104 DONDERDAG 10 JULI 1902. is, dat bij opdracht aan den nu voorgestelden leverancier alle hoofddeelen van Duitsch fabricaat zullen zijn en slechts een luttel bedrag den Nederlandschen werkman ten goede zal komen. Reden waarom hij Uwen Raad eerbiedig verzoekt en zulks in het belang eener Nederlandsche onderneming en der aan haar verbonden werklieden, in dit geval de uitvoering niet op te dragen aan den minsten inschrijver doch te gunnen aan de ondergeteekende, welke door verscheidene grootere werken o. a. ook door de levering der electrische installatie van de Openbare Slachtplaats te Utrecht, getoond heeft geheel voor die taak berekend te zijn. Hetwelk doende, Electriciteits-Maatschappij ,.Maarssen", De Directeur, Maarssen, 7 Juli 1902. C. E. Wolff. Zullen worden behandeld bij punt 14 der agenda. 7°. Verzoek van D. J. C. Speet, om verbetering te brengen in den toestand van de sloot langs den Hoogen Rijndijk vóór perceel n°. 8. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat sedert de laatste raadszitting de in prolongatie belegde gelden ad ƒ20000.zijn opgezegd, zoodat thans geen gelden meer in prolongatie zijn belegd. Aan de orde is: I. Benoeming van een leeraar in de paedagogiek aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. n°. 173). De Voorzitter. Mag ik den heeren Zaaijer, Drucker en P. J. van Hoeken verzoeken met mij het stembureau uit te maken Benoemd wordt met 23 stemmen de heer W. Koops; 1 stem was uitgebracht op den heer 11. H. Breuning. II. Benoeming van eene leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes. (Zie Ing. St. n°. 183). De heer de Goeje. M. d. V. Ik wensch een paar woorden te zeggen naar aanleiding van de twee voordrachten voor het middelbaar onderwijs. Op grond van de mededeeling van Burg. en Weth., dat de desbetreffende adviezen van de Com missie van Toezicht en van den Inspecteur op het M. O. in de Leeskamer ter inzage waren nedergelegd, ben ik naar de Leeskamer gegaan om zoo mogelijk aangaande deze voor drachten eenige opheldering te bekomen, maar ik heb absoluut niets naders gevondendan dat de Commissie van Toezicht, in de volgorde, die wij voor ons hebben, de genoemde per sonen aanbeveelt, zonder eenige nadere toelichting noch van de Directrice en den Directeur noch van den Inspecteur op het M. O. Nu staat de autoriteit der commissie bij mij zeer hoog aangeschreven, en ben ik geneigd op hare aanbeveling alleen, zonder meer, af te gaan, maar toch zou die mij nog meer waard zijn, wanneer ik daarbij eenige inlichtingen kon bekomen omtrent de gronden, waarop haar advies steunt. Ik kan mij begrijpen dat de Commissie misschien bezwaar heeft om die inlichtingen publiek te maken, maar zouden zij dan niet alleen voor de leden van den Raad kunnen worden over gelegd? Ik zeg dit niet in 't bijzonder met het oog op de benoemingen, die thans aan de orde zijn, maar in het alge meen zou ik het wenschelijk vinden dat de Gemeenteraad eenig meerder licht ontving bij soortgelijke voordrachten. De Voorzitter. U hebt toch gelezen dat ook het advies van de Directrice van de Hoogere Burgerschool voor meisjes in de stukken wordt aangehaald. Er staat nl.»ter vervulling van de vacature De heer de Goeje. Maar omtrent den inhoud van die inlichtingen lezen wij niets. Men kan ze, na er kennis van te hebben genomen, eenvoudig ter zijde hebben gelegd. De Voorzitter. U zult mij toestemmen dat dit niet waar schijnlijk is. Wanneer de inspecteur, na inlichtingen gevraagd te hebben aan de Directrice van de Hoogere Burgerschool, zijn voordracht ol aanbeveling doet, mag men ook aannemen, dat hij volgens die inlichtingen heeft gehandeldvooral waar het geldt eene aanbeveling voor eene onderwijzeres in de handwerken, van welk vak de Directrice wel meer verstand zal hebben dan de Inspecteur. In het tegenovergestelde geval, wanneer niet volgens de inlichtingen van de Directrice was gehandeld, had men juist eenige nadere toelichting van den Inspecteur mogen verwachten. Maar uwe opmerking zal ter plaatse worden medegedeeld. Mag ik aannemen dat er thans bij U geen bezwaar bestaat om tot de benoeming over te gaan De heer de Goeje. M. d. V. Daartegen heb ik thans geen bezwaar. De uitslag der stemming is, dat wordt benoemd^ Vlej. J. J. Mulder met 13 stemmen. -Mej. A. M. E. Aghina verkreeg 11 stemmen. III. Verzoek van J. A. M. Rijk om eervol ontslag als leeraar in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor jongens. (Zie Ing. St. n". 171). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 1 September 1902 een eervol ontslag verleend. IV. Benoeming van een leeraar in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor jongens. (Zie Ing. St. n°. 183), Wordt met algemeene stemmen (24) benoemd de heer J.Verwer. V. Voorstel tot continuatie van H. H. Breuning als tijdelijk leeraar in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor jongens. (Zie Ing. St. n". 179). Wordt met algemeene stemmen (24) als zoodanig herbenoemd de heer H. H. Breuning. VI. Verzoek van Mej. M. G. A.van Sermondt om eervol ont slag als 3e onderwijzeres in de handwerken aan de school der derde klasse n°. 5. (Zie Ing. St. n°. 170). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 15 Augustus een eervol ontslag verleend. VII. Verzoek van Mej. J. Keij om eervol ontslag als 3e onder wijzeres aan de school der 4e klasse n°. 1. (Zie Ing. St. n°. 182). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 15 Augustus een eervol ontslag verleend. VIII. Verzoek van de Wed. J. B. Heijdeman om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 169). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. IX. Voorstel tot uitgifte van permissiën voor het jagen op waterwild op de Vroonwateren. (Zie Ing. St. n°. 181). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. X. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor meubilair en inrichting van de Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. (Zie Ing. St. n°. 177). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XI. Voorstel tot het verleenen van machtiging aan de Com missie van Beheer van het gesticht Endegeest tot het bouwen van een varkensstal. (Zie Ing. St. n<>. 172). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XII. Verzoek van A. A. R. Verhoog in zake de demping van een gedeelte sloot langs den Lagen Rijndijk en overname door de gemeente van den door demping verkregen grond. (Zie Ing. St. n<>. 176). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw van een 6e openbare lagere school der 3e klasse en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (Zie Ing. St. n«. 180). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIV. Voorstel tot onderhandsche opdracht aan de firma Groeneveld, van der Poll en Co. te Amsterdam van de levering der electrische installatie ten behoeve van het openbaar slachthuis. (Zie Ing St. n°. 175). De heer Drucker. M. d. V. Naar aanleiding van deze voor dracht en het daaromtrent ingekomen adres, zou ik aan Burg. en Weth. twee vragen willen doen, welke in de stukken niet voldoende zijn opgehelderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 2