80
DONDERDAG
5 JUNI 1902.
IX. Verzoek van H. J. Visser om terugbetaling van school
geld, Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 119).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
afwijzend op beschikt.
X. Verzoek van M. M. Jung om terugbetaling van school
geld, Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 122).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XI. Verzoek van A. A. den Hoed om ontheffing van de be
taling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 123).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XII. Verzoek van Jhr. L. C. van den Brandeler om ontheffing
van de betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 123).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XIII. Verzoek van Dr. J. W. Muller om ontheffing en terug
betaling van schoolgeld, Middelbaar en Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 127).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XIV. Verzoek van J. J. van Hoeken om vergunning tot het
maken van een houten gebouw op een terrein aan de Haar
lemmervaart.
(Zie Ing. St. n°. 136).
Wordt, nadat de heer A. J. van Hoeken heeft verklaard
buiten stemming te blijven, zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming gunstig op beschikt.
XV. Voorstel tot het instellen van eene rechtsvordering
tegen den schipper J. H. Steijger te Delft tot betaling van
schadevergoeding wegens aanvaring van de Spanjaardsbrug.
(Zie Ing. St. n°. 120).
De Voorzitter. Dit punt is vervallen, omdat wij van den
heer Mr. Goudsmit kennis hebben gekregen, dat de vordering
van de gemeente door schipper Steijger is betaald.
XVI. Voorstel tot het verleenen van een voorschot uit de
gemeentekas aan den Commandant der brandweer.
(Zie Ing. St. n°. 126).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XVII. Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om
goedkeuring der aansluiting van perceelen welke zijn gelegen
of nog zullen worden gebouwd aan den Rijksweg, ten westen
van het gesticht »Endegeest".
(Zie Ing. St. n°. 135).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
XVIII. Voorstel tot:
a. wijziging van het besluit tot verhooging der bezoldiging
van de stadswerklieden en daarmede gelijk te stellen amb
tenaren
b. aanvulling van de verordening regelende de jaarwedden
van de onderwijzers en onderwijzeressen aan de openbare lagere
scholen.
(Zie Ing. St. n°. 130).
Worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
XIX. Verzoek van het bestuur der gemeente-werklieden
vereeniging »Recht en Plicht" om verhooging van loon voor
de stadswerklieden.
(Zie Ing. St. n°. 132).
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zal omtrent deze zaak geen
voorstel doen, doch wil zeggen, dat het mij aangenaam is,
dat door Burg. en Weth. wordt gezegd, dat »voorloopig al
thans" hierop niet zal worden ingegaan. Daarom ook zal ik
er op een anderen tijd over spreken. Ik zou echter hierbij
willen opmerken, dat wij hieruit niet de conclusie moeten
trekken, dat het loon van de gemeentewerklieden zoo schit
terend is. Vóór de verhooging hadden 32 stadswerklieden
8.10; 8 /-8.30; 4 ƒ8.50; 8 ƒ9; 1 ƒ10; 9 f 10.80 en 1 J 11.—
samen 64, wier loon beneden de ƒ12 per week bleef. Nu
komt daarbijdoor het aannemen van het geamendeerde voor
stel van Burg. en Weth. in de vorige vergadering, 40 cent
als toelage, maar die moeten er weer af voor het pensioen.
Nu worden bij deze berekening door mij niet in aanmerking
genomen de overuren, die een kleine verhooging veroorzaken.
Maar ik meen dat hierop ook niet de klemtoon mag worden
gelegd. Als onderwijzers en leeraren in hun vrijen tijd door
lesgeven geld er bij verdienen, zijn dit ook eigenlijk overuren
en die rekent men ook niet bij hun salaris.
Ik nu acht een loon, dat beneden de ƒ12 blijft, niet schit
terend. Zooals ik zeide wensch ik nu niet voor te stellen op
het verzoek in te gaan, doch wil alleen constateeren, dat het
niet overdreven is van de werklieden om verhooging van loon
te verzoeken.
Op het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming afwij
zend beschikt.
XX. Verzoek van het bestuur der afdeeling Leiden en Om
streken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw om
verlaging van het marktgeld voor het gebruik der veemarkt.
(Zie Ing. St. n". 131).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
besloten aan adressant te berichten dat voor inwilliging van
zijn verzoek geen termen aanwezig zijn.
XXI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
benoeming van een ambtenaar ter gemeente-secretarie.
(Zie Ing. St. n°. 129).
De heer Witmans. M. d. V. Ik kan mij zeer goed met dit
voorstel vereenigen. Ik heb alleen het woord gevraagd om te
kennen te geven of het niet mogelijk is, dat wanneer die
ambtenaar met de werkzaamheden voor de pensioensregeling
gereed is, hij zijn vrijen tijd besteedt voornamelijk op het
gebied van de belastingen. Ik heb bij de behandeling van de
loopende begrooting in de sectiën reeds de wenschelijkheid
uitgesprokendat hier zou komen een controleur van de be
lastingen. Ik heb dat toen breedvoerig besproken, wat ik nu
niet zal doen, doch ik blijf bij mijn meening, dat een af
zonderlijke controle voor de gemeentebelastingen noodig en
nuttig is.
Nu wil het mij toeschijnen, dat de benoeming van dezen
ambtenaar in deze een overgangsmaatregel kan zijn. Wanneer
men deze richting uit wil, dunkt mijdat bij het corps rijks
klerken iemand gezocht zou moeten worden, die voor een
dergelijke betrekking geschikt is.
Overigens zal ik mij gaarne met dit voorstel vereenigen.
De Voorzitter. Tot mijn leedwezen kan ik de gevraagde
toezegging niet doen. Wei kan ik zeggen, dat vermoedelijk
de werkzaamheden voor het weduwen- en weezenfonds in de
toekomst van dien aard zullen zijn, dat zij steeds veel arbeid
van dien ambtenaar zullen vorderen. Thans zijn de ambtenaren
aan de rekenkamer zoo overladen met werk, dat het in de be
doeling ligt om, als de organisatie van het weduwen- en
weezenfonds is afgeloopeneen gedeelte van het werk van de
rekenkamer aan den nu te benoemen ambtenaar op te dragen.
De tegenwoordige eerste ambtenaar van de rekenkamer zit
hier eiken avond tot ongeveer tien uren en dat is niet te
vergen. Wij zullen bovendien bij de benoeming van een nieuwen
ambtenaar iemand moeten zien te krijgen, die op het gebied
van gemeente-administratie zijn sporen verdiend heeft, niet
alleen om werkzaam te kunnen zijn op de rekenkamer, maar ook
om hem eventueel andere werkzaamheden te kunnen opdragen.
Daarom moeten wij hebben een vol ambtenaar, praktisch er
varen in de gemeente-administratie, en die desnoods dadelijk
anderen vervangen kan. Dat is de bedoeling; en of er dan
naderhand tijd zal zijn voor dien ambtenaar om bovendien de
functie van controleur der belastingen te kunnen vervullen
ik vrees van niet; mij dunkt, een afzonderlijk ambtenaar zou
daarmede geheel de handen vol hebben.
Het voorstel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XXII. Voorstel tot verhooging van de voor den bouw van
het Sanatorium Rijngeest en bijbehoorende dokterswoning toe
gestane gelden en vaststelling van den desbetreffenden sup-
pletoiren begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. n°. 134).
De Voorzitter. Hierbij komt in behandeling het amende
ment van den heer de Lange.
De heer de Lange. Mijnheer de Voorzitter. Het is zeker
geen aangenaam onderwerp, dat wij nu te behandelen hebben,
als we in aanmerking nemen dat eene inrichting, die volgens
de eerste raming zou kosten 145000.nu waarschijnlijk