen worden aangeboden.
Mitsdien geven wij U in overweging thans tot de ongewijzigde
vaststelling der bovengenoemde verordeningen over te gaan
behoudens3in het slotartikel vervanging van het jaartal 1900
door 1903.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
NO. 356. Leiden, 13 October 1902.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen
de door het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting ingediende
begrooting voor het dienstjaar 1903 en adviseert U tot goed
keuring van die begrooting te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
NO. 357. Leiden, 13 October 1902.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde begrooting van de
dienstdoende Schutterij, voor het dienstjaar 1903, geene be
denkingen heeft.
Zij adviseert U derhalve tot voorloopige vaststelling van die
begrooting over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
NO. 358. Leiden, 13 October 1902.
Tegen de door het Bestuur van het H.-G. of arme Wees-
en Kinderhuis ingediende begrooting, voor het dienstjaar 1903,
heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Zij stelt U voor die begrooting goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 359. Leiden, 14 October 1902.
Wij hebben de eer u hierbij ter vaststelling aan te bieden
een gewijzigd concept-huishoudelijk reglement voor het kiank-
zinnigengesticht «Endegeest" en het sanatorium voor zenuw
lijders «Rijngeest."
Hoofdzakelijk komen de voorgestelde wijzigingen neer op
een aanvulling van het bestaande huishoudelijk reglement met
het oog op de exploitatie van het sanatoriumterwijl voorts
eenige redactieverbeteringen zijn aangebracht, benevens eenige
andere veranderingen, waarvan de wenschelijklieid in den loop
der exploitatie van Endegeest is gebleken.
Voor zoover die wijzigingen niet een eenvoudige verbetering
der redactie betreffen of een natuurlijk uitvloeisel zijn van de
vervanging van ééne inrichting door twee, zijn zij in het con
cept cursief afgedrukt.
Voor zoover noodig worden zij hieronder eenigszins nader
toegelicht, terwijl wij .nader in het bijzonder uwe aandacht
zullen vestigen op die enkele punten, waarin wij gemeend
hebben niet met het daaromtrent door de commissie van be
heer voorgestelde te moeten medegaan.
Het door de commissie ingediend concept met bijbehoorende
toelichting zijn in de Leeskamer ter inzage neergelegd.
Uit de toevoeging aan art. 4 sub litt. a blijkt thans duidelijk,
dat de beide geestelijken niet ook aan het sanatorium [zullen
verbonden zijnmaar als tot dusverre alleen aan het gesticht
Endegeest werkzaam zullen blijven.
In litt. d van dat artikel worden thans de hoofdverpleegsters
genoemd naast het andere verplegend personeel, zoodat ook
haar aantal in het vervolg door de commissie van beheer zal
worden bepaald, terwijl het tegenwoordig reglement uitdruk
kelijk zegt, dat aan het gesticht «Endegeest" één hoofdver
pleegster voor de mannen- en één hoofdverpleegster voor de
vrouwenafdeeling zal verbonden zijn. Bij de onzekerheid, hoe
veel hoofdverpleegsters voor den dienst in het sanatorium
zullen noodig zijn, acht de commissie het wenschelijk, dat de
bepaling van dat getal aan haar worde overgelaten. Wij heb
ben daartegen geen bezwaar, waar wij vertrouwen dat de
commissie, zonder aan de belangen van den dienst te kortte
doen, tevens een open oog zal hebben voor de financieele be
langen der gemeente en dus bij de aanstelling van het ver
plegend personeel tevens met de daaruit voortvloeiende ver
hooging der exploitatiekosten zal rekening houden.
Sub litt. e wordt thans ook een apothekers-assistent(e)
tevens belast met laboratorium-werkzaamhedengenoemd.
Daarentegen wenschte de commissie de uitdrukkelijke ver
melding van den portier uit art l en evenzoo uit art. 14 te
doen vervallen. Het gevolg daarvan zou zijndat de portiers
van Endegeest en Rijngeest zouden begrepen zijn onder de
verdere bedienden, bedoeld sub litt. i, en niet langer zouden
worden benoemd door de commissie van beheer, maar door
den geneesheer-directeur. Waar echter deze wijziging niet
nader door de commissie is toegelicht en ons ook overigens
niet bekend is, dat de benoeming van den portier van Endegeest
door de commissie ooit tot bezwaren aanleiding zou hebben
gegeven, hebben wij gemeend in dit opzicht geene verandering
in de bestaande regeling te moeten voorstellen. Te minder
waar de portier o. i. tot de meer verantwoordelijke beambten
behoort, wier benoeming door de commissie zelve alleszins
reden van bestaan heeft.
Eindelijk is thans in litt. i van art. 1 ook het woord «admi
nistratie" ingelascht, omdat het niet onwaarschijnlijk is, dat
de uitbreiding der administratie ook vermeerdering van het
kantoorpersoneel zal noodig maken.
In overeenstemming met hetgeen in andere sanatoria regel
is, is in art. 11 de mogelijkheid geopend, dat de opneming
van patiënten in Rijngeest door den Geneesheer-Directeur
zelfstandig zal kunnen geschieden.
In art. 18 is het bedrag, dat de Geneesheer-Directeur onder
zich mag hebben van f 3000.op f 4000.verhoogd met
het oog op de te verwachten vermeerdering van ontvangsten
en uitgaven.
Het nieuwe artikel 19 verschaft de gelegenheid om aan den
Geneesheer-Directeur grooter vrijheid te laten in zijne beschik
king over de posten der begrooting dan tot dusverre bet geval
was. Terwijl toch het tegenwoordig reglement de posten waar
over de Geneesheer-Directeur zonder voorafgaande machtiging
van den voorzitter en den maandcommissaris mag beschikken,
tot eenige bepaaldelijk aangewezene beperkt, zal hij zich in
het vervolg dienaangaande te gedragen hebben naar de voor
schriften der commissie van beheer, die daarbij een ruimere
bevoegdheid aan den Geneesheer-Directeur zal kunnen toe
kennen. De tegenwoordige regeling bleek den Geneesheer-
Directeur te zeer aan banden te leggen, met dit gevolg dat
zij in de practijk onmogelijk kon worden nageleefd.
Art. 20 eischt in het vervolg een staat, niet van hetgeen
in het afgeloopen kwartaal werkelijk is ontvangen of uitge
geven, maar van hetgeen over dat kwartaal is en nog moet
worden ontvangen of uitgegeven. Alleen dan toch verkrijgt
men een juist overzicht van de exploitatie.
Art. 29 is nieuw. Opdat ook de assistent van den hoog
leeraar de door de wet gevorderde verklaringen ten behoeve
van door hen behandelde verpleegden in het gesticht Endegeest
kunne afgeven is het noodig, dat hij ook als geneesheer
aan het gesticht Endegeest verbonden worde Bovendien zal
hij dan met den tweeden geneesheer van Endegeest en den
geneesheer van Rijngeest om de beurt des Zondags de wacht
kunnen hebben, waardoor de Geneesheer-Directeur den Zondag
geheel vrij zal krijgen, terwijl ook aan den 2en geneesheer
meer Zondagsrust zal kunnen worden gegeven. Het komt ons
met de commissie voor, dat deze hulp in billijkheid van den
assistent mag worden verlangd, waar hem van gemeentewege
vrije woning, voeding, vuur en licht en bediening wordt ver
schaft.
In dit artikel, zooals door de commissie voorgesteld wordt,
naast den assistent van den hoogleeraar tevens den genees
heer van het sanatorium te noemen, schijnt ons onnoodig en
tevens gevaarlijk. Onnoodig, omdat uit art. 5 der reeds door
Uwe Vergadering vastgestelde verordening op het beheer en
bestuur al van zelf volgt dat de geneesheeren, al zijn zij
ook meer bepaaldelijk met de behandeling der patiënten, hetzij
van Rijngeest, hetzij van Endegeest belast, toch aan beide in
richtingen verbonden zijn. En dat dit ook wel degelijk de
bedoeling der commissie was, blijkt volkomen duidelijk uit
de door haar bij hare missive van 4 September j.l. n°. 44 op
dat art. 5 gegeven toelichting. Gevaarlijk, omdat indien hier
uitdrukkelijk wordt gezegd, dat de geneesheer aan het sana
torium tot geneesheer van het gesticht Endegeest moet wor
den aangesteld, daaruit van zelf volgt, en dit tegen de bedoeling,
dat de andere geneesheeren niet aan beide inrichtingen ver
bonden zijn.
Eindelijk wijzen wij u nog op art. 36 waar ter vergemak
kelijking van de administratie aan het oude art. 35 een nieuwe
alinea is toegevoegd, opdat ook de huismeester verplicht worde
bij het verifieeren van de rekeningen en het opmaken der
begrooting behulpzaam te zijn, zooals trouwens reeds thans
het geval is.
Voorts is in de tweede alinea van dat artikel het woord