136
met ingang van 1 April van dit jaar andermaal aan alle
brugwachters een verhooging van ƒ20.80 werd toegekend. Het
gevolg van al die verschillende verhoogingen is dan ook, dat
de brugwachters der ie klasse thans een salaris genieten van
ƒ545.80 en die van de 2e klasse van ƒ495.80, d. i. dus resp
bijna ƒ150.— en ƒ100.— meer dan op 1 Januari 1895. Hierbij
komt dan nog eene vergoeding voor de kosten van kleeding
en schoeisel, welke geraamd wordt op 65 'sjaars en die
dus de wedden resp. tot 610.80 en 560.80 doet stijgen.
Keeren wij thans tot het verzoek der brugwachters terug
dan moeten wij ook hier weder opmerken dat, blijkens de
aan den Havenmeester al hier door zijne ambtgenooten van elders
verstrekte en op den mede hierbij overgelegden staat vermelde
inlichtingen, de in de bij het verzoek gevoegde memorie van
toelichting gegeven cijfers omtrent andere gemeenten niet
volkomen juist zijn, al willen wij er aanstonds aan toevoegen,
dat die cijfers den toestand in de andere gemeenten niet altijd
gunstiger voorstellendan hij in werkelijkheid is. Zoo be
draagt in Haarlem de jaarwedde niet 575.— maar, bij een
weekloon van ƒ11.50, 598.welk bedrag, verhoogd met
Caoq~~ wegens vrije kleeding (zonder schoeisel) stijgt tot
ƒ638. In Schiedam bedragen de bezoldigingen niet van 9
tot 12 en van 7 tot 10 gulden per week, hetgeen zou over
eenkomen met een jaarwedde, afwisselende van 364.— tot
624.— maar klimt de jaarwedde van 400,— tot ƒ600.—
al naar het aantal dienstjaren. Deze bedragen verhoogd met
een bedrag van 40 wegens vrije kleeding (zonder schoeisel),
doet de wedde daar klimmen tot ƒ440.— a 640.Adres
santen doen het echter voorkomen, alsof de brugwachters in
Schiedam allen of wel vrije woning genieten of bij gemis daar
van eene vergoeding krijgen van 100.-, hetgeen dus volgens
hunne opgaven de salarissen zou doen rijzen tot 464.— a
ƒ724. Dit nu is onwaar. Volgens de ons verstrekte opgaven
hebben slechts enkele brugwachters vrije woning en is er
van een vergoeding aan de anderen wegens gemis daarvan geen
sprake, in den Haag eindelijk, waar afzonderlijke dag- en nacht
brugwachters zijn genieten niet de eersten 572.en de
laatsten 450.— per jaar, maar de eersten /ll.— en de
laatsten ƒ9. per week, hetgeen dus overeenkomt met een
Jaarwedde van en 468. Hierbij echter gevoegd
ƒ54.— wegens vrije kleeding en schoeisel, brengt de salarissen
daar op ƒ626.— voor de dag- en 522.— voor de nacht
brugwachters. Bovendien genieten in den Haag de brugwachters
vrÜe geneeskundige hulp met inbegrip van medicijnen, voor
hen persoonlijk.
De cijfers moeten dus als volgt worden gesteld om een
juiste vergelijking mogelijk te maken:
Leiden van 560.80 tot f 610.80.
Haarlem 638.—.
Schiedam 440.— 640.—.
Den Haag 522.— 626—,
Behalve voor Haarlem, waar zij aanmerkelijk hooger zijn,
loopen de wedden in de andere gemeenten dus niet zoo heel
veel uiteen. Het maximum is in Schiedam en den Haag wat
hooger dan in Leiden; de aan vangswedde in de eerste gemeente
en de bezoldiging van de nachtbrugwachters in den Haag is
er echter belangrijk lager dan hier. Adressante is dus zeker
nielj gerechtigd OM te zeggen dat in andere gemeenten de
wedden aanmerkelijk hooger zijn dan in Leiden het geval is.
En dan merken wij ook hier weder op, dat zij zich zeker
niet bij voorkeur beroepen heeft op die plaatsenwaar de
brugwachters in een ongunstige positie verkeeren.
Ten slotte zij omtrent diensttijd en Zondagsdienst nog het
volgende medegedeeld.
In Leiden bedraagt het aantal diensturen per week 84,
waarvan 23 in nachtdienst worden doorgebracht; in Haarlem
80, waarvan 37 in nachtdienstin Schiedam waar geen nacht
dienst is, 96 des zomers en 84 des winters; en in den Haag
voor de dagbrugwachters 79 en voor de nachtbrugwachters
77 uur. In Leiden hebben de brugwachters des Zondags om
de 3 weken een geheel vrijen dag (terwijl zij de beide andere
Zondagen den halven dag vrij hebben); in Haarlem om de
14 dagenin Schiedam is geen Zondagsdienst en in den Haag
hebben de dagbrugwachters des Zondags dienst van kwart
voor tweeën tot kwart vóór drieën. Pogingen om ook hier ter
stede den Zondagsdienst nog meer te beperken hebben, gelijk
u bekend isschipbreuk geleden met het oog op de eischen
van de zoogenaamde vrije vaart.
Ook hier echter mogen wij niet met stilzwijgen voorbijgaan,
dat hier ter stede de salarissen met 7*/a °/0 worden verminderd
wegens de verplichte bijdragen ten behoeve van eigen pensioen
en dat voor weduwen en kinderen, ter wijl in de andere gemeenten
geenerlei aftrek plaats vindt. Daar staat echter ook hier weer
tegenover, dat in de andere gemeenten aan weduwen en
kinderen geen pensioen wordt toegekend, en dat juist daarvoor
hier 5 van de wedde wordt gekort, welke bijdrage echter,
zooals u bekend is, bij verre na niet voldoende is om de
lasten van het fonds goed te maken, zoodat daarvoor telken
jare nog een belangrijk bedrag door de gemeente moet worden
bijgepast.
Onjuist is ten slotte nog de mededeeling in de memorie
van toelichting, dat in die andere gemeenten na 30 jaren
dienst een pensioen wordt toegekend van f van het laatst
genoten salarisdit moet zijn na AO jaren dienst, evenals ook
in Leiden het geval is.
Alles tezamen genomen kunnen wij dan ook geen vrijheid
vinden, na de vrij belangrijke tractementsverhooging welke
smds 1 Januari 1895 aan de brugwachters is toegekend, u
reeds thans weder tot een verhooging hunner jaarwedden te
adviseeren.
W ij geven u daarom in overweging ons te machtigen aan
adressante te berichten, dat Uwe Vergadering vooralsnog geen
termen kan vinden, om tot een wijziging van de salarisregeling
der brugwachters over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leidén.
Aan den EdelAchtbaren Raad der gemeente Leiden.
Geven eerbiedig te kennen ondergeteekenden Joseph Karre
nen en Jan Schilt, beide brugwachters in dienst der gemeente
Leiden, ïespectievelijk President en lste Secretaris der vereeni-
ug wachters der gemeente Leiden onder de zinspreuk:
Verbetering zij ons streven", goedgekeurd bij Kon. Besluit
van 1 ïebruari 4902, Staatsblad n°. 45;
dat hen in de algemeene ledenvergadering, gehouden den
^/sten Mei 1902 is opgedragen het volgende onder de welwil
lende aandacht van uwe Raad te brengen
dat zij met dankbaarheid hebben mogen constateeren, dat in
het afgeloopen jaar hunne tractementen zijn verhoogd, waar
door op eeniglei wijze aan hun financieele zorgen is tege
moet gekomens
dat evenwel voor hen ook thans nog groote financieele zorgen
blijven bestaan en het hen ook nu nog niet mogelijk is met
gepaste zuinigheiddaarvan rond te komen;
dat zij beleefd wenschen op te merken, dat op andere plaatsen,
die op een lijn gesteld mogen worden met onze gemeente,
de jaarwedden der brug- of sluiswachters aanmerkelijk hooger
zijn, waardoor deze in veel betere geldelijke omstandigheden
verkeeren, dan de brugwachters alhier;
Redenen, waarom requestranten zich tot Uwe Achtbaren
wenden met het verzoek, hunne jaarwedden zoodanig te willen
regelen, dat zij daarmede, in het hoog noodige met hun gezin
in verband met de tegenwoordige tijdsomstandigheden kunnen
voorzien.
't Welk doende,
J. Karreman, Voorzitter.
T J- Schilt, le Secretaris.
Leiden, 44 Augustus 1902.
Memorie van Toelichting op het Request der Brugwachters,
dd. IA Augustus 1902, om verbetering van salaris.
Nu wij in ons nevensgaand request onze belangen hebben
kenbaar gemaakt, zij het ons vergund daarop eene kleine toe
lichting te geven.
Dat de brugwachters alhier met groote financiëele zorgen
hebben te kampen, behoeft o. i. geen verder betoog. Te dikwijls
wordt echter van verschillende zijde de opmerking gemaakt,
ii betrekking van brugwachter een gemakkelijk te ver
vullen baantje is, waarbij veelal vergeten wordt, dat, hoe ge
makkelijk deze functie op sommige posten te vervullen is het
personeel immer aan hunne posten is verbonden, dat zij'een
geheel onafhankelijke positie moeten innemen en dat het hun
verboden is om naast het vervullen hunner betrekking, een
bedrijf uit te oefenen.
Daardoor zijn zij dus met hun gezin geheel en al afhankelijk
van hunne jaarwedden. Dat die betrekking oogenschijnlijk voor
gemakkelijk wordt aangezien is niet hunne schuld. Alle zijn
huisvaders en hunne eerste plicht is voor hun gezin te zorgen
en wanneer hunne krachten daartoe te kort schieten, dan is
het zoo erg moeilijk om onafhankelijk te blijven.
Eveneens is het bedroevend te moeten zien, dat, zooals in
ve e brugwachtersgezinnen het geval is, de vrouw mee moet
helpen om iets te verdienen, omdat het tractement van vader
v°ldoende is om met het gezin rond te komen.
Hierbij zijn wij zoo vrij tevens mede te deelenhoe op som
mige andere plaatsen de brugwachters worden bezoldigd.
Te Haailem bedraagt de jaarwedden ƒ575.(zonder storting
voor pensioen); te Schiedam bedraagt de jaarwedden voor een
bi ugwachter 4e klasse van af 9 gulden tot 42 gulden per week en
van die der 2e klasse 7 gulden tot 10 gulden per week, boven
dien genieten zij vrije woning of bij gemis daarvan ƒ100.—
per jaar, ook zijn zij vrijgesteld van nachtdienst; moet evenwel
de brug bediend worden bij nacht, dan ontvangen zij van
eiken schipper een vergoeding van ƒ0.30. Te 'sGravenhage
zijn afzonderlijke vaste dag- en vaste nachtbrugwachters; deze
genieten respectievelijk 572.- en/450.—per jaar. Bovendien
is