76 DONDERDAG 15 MEI 1902. IX. Staat van af- en overschrijving op de begrootin», dienst 1901, van het Gereformeerd Minne- of arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 98). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. X. Rekening, dienst 1901, van het Gereformeerd Minne-of arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 98). (De heer Juta verlaat tijdelijk de vergadering; de heer van Hamel neemt tijdelijk het voorzitterschap waar). De rekening wordt zonder beraadslaging en zonder hoof delijke stemming goedgekeurd. (De heer Juta keert in de vergadering terug). De heer van Hamel, Ik kan den heer Juta meedeelen, dat de Raad de rekening heeft goedgekeurd. (De heer Juta neemt den voorzitterstoel weder in). XI. Rekening, dienst 1901, van de Plaatselijke Schoolcom missie. (Zie Ing. St. n°. 99). (De heeren de Goeje, Kroon, Pera en van Hamel verlaten tijdelijk de vergadering). De rekening wordt zonder beraadslaging en zonder hoof delijke stemming goedgekeurd. (Genoemde heeren keeren in de vergadering terug). De Voorzitter. Ik kan den heeren meedeelen, dat de reke ning is goedgekeurd. XII. Rekening, dienst 1901, van de dienstdoende Schutterij. (Zie Ing. St. n<>. 100). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voorloopig vastgesteld. XIII. Voorstel tot onderhandsche verpachting van de aard appeltiend onder Leiderdorp. (Zie Ing. St. n°. 97). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XIV. Verzoek van H. A. van Ingen Schenau om vergunning tot het dempen van een gedeelte sloot, gelegen tusschen het villapark en den Hoogevoortschen weg te Oegstgeest. (Zie Ing. St. n°. 95). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XV. Verzoek van C. J. de Nie om geheele kwijtschelding van boete wegens te late oplevering van de 4e Wethouders- (Zie'ing. St. n° 101). De heer de Goeje. Mijnheer de Voorzitter, mag ik even eene vraag doen? Adressant zegt, dat hij eerst 16 dagen na de gunning aan het werk heeft kunnen beginnenhoeveel heeft nu het werk te lang geduurdis daar verhouding tusschen? De Voorzitter. Mag ik dan even voorlezen wat de Com missie van fabricage daaromtrent in haar rapport zegt? Daar staat »De bewering van adressant, dat hij eerst op 30 Decem ber, 16 dagen na de gunning mocht beginnen met het weg breken van de oude bodenkamer is eene onjuistheid; er is hem geen termijn gesteld, binnen welken hij niet mocht aanvangen met het werk op het raadhuis en evenmin is voorgeschreven dat hij gedurende zekeren tijd niets mocht doen uitvoeren. Integendeel is deze aannemer door de directie aangespoord moeten worden om tijdig op het raadhuis aan te vangen, daar men voorzag, dat het werk anders niet op den gestelden tijd zou gereed komen." De heer de Goeje. Ik dank U, mijnheer de Voorzitter. Op het verzoek wordt vervolgens zonder hoofdelijke stem ming afwijzend beschikt. XVI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting en meubileering van de beide nieuwe lokalen van de school aan de Heerenstraat. (Zie Ing. St. n°. 102). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XVII. Verzoek van H. J. Hopman, weduwe van J. de Vos, in leven stadswerkman, om toekenning van eene toelage uit de gemeentekas. (Zie Ing. St. n°. 87). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming gunstig op beschikt. XVIII. Verzoek van M. Niemandsverdriet, weduwe van J. Verhoeff, in leven stadswerkman, om toekenning van eene gratificatie uit de gemeentekas. (Zie Ing. St. n°. 91). De heer Pera. Mijnheer de Voorzitter. Ik wensch een enkele vraag te doen. Te voldoen aan het verzoek van de wed. Verhoeff is moeilijk, maar toch is bij mij de vraag gerezen of er niet een weg is te vinden, dat zij op haar ouden dag eenigen steun ontvangt. Ook zij is sedert jaren werkzaam in dienst der gemeente, en wordt in haar werk bijgestaan door hare dochter. Mijn vraag is nu of de weduwe niet van haar werk zou kunnen worden ontslagen en eenig pensioen ont vangen, en dat aan de dochter in 't vervolg het werk wordt opgedragen, misschien met nog iets er bij. Ik meen, dat er in die richting wel wat te doen is, terwijl de diensten van haar overleden man, tot op hoogen leeftijd aan de gemeente gepresteerd, mede reden kunnen zijn om ons niet geheel te onttrekken. Ik laat het op 't oogenblik alleen bij deze vraagzoodat er overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. kan beslo ten worden, om daarna te zien, wat in de aangewezen rich ting mogelijk is. De heer Kohevaar. Er is geen bezwaar tegen, dat die schoonmaakdiensten en de daaraan verbonden verdiensten door dé dochter overgenomen worden van de moeder; en evenmin bestaat er bezwaar daaraan nog iets toe te voegen. Er zijn ook reeds maatregelen genomen, waardoor daaraan nog de schoonmaak van een school zal worden toegevoegd. De heer de Lange. Dezelfde gedachte als van den heer Pera was ook bij mij gerezen, üp grond van de nieuwe pensioenverordening kan ook de weduwe Verhoef! recht doen gelden op pensioenen aangezien deze vrouw 72 jaren oud is en 20 jaren als werkvrouw in dienst der gemeente is ge weest met een loon van f 2.50 per week, geloof ik, dat haar een pensioen kan worden toegekend van f 1.25. Ik zou daarom aan Burg. en Weth. willen vragen, of aan die oude vrouw dat pensioen niet kan worden toegekend en of haar dochter voor het vervolg niet met die werkzaamheden kan worden belast, zoodat dan de finantiëele toestand toch verbetert. De Voorzitter. Zeker, dat kan natuurlijk; maar dan moet zij beginnen met pensioen te vragen. Als zij pensioen vraagt, zal zij natuurlijk worden behandeld als elk ander en zullen wij trachten het haar te geven. Maar ik geloof, dat zij niet voornemens is pensioen te vragenzij werkt nog veel te graag. Op het verzoek wordt daarna zonder hoofdelijke stemming afwijzend beschikt. XIX. Verzoek van P. van Driel Bz., om den eigendom en het gebruik van twee strookjes grond nabij den Haagweg onder de gemeente Zoeterwoude. (Zie Ing. St. n°. 74). De heer P. J. van Hoeken. Mag ik even vragen, mijnheer de Voorzitter, of Burg. en Weth. van zienswijze zijn veranderd in deze zaak, na het uitstel van de vorige vergadering? De Voorzitter. Uit de stukken blijkt het niet. De heer P. J. van Hoeken. Neen, daarom vraag ik het. De Voorzitter. Wij hebben deze zaak nogeens laten op nemen. Hier is eene teekening van een wagen, die geschikt is om hooi op te laden. Als het hooi opgeladen is, wordt het geheel van boven nog iets breederzonder hooi is de breedte van den wagen bovenaan reeds ruim twee meter, terwijl de weg ook slechts iets meer dan twee meter is. Eene gelukkige omstandigheid is echter, dat het hooi minder weerstand heeft dan het uitstekende gedeelte van de schuur, die daar staat, zoodat met het daarlangs rijden wel hooi zal wegvallen, maar vermoedelijk niet de schuur zal beschadigd worden. Het is daar zeer zeker een erg nauwe passage, maar daartegenover staat, dat het rijden met hooi gelukkig niet het geheele jaar door gebeurt. In de natuur is maar een zeer beperkte tijd aangewezen voor het inhalen van hooi, maar nauw blijft de weg altijd. Als het schuurtje er niet stond, zouden wij zeker niet adviseeren het daar te zettenhet staat gedeeltelijk op gemeentegrondmaar om den heer van Driel te noodzaken voor misschien acht of tien hooiwagens, die daar in een jaar voorbij rijden, een stuk van het schuurtje af te snijden en een nieuwen achtergrond te maken, daarin is misschien ook weer iets hardsmaar wat de Raad beslissen wil in dezen is ons zeer wel. De heer de Goeje. Is het de eenige weg voor de hooiwagens? De Voorzitter. Ja, voor het achter gelegen land is het de eenige weg. VfiiYipr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 4