126 keuring in den laatsten tijd steeds menigvuldiger toegepast, en wordt daarvan hier te Leiden reeds thans een druk gebruik gemaakt. Dit zal nog meer het geval zijn na de opening van het openbaar slachthuis, omdat verschillende onderzoekingen, welke thans niet kunnen plaats hebben omdat het vleesch inmiddels bederven zou, dan mogelijk worden, aangezien het vleesch in het koelhuis geruimen tijd voor bederf kan worden gevrijwaard. Voor dat onderzoek nu zijn proefdieren noodig, meestal kleinere, zooals muizen, ratten, duiven, konijnen en guineesche biggetjes, soms echter ook wel grootere als een hond, een geit, een schaap of een jong kalf. Het is wenschelijk, dat die proef dieren in een afzonderlijk stalletje nabij het administratiege bouw worden ondergebracht. Thans toeven die dieren, althans voor zoover de ruimte dit toelaat, in een stal, welke de gemeente in de nabijheid van het keurlokaal bezit; de overige worden bewaard onder de trap in het laboratorium. Het gevolg van die gebrekkige wijze van opsluiting was eensdeels dat het onderzoek veelal onzuivere resultaten opleverde, anderdeels dat meermalen gezonde door zieke proefdieren werden besmet. Ter wegneming van deze bezwaren is thans door den Direc teur van Gemeentewerken een stalling voor proefdieren ont worpen tusschen het administratiegebouw en de wagenremise. De stal moet nl. in de buurt zijn van het laboratorium opdat goede controle mogelijk zij, wat zoowel voor de deugdelijkheid van het onderzoek, alsmede ter voorkoming van de versprei ding van smetstof noodig is. Dit laatste eischt tevens dat de proefdieren in een afzonderlijke, daarvoor bepaaldelijk aange wezen, localiteit opgesloten worden. Het gebouwtje zal gemetselde hokken bevatten voor klein vee, als schapen, geiten, enz. en een open ruimte waarin houten hokken kunnen worden geplaatst voor konijnen, ratten, enz. Ter voorkoming dat de gezonde dieren door de zieke besmet zullen worden is het in twee afzonderlijke afdeelingen verdeeld. De kosten van bet stalletje worden geraamd op 1150,—. Een andere behoefte, welke eerst later gerezen is, is die aan een weegloods voor varkens. Aangezien varkens meestal bij het gewicht verkocht en aan het slachthuis geleverd wordenmag een gelegenheid om ze te wegen daar niet ont breken. Vermoedelijk zal dan ook van die varkenswaag een druk gebruik gemaakt worden, en aangezien voor het wegen rechten zullen worden geheven, behoort de inrichting aan billijke eischen te voldoen. Vandaar, dat het weegtoestel odder dak moet worden gebracht hetgeen mede voor het zuiver wegen en de controle op het wegen noodig is. Ook in Utrecht heeft men daarom, nadat het slachthuis reeds in exploitatie was gebracht, een steenen waaggebouw voor var kens bijgebouwd. De weegloods voor varkens is hier ontworpen op een ter rein vlak tegenover de varkensstallen en zal een uitgave vereischen van 2000. Ook voor het groot vee is de bouw van een weeg- en Iceur- loods gewenscht. Meenden wij aanvankelijk met een vrijstaande brugbascule in de open lucht te kunnen volstaan, van elders, uit Utrecht en Groningen, tot ons gekomen klachten hebben doen zien dat ook hier een overdekte loods alleszins aanbe veling verdient. Alleen dan toch kan het wegen zuiver geschieden. Maar bovendien zal dan voor het levend ter keuring aange boden vee van deze loods kunnen worden gebruik gemaakt, waardoor aan verschillende thans bestaande bezwaren zal worden tegemoet gekomen. Thans toch geschiedt de keuring van levend vee op het terrein vóór het keurlokaal bij de Hooglandsche kerk. Dien tengevolge is niet alleen het vee, maar zijn ook de geleiders en de keurmeesters en de met de verificatie belaste rijks ambtenaren aan weer en wind blootgesteld, waardoor zoowel het onderzoek als het merken van de dieren met moeilijk heden gepaard gaat. Indien dus zoowel het keuren als het wegen van het vee in een overdekte loods kan plaats vinden, zal een groote verbetering worden aangebracht, welke door den Directeur en den Inspecteur der Directe belastingen reeds bij voorbaat met instemming is ontvangen. De kosten van deze loods worden door den Directeur van Gemeentewerken op f 2800.— geraamd, onder welken prijs dan tevens begrepen zijn de kosten van het aanbrengen van nog eenige urinoirs voor algemeen gebruik, aan welke in richtingen grooter behoefte zal bestaan dan waarop aanvan kelijk was gerekend. Een andere leemte in het plan, welke eerst later aan den dag trad, is het gemis aan hondenhokken. Aangezien het niet waarschijnlijk is, dat, althans in den aanvangvele slagers paard en wagen zullen aanschaffen om het geslachte vleesch naar hun winkel te vervoerenmag men verwachten dat velen hiervoor van hondenkarren zullen gebruik maken. Trouwens reeds thans word veelal van hondenkarren gebruik gemaakt om vleesch en slachtkalveren naar het keurlokaal te vervoeren. Het is daarom wenschelijk, dat er een gele genheid bestawaarin de honden langeren tijd kunnen worden opgesloten, opdat zij niet óf wel bandeloos over het terrein losloopen öf wel, aan de ketting gelegd en aan weer en wind blootgesteld, de lucht van hun jammerlijk gehuil en gejank vervullen. De 14 door den Directeur van Gemeente werken voor dit doel ontworpen hokken zullen een uitgave vereischen van 1050.—. Wij merken hierbij op, dat in Nij megen waar aanvankelijk 10 hokken aanwezig warenonlangs besloten is dit getal met nog 13 te vermeerderen. Ook de oprichting van een cantine met bijbehoorend schaft lokaal, waar de slagersknechts hun boterham kunnen ge bruiken, is bij nader inzien wenschelijk gebleken. Wij brengen in herinnering dat reeds bij de behandeling van het slachthuis plan in de secties van den gemeenteraad door een der leden op de behoefte aan zulk een inrichting werd gewezen. Dezerzijds werd toen echter opgemerkt dat er aan een eigenlijke cantine waarschijnlijk geen behoefte zou bestaan, daar er gerekend was op een localiteit waai' patroons en knechts ieder afzonderlijk zouden kunnen verblijven en dus ook gelegenheid zouden kunnen vinden iets te gebruiken. Intusschen heeft een nader onderzoek aangetoond, dat een cantine met schaftlokaal moeielijk kunnen worden gemist In Utrecht en Groningen, die beide in het bezit zijn van een cantine, wordt een der gelijke inrichting dan ook volstrekt onontbeerlijk geacht. Vele slagers toch vertoeven geruimen tijd op het terrein en moeten dus een behoorlijke gelegenheid hebben om zich te verfrisschen. Bovendien wordt op het terrein veelal vee en vleesch verhandeld en heeft dan in de cantine de afrekening plaats. Ook hebben de slagersknechts in den winter, wanneer het 's morgens zeer koud is, veelal behoefte aan een warme kop koffie. Wordt nu tot de oprichting van een cantine beslotendan licht het in de bedoeling daar alleen bier, koffie chocolade, limonade en dergelijke dranken verkrijgkaar te stellen. Geest rijke dranken zullen natuurlijk streng worden geweerd. Dit is dan ook de reden, waarom thans ook te Nijmegen tot den bouw van een cantine zal worden overgegaan. Bij het gemis daarvan worden daar thans allerlei dranken door de slagers op het terrein binnen gesmokkeld. Door het op richten van een cantine hoopt men dit misbruik te zullen keeren. De kosten van de cantine worden door den Directeur van Gemeentewerken op 6500. geraamd. Voor een groot deel, zoo niet geheel, zullen deze echter in den vorm van pacht in de gemeentekas terugvloeien. Immers de bedoeling is dat de bediening der cantine zal worden verpacht, en rekening hou dende met hetgeen elders aan pacht wordt betaald, mag men verwachten dat de jaarlijksche opbrengst hier zeker wel 300. zal bedragen. Voor alle zekerheid zijn echter op de begrooting voor 1903 niet meer dan 200.— als zoodanig uitgetrokken. Nog een andere wijziging in het oorspronkelijk plan meenen wij IJ ernstig te moeten aanbevelen. Zooals U bekend is zal van de voor de koeling van het koelhuis benoodigde machines tevens worden gebruik gemaakt om ijs te fabriceeren. Volgens het met de firma Borsig te Berlijn afgesloten contract zal de hier ter stede op te richten koelinstallatie dagelijks 2500 K.G. ijs moeten kunnen opleveren. Vindt dus dit product een be langrijken afzet, dan zal het een niet onaardige bate aan de gemeentekas opleveren. Nu is evenwel in den laatsten tijd geblekendat het zoogenaamde sneeuw- of matijs, voor welks fabricage met de firma Borsig weid gecontracteerd, waar schijnlijk omdat het spoediger smelt en er minder fraai uitziet, steeds minder gewild is en dus belangrijk in waarde achter uitgaat. Het is daarom wenschelijk, thans nu het nog tijd is de sneeuwijs-fabricage door een klaarijs-installatie te vervangen. Daardoor zullen de kosten wel met ƒ3000.stijgen, maar vermoedelijk dubbel en dwars door de meerdere opbrengst van het ijs worden gedekt. Indien toch slechts het dubbele van den vroeger geraamden prijs per 100 K.G. wordt bedongen, dan zal daardoor reeds een hoogere bate van ƒ900.in de gemeentekas vloeien. En wanneer men dan bedenkt, dat de vroeger geraamde prijs ƒ0 20 per 100 K.G. bedraagt en dat dus het klaarijs ƒ0.40 per 100 K.G. zal moeten opbrengen, terwijl thans hier ter stede ƒ0.40 per 25 K.G. klaarijs wordt betaalddan mag zeker wel op die dubbele opbrengst worden gerekend. In Nijmegen, waar men reeds een sneeuwijs-instal- latie bezat, zal deze dan ook worden opgeruimd en dooreen klaarijs-installatie worden vervangen. Daarbij mag echter niet uit het oog worden verlorendat een latere verandering van de ijsfabricage uit den aard der zaak grootere uitgaven ver- eischt en niet zonder stoornis in de exploitatie kan plaats hebben. Ten slotte zien wij ons genoodzaakt op het vroeger door ons ingenomen standpunt ten aanzien van de aanschaffing van een destructor terug te komen. Door den Inspecteur der Vee- en Vleeschkeuring werd in zijn in 1897 uitgebracht abattoirrapport de inrichting van een destructor in Leiden voorloopig niet noodig geacht, daar de hoeveelheid afgekeurd vleesch daarvoor te gering zou zijn. Hij meende dat het voldoende zou zijn het afgekeurde vleesch

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 2