112
cursus. Als duur van dien cursus wordt door liet meerendeel
der bevoegden een tijdvak van drie jaren noodig geacht.
Eindelijk spreken Gedeputeerde Staten de wenschelijkheid
uit dat de cursus van 96 uren over de wintermaanden zal
worden verdeeld en alzoo niet zal aanvangen vóór 1 October
en uiterlijk 1 April zal eindigen.
Zooals Uwe Vergadering bij de kennisneming van de hierbij
gevoegde conceptverordening A en van het algemeen leer
plan C blijken zal, is door ons bij het ontwerpen der nieuwe
regeling met deze wenschen van Gedep. Staten rekening
gehouden. Inderdaad konden wij ons dan ook zoowel met de
door hen voor den beperkten cursus aangewezen vakkenals
met den driejarigen duur van dien cursus en de daarvoor
aangewezen wintermaanden zeer wel vereenigen. Trouwens
wat deze twee laatste punten betreft, sluit de nieuwe regeling
volkomen aan aan de bestaande. Ook thans reeds heeft de
toelating van nieuwe leerlingen plaats in April en October
en is de leerstof over drie jaren verdeeld.
Maar ook aan de door de wet gestelde voorschriften wordt
bij de door ons ontworpen regeling voldaan. De cursus van
96 uren vormt een geregelden en afgeronden cursus; hij
omvat vier vakken van onderwijs, waaronder twee van het
gewoon schoolonderwijs, te weten Nederlandsche taal en
rekenen; voor de meisjes bestaat er gelegenheid om buiten
avonduren 96 uren in het jaar herhalingsonderwijs te ge
nieten, immers Woensdags- en Zaterdagsmiddags van half
vier tot half zes en overigens worden voor het beperkte her
halingsonderwijs slechts avonduren aangewezen.
Trouwens ten aanzien dezer beide laatste punten deelen wij
maar al te zeer de vrees, door de Plaatselijke Schoolcommissie in
haar in de Leeskamer ter inzage liggend rapport uitgesproken,
dat de beperkte dagcursus voor meisjes al heel weinig aan
zijn doel beantwoorden zal. De commissie meent, dat bij
handhaving dier uren vele meisjes, die als loop- of kinder
meisjes werkzaam zijn, verhinderd zullen worden van het
herhalingsonderwijs gebruik te maken, terwijl de ondervin
ding naar het haar voorkomt voldoende heeft aangetoond, dat
de nadeelige gevolgen, die men van het onderwijs voor meisjes
des avonds ducht, hier ter stede niet behoeven te worden
gevreesd. Het is dan ook ons voornemen, indien inderdaad
blijkt, dat de beperkte dagcursus voor meisjes hier ter stede
geen levensvatbaarheid heeft, ons overeenkomstig den door de
commissie uitgesproken wensch tot de Koningin te wenden
met het verzoek voor deze gemeente van dit wettelijk voor
schrift tijdelijk vrijstelling te verleenen.
Wat nu de vakken voor den uitgebreiden cursus betreft,
die des winters (met inbegrip van den beperkten cursus) 192
lesuren en des zomers 96 lesuren omvat (rd. 24 weken resp. a 8 en
4 uur per week), de keuze daarvan zal geheel van de plaatselijke
behoeften afhangen en dus moeten verschillen al naar het
zielental en de voornaamste bestaansmiddelen der bevolking.
Ons kwam het voor, dat op dien uitgebreiden cursus in de
eerste plaats nog eenige uitbreiding behoorde te worden ge
geven aan het onderwijs, dat reeds op de gewone lagere school
wordt gegeven (vandaar ook de opneming onder de vakken
van het »lezen", hier echter hoofdzakelijk ter verkrijging van
kennis op velerlei gebied), terwijl daaraan dan bovendien
de volgende vakken zouden kunnen worden toegevoegdvoor
de jongens, natuurkennis van den mensch, gezondheidsleer
en staatsregeling; voor de meisjes, de twee eerstgenoemde
vakken en bovendien wollennaaien, huishoud-, kook-en wasch-
onderwijs.
Ook thans reeds wordt des winters 8 uren, des zomers 4
uren per week herhalingsonderwijs gegeven. Behalve in de
toevoeging der verschillende nieuwe vakken, bestaat dus
feitelijk het eenige onderscheid tusschen de thans voorge
stelde regeling en den bestaanden toestand hierin, dat van
de 192 uren die tezamen den wintercursus voor jongens uit
maken, in het vervolg 96 uren een afzonderlijken, geheel
afgeronden cursus zullen vormen, terwijl bovendien voor de
meisjes een dagcursus van 96 uur aan het onderwijs zal
worden toegevoegd.
De districtsschoolopziener, in overleg met wien ingevolge
art. 17 der wet het herhalingsonderwijs moet worden geregeld,
en die blijkens zijn in de Leeskamer ter inzage liggend schrij
ven met veel belangstelling en instemming van de door ons
ontworpen regeling heeft kennis genomen, meende in over
weging te moeten geven onder de vakken van den uitgebreiden
cursus voor meisjes alsnog op te nemende voedingsleer.
Een afzonderlijke vermelding van dat vak komt ons intusschen
onnoodig voor. Want hoezeer wij ook met den districtsschool
opziener van het nut van dit onderwijs overtuigd zijn, waar
blijkens bet bovengemelde naar de opvatting van Gedep. Staten
het onderwijs in de kennis der natuur zich gevoegelijk tot de
voedingsleer uitstrekken kan en waar ongetwijfeld die voedings
leer ook een onderdeel van het kookonderwijs zal moeten uit
maken, komt het ons voor dat dat vak, ook zonder datdaarr
voor uitdrukkelijk een lesuur wordt aangewezen, voldoende
tot zijn recht zal kunnen komen.
Ook de hoofden der lagere scholen moeten, ingevolge art. 17,
omtrent den omvang van het herhalingsonderwijs en de wijze
waarop het zal worden gegeven, worden gehoord. Uit het
feit, dat slechts bij twee hunner, het hoofd der meisjesschool
le klasse en het hoofd der school 3e klasse n°. 5, de hun
gestelde vraag, of de door ons ontworpen regeling hunner
zijds bezwaren ontmoette dan wel tot op- of aanmerkingen
aanleiding gaf, eenige bedenkingen uitlokte, meenen wij te
mogen afleiden, dat de nieuwe regeling ook bij hen over het
algemeen met instemming is ontvangen.
Ten aanzien van de opmerkingen der beide genoemde
hoofden meenen wij u daarom te mogen verwijzen naar
hunne in de Leeskamer ter inzage liggende berichten.
Ten slotte nog een woord over het huishoud- kook- en
waschonderwijs. Daartoe door Uwe Vergadering in hare zit
ting van 10 Juli 1.1. gemachtigd, hebben wij ons nader in
verbinding gesteld met het bestuur van het »Leidsche Volks
huis", ten einde een definitieve regeling van dit onderwijs
te treffen.
Dit bestuur heeft zich daarop, blijkens zijn in de Lees
kamer ter inzage liggend schrijven, bereid verklaard de ver-
eischte lokalen (keuken en zolder), in het Volkshuis, verwarmd
en verlicht beschikbaar te stellen, de voor dat onderwijs
benoodigde gereedschappen en andere hulpmiddelen ten ge-
bruike te verstrekken en de levensmiddelen voor het kook
onderwijs te leveren. Voor een en ander acht het de door u
bepaalde jaarlijksche vergoeding van f 600.— billijk. Tevens
echter geeft het als zijne meening te kennen, dat dit bedrag,
indien later blijken mocht dat dit cijfer in verhouding tot de
werkelijke uitgaven voor dit doel van het Volkshuis te hoog
of te laag mocht zijn, te zijner tijd aan een herziening zou
moeten worden onderworpen. Het komt ons voor, dat deze
laatste clausule volkomen billijk is, en daartegen dezerzijds
geenerlei bezwaar kan bestaan.
Ook b\j de keuze van een geschikt leerares zal het bestuur
gaarne zijn medewerking verleenen.
Nog merken wij op, dat dit onderwijs, blijkens het over
gelegde algemeen leerplan, boven en behalve de 192 uren
van den eigenlijken uitgebreiden cursus, over dag zal
worden gegeven. Dit is een gevolg hiervan, èn dat dit onder
wijs niet in de gewone schoollocalen maar in het Volkshuis
zal worden gegeven, èn dat de lessen in de huishoudkunde
alleen over dag kunnen worden gegeventerwijl dit ook
ingevolge de ons door de Directrice van het Volkshuis gegeven
inlichtingen, voor de lessen in het koken en de behandeling
der wasch zoo al niet volstrekt noodzakelijk, dan toch zeker
wenschelijk is. Niettemin is het Bestuur van het Volkshuis
in zijn bereidwilligheid zoo ver gegaan, dat het, indien het
onderwijs gedurende daguren tot ernstige bezwaren aanleiding
mocht geven, zich bereid verklaard heeft, dat gedeelte van
het onderwijs, hetwelk zonder schade des avonds kan worden
gegeven, op avonduren te bepalen en de van de stichting
zelve uitgaande werkzaamheden zóó te regelendat ook op
die uren de bovengenoemde lokalen ter beschikking van de
gemeente kunnen worden gesteld.
Wat nu de regeling van dit onderwijs zelf betreft, zoo kun
nen wij U nog mededeelen, dat het in de bedoeling ligt in
het eerste jaar de huishoudlessenin het tweede jaar de kook
lessen en in het derde jaar de waschlessen te geven. Aan
nemende, dat ongeveer 100 meisjes dit onderwijs zullen volgen,
zal dus iedere klasse ongeveer 30 meisjes tellen en aangezien
op iedere les slechts tien leerlingen kunnen geplaatst wor
den, zal het noodig zijn iedere klasse in drie groepen tever-
deelen. Iedere les, eenmaal per week gegeven, zal 2 uren duren,
de kooklessen ten minste 2| uur. Een regeling die zeker on
verdeelde goedkeuring verdient.
Waar het echter geenszins onmogelijk is, dat in de toekomst
nog meerdere uren voor dit onderwijs zullen moeten worden
beschikbaar gesteld, zullen wij gaarne aan de door de school
commissie gegeven wenk gevolg geven en aan de leerares,
welke met dit onderwijs zal worden belast, mededeelen, dat
eene eventueele vermeerdering van het aantal harer lesuren
niet onmiddellijk tot eene verhooging van het haar toegekend
salaris zal aanleiding geven.
Alvorens van dit onderwerp af te slappen, voegt het zeker
hier aan het bestuur van het Volkshuis openlijk onzen wel-
gemeenden dank te betuigen voor de welwillende medewer
king in deze aangelegenheid betoond, en tevens onze groote
waardeering uit te spreken van de onbaatzuchtige en onbe
krompen wijze waarop het het gemeentebelang in dezen heeft
ter harte genomen. Nog daargelaten tochdat elke andere
voorziening in dit onderwijs aan de gemeentekas belangrijk
hoogere eischen zou hebben gesteldaarzelen wij niet als onze
overtuiging uit te spreken, dat zeker op geen andere wijze
zoo uitnemend in dit onderwijs zou kunnen worden voorzien.