GEMEENTERAAD VAN LEDEN.
93
IITCiEKOHEIl STUKKEN.
N°. 167. Leiden, 25 Juni 1902.
De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen de
navolgende voorstellen van Burgemeester en Wethouders, als:
1°. tot verhooging van de begrootingsposten van het dienst
jaar 1901waarvan de raming te laag is gebleken. (Inge
komen stukken n°. 149).
2°. tot wijziging van de begrooting, dienst 1902, voor de
overbrenging van een bedrag van f 100000.van den dienst
1901 op dien van 1902, voor betalingen betreffende het
openbaar slachthuis en het Sanatorium Rijngeest (Ingek.
Stukken n<>. 147);
en 3°. tot verhooging van den post: «Kosten van verge
lijkend examens", op de begrooting voor den loopenden dienst
(Ingek. Stukken n°. 146).
Zij stelt U mitsdien voor de overgelegde begrootingsstaten
vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 168. Leiden, 25 Juni 1902.
Tegen de door de Vereeniging tot bevordering van den
bouw van werkmanswoningen ingediende rekening van ont
vangsten en uitgaven over 1901 heeft de Commissie van
Financiën geene bedenkingen.
Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van deze rekening
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 169. Leiden, 26 Juni 1902.
Naar aanleiding van het hierbij overgelegd adres van Mej.
de weduwe Heydeman, houdende verzoek om terugbetaling
van schoolgeld, Lager Onderwijs, hebben wij de eer Uwe Ver
gadering mede te deelen, dat adressante zich in het begin
van Maart van dit jaar in deze gemeente gevestigd heeft en
dat een harer kinderen toen is geplaatst als leerling op de
school 2e klasse voor Jongens en Meisjes, een op de Meisjes
school 2e klasse en twee op de Jongensschool 2e klasse, zoo
dat zij in de maanden Januari en Februari van dit jaar alhier
geen onderwijs hebben genoten.
Wij geven U daarom in overweging aan adressante terug
betaling van schoolgeld te verleenen over de maanden Januari
en Februari, tot een gezamenlijk bedrag van f8.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 16 Juni 1902.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester
en Wethouders der Gemeente Leiden.
Hiermede neemt de ondergeteekende Mej. de Wed. J. B.
Heydeman, Haarlemmerstraat 119A te Leiden, de vrijheid
zich tot U te Wenden met beleefd verzoek om restitutie van
de door haar betaalde schoolgelden over het eerste kwartaal,
gedurende welken tijd haar kinderen de school niet bezocht
hebben en zij nog te Zaandam woonachtig was.
Hoogachtend
Mej. de Wed. J. B. Heydeman.
N#. 170. Leiden, 30 Juni 1902.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. M.
G. A. van Sermondt en het daaromtrent door het Hoofd der
school uitgebracht advies, geven wij Uwe Vergadering in
overweging aan mej. M. G. A. van Sermondt, op haar verzoek,
met ingang van 15 Augustus a. s. eervol ontslag te verleenen
als 3e onderwijzeres in de handwerken aan de school 3e
klasse n°. 5.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 19den Juni 1902.
Edelachtbare Heeren,
In antwoord op Uw Apostille van den 13den dezer heb ik
de eer, U te berichten, dat er mijnerzijds geen bezwaar be
staat tegen de inwilliging van het verzoek van Mej. M. G.
A. van Sermondt om eervol ontslag uit hare betrekking van
derde onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de O. L.
School der 3de klasse n°. 5, met ingang van den 15den Augus
tus e.k.
Met verschuldigden eerbied,
Het Hoofd der O. L. S. III, 5.
W. Koops, Azn.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft te kennen de ondergeteekende, Maria Gerarda Adriana
van Sermondt, 3e onderwijzeres in de handwerken aan de
O. L. School 3e klasse n°. 5;
dat zij wegens haar aanstaand huwelijkmet 15 Augustus
eervol ontslag uit genoemde betrekking verzoekt.
't Welk doende enz.
Leiden, 13 Juni 1902. M. G. A. van Sermondt.
N°. 171. Leiden, 30 Juni 1902,
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van J. A. M.
Rijk en onder overlegging van de daaromtrent door de Com
missie van Toezicht en den Inspecteur van het Middelbaar
Onderwijs uitgebrachte adviezen, geven wij U in overweging
aan J. A. M. Rijk op zijn verzoek met ingang van 1 September
a. s. eervol ontslag te verleenen als leeraar in het Duitsch
aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's-Gravenhage19 Juni 1902.
In antwoord op Uw schrijven, hiernevens vermeld, heb ik
de eer U te berichtendat tegen inwilliging van het verzoek
van den heer J. A. M. Rijk welk verzoek strekt, om hem
tegen 1 September e. k. uit zijn betrekking van leeraar aan
de hoogere burgerschool voor jongens te Leiden, eervol ont
slag te verleenen bij mij geen bezwaar bestaat.
De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs,
J. Campert.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 14 Juni 1902.
Onder terugzending van het bij uw schrijven van 13 Juni
1902 N°. 10 a/40 ingekomen verzoek van den Heer J. A. M.
Rijk, leeraar in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Bur
gerschool voor Jongens alhier om eervol ontslag uit deze
betrekking tegen 1 September a. s. hebben wij de eer U te
berichten dat tegen inwilliging van dit verzoek bij onze
Commissie geen bezwaar bestaat.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
H. A. Lorentz, Voorz.
H. M. A. Coebergh, Secr.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Johannes Anne
Marie Rijk, leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor jongens,
alhier, dat hij wegens zijne benoeming tot leeraar aan de
Openbare Handelsschool te Amsterdam eervol ontslag verzoekt
uit eerstgenoemde betrekking tegen 1 September a. s.
't Welk doende
Leiden, 9 Juni 1902. J. A. M. Rijk.
N°. 172. Leiden, 30 Juni 1902.
Bij het in gebruik nemen van het gesticht Endegeest is
zuinigheidshalve de oude houten paardenstaldie zich op het
aangrenzende weiland bevond, voorloopig als verblijfplaats der
varkens in gebruik genomen. Thans verkeert die stal inzoo-
danigen staat van verval, dat zij ook voor verblijf der var
kens niet langer geschikt is. En aangezien zij evenmin de
kosten van een eenigszins belangrijke herstelling waard is,
wenscht de Commissie van Beheer blijkens haar in de Lees
kamer ter inzage liggend schrijven, tot den bouw van een
nieuw varkenshok over te gaan.
De kosten van zulk een gebouwtje dat aan 16 varkens een
onderkomen zal kunnen verschaffen en aan alle billijke eischen