75 Het ter zake ingewonnen rechtskundig advies, benevens de op de zaak betrekking hebbende stukken zijn in de Lees kamer ter inzage neergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 1*51. Leiden, den 21 Mei 1902. Ter voorziening in de vacature, die in ons College is ont staan door het aan den heer Prof. Dr. T. Zaayer verleend eervol ontslag, hebben wij de eer IJ de volgende aanbevelings lijst van twee personen te doen toekomen: lo. Prof. Dr. H. KAMERL1NGH ONNES. 20. Dr. J. J. SALVERDA DE GRAVE. Curatoren van het Gymnasium, Fockema Andrew, Voorzitter. H. van der Lip, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 122. Leiden, 24 Mei 1902. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van M, M. Jung geven wij (Jwe Vergadering in overweging aan adres sant terugbetaling te verleenen van het door hem over de maand April voor zijn dochter betaald schoolgeld, aangezien deze, wegens vestiging in de gemeente, eerst sedert 1 Mei de lessen aan de meisjesschool le klasse heeft gevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 Mei 1902. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jung, Marie Marcus, arts, Officier van Gezondheid le klasse bij de Zeemacht, wonende Dwarsstraat 10, dat door hem is betaald schoolgeld voor zijne dochter Marie Jeannette Nicoline over de maanden April, Mei en Juni van dit jaar; dat zij echter eerst met 1 Mei 1902 in deze gemeente is woonachtig geworden en pas van dien dag af de school aan de Boommarkt heeft bezocht, waarom hij beleefd verzoekt om teruggave van het door hem over de maand April betaalde schoolgeld. 't Welk doende, M. M. Jung. No. 123. Leiden, 24 Mei 1902 Naar aanleiding van nevensgaande verzoek schriften van A. A. den Hoed en Jhr. L. C. van den Brandeler, geven wij Uwe Vergadering in overweging: 1°. aan A. A. den Hoed ontheffing te verleenen van de betaling van schoolgeld over het laatste kwartaal van den loopenden cursus voor zijn pupil, vroeger leerling der Hoogere Burgerschool, aangezien deze die inrichting den 17en dezer heeft verlatenten einde in andere richting te worden opgeleid 2°. aan Jhr. L. C. van den Brandeler vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld over het eerste halfjaar van den loopenden cursus voor zijn dochteraangezien deze wegens vestiging in deze gemeenteeerst sedert 5 Mei de lessen aan de Hoogere Burgerschool volgt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 Mei 1902, Aan den EdelAchtbaren Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen den Hoed, Aart Abraham, Eerste Luitenant der Infanterie, wonende in deze gemeente, Marendijk No. I'll; dat hij zijn pupil Dirk Karei van Meert.en, leerling in de lste klasse der Hoogere Burgerschool voor Jongens, den 17en dezer van genoemde school heeft afgenomenten einde hem in andere richtingbuiten deze gemeentete doen opleiden redenen, waarom requestrant zich tot Uwen Raad wendt met het eerbiedig verzoek hem wel te willen ontheflen van het betalen van schoolgeld over den laatsten termijn van het dienstjaar 1901/2, ingaande den eersten Juni a. s., tot een bedrag van vijftien gulden. 't Welk doende, enz. A. A. den Hoed. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Jonkheer Louis Christiaan van den Brandeler, Majoor bij het 4e Regiment Infantrie, wonende Hooge Rijndijk 15, alwaar hij zich sinds 7 dezer gevestigd heeft; dat zijne dochter Johanna Petronella, met toestemming van uw Dagelijksch Bestuur sinds 5 Mei j. 1. de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus voor jongens bezoekt en aldaar in de le klasse is geplaatst; dat hij den 7en Mei j. 1. ten bureele van den Heer Gemeente- Ontvanger het verschuldigde schoolgeld over het 2de halfjaar Maart t/m Augustus voldaan en bij die gelegenheid ver nomen heeft, dat door Uwen Raad ontheffing kan worden verleend van de schoolgeldbetaling over het le halfjaar, bij aldien van de school gedurende dien tijd geen gebruik is gemaakt redenen waarom adressant zich tot Uwen Raad wendt met het eerbiedig verzoek hem ontheffing te willen verleenen van het verschuldigde schoolgeld over het le halfjaar van het loopende schooljaar. 't Welk doende, enz. L. C. van den Brandeler. Leiden, 19 Mei 1902. N°. 124. Leiden, 24 Mei 1902. Ter vervulling der vacature van leeraar in de wiskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, alhier, hebben wij de eer U, ingevolge het bepaalde bij art. 29 der Wet op het Middelbaar Onderwijs, de volgende aanbevelingslijst van benoembaren aan te bieden: 1°. Dr. J. C. SCHALKWIJK, alhier, sedert September 1900 met de waarneming der lessen belast; 20. C. L. TON DU, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Schiedam 3°. W. A. VERSLUYS, leeraar aan de Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus te Heerenveen. Onder mededeeling dat de adviezen van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs en de Commissie van Toezicht in de leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 125. Leiden, 24 Mei 1902. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. M. L. Dijkman om ontslag uit haie betrekkingen van leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes en van le onderwijzeres in dat vak aan de lagere school der 3e klasse n°. 2 alhier, en van de daaromtrent ingekomen adviezen van de Commissie van Toezicht en van den Inspec teur op het Middelbaar Onderwijs en van het Hoofd der lagere school voornoemd, hebben wij de eer U mede te deelen, dat ook onzerzijds tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Mitsdien geven wij U in overweging aan Mej. M. L. Dijk man, op haar verzoek, met ingang van 1 September a. s. eer vol ontslag uit beide betrekkingen te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Gravenhage, 16 Mei 1902. In antwoord op nevensvermeld schrijven, heb ik de eer Uw College mede te deelen dat ik mij vereenig met het ad vies van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onder wijs in Uwe gemeente in zake de ontslag-aanvrage van Mejuffrouw M. L. Dijkman, als leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes. Ik heb de eer in overweging te geven het gevraagde ont slag met ingang van 1 September e. k. eervol te verleenen. De Inspecteur van het Middelbaar Onderiuijs J. Campert. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Leiden, 7 Mei 1902. Onder terugzending van het bij Uw schrijven 15 April 1902 n°. 10a/23 ingekomen verzoek van Mejuffrouw M, L. Dijkman, leerares in de handwerken aan de Hoogere Burger school voor Meisjes alhier om ontslag uit deze betrekking tegen 1 September a. s. hebben wij de eer te adviseeren aan haar dit ontslag eervol te willen verleenen. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. H. A. Lorentz, Voorzitter. H. M. A. Coebergh, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 5