DONDERDAG 27
FEBRUARI 1902.
23
kunnen worden verleid op een goeden dag aan de vereeni-
ging voor schoolkindervoeding een paar duizend gulden te
geven, en dan zouden wij daarmede zitten.
Omdat het hier alleen een proef geldt en de post telken
jare op de begrooting zal worden gebracht, kan ik wel met
het voorstel van Burg. en Weth. meegaan.
Verder wensch ik even terug te komen op hetgeen de heer de
Lange gezegd heeft. Ik vind de door hem uitgesproken denk
beelden uitmuntendmaar acht deze in de abnormale omstan
digheden bepaald onuitvoerbaar. Ik meen dat het onmogelijk
is al die ouders op te zoeken en geld te geven. En al kon
dat, dan kregen de kinderen misschien toch geen beter eten.
Wanneer nu door verbeteringen, die men zich in de maat
schappij voorstelt, die toestanden veranderen wij hopen
zoo spoedig mogelijk zal ik dat toejuichenmaar in de
gegeven omstandigheden zou ik meenet), dat het voorstel van
Burg. en Weth. nog het meeste raison d'être heeft.
De heer Drucker. M. d. V. Er is van verschillende kanten
gewezen op de mogelijkheid, dat de vereeniging het eene of
andere jaar zal kunnen beschikken over zóóveel middelen als
de meeste vereenigingen zich slechts als een droom of illusie
kunnen voorstellen. Dat die mogelijkheid bestaat is niet te
ontkennen. Het is denkbaar, dat iemand eens aan de vereeniging
«Schoolkindervoeding" zal geven, laat ik zeggen ƒ50000. -En
dan zou de gemeente in dat jaar ook ƒ50000.-- moeten geven.
Ik kan niet zeggen, dat het ondenkbaar is; misschien komt
in Amerika zoo iets wel eens voor. In Nederland is het niet
alledaags! Toch is het misschien beter, deze moeilijkheid op
'te lossen door nu eenvoudig te besluiten, wat men zal doen
voor 1902. Want ik blijf het onjuist vinden, dat men nu zou
verklaren, dat het subsidie nooit hooger zal gaan dan ƒ500.—
Ik zou daarom willen vragen, of niet het beste ware, n°. 1.
geheel te doen vervallen Wat dan betreft het subsidie voor
1902, zou ik nog even nader willen toelichten, waarom ik
500.te weinig acht. Er wordt door de vereeniging gehan
deld met groote nauwgezetheid en zuinigheid; er wordt geen
kind gevoed, als het niet zeer noodig blijkt te zijn. Als eens
een enkel kind wat te veel eet, is dat een vergissing, die
overal kan voorkomen. Men scheidt met de voeding uit in
Maart. Maar in April en Mei hebben de kinderen ook nog
honger. De voeding heeft dus werkelijk plaats op zeer bescheiden
schaal. Het blijkt nu dat men, om op die beperkte wijze de
kinderen twee maal per week te voeden, f 1000.— noodig
heeft. Nu is het toch een zeer geringe stap om die twee dagen
per week tot vier te makenook dit is nog zeer bescheiden.
Wil men de vereeniging in staat stellen de kinderen vier
maal per week te voeden, dan moeten bij die 1000.— nog
1000.— komen. Daarop berust mijn voorstel om het subsidie
te brengen op 1000.
Over het bezwaar van den heer de Lange wil ik alleen nog
dit zeggen, dat de practici, die dagelijks voor de kwestie staan,
door den nood gedwongen, zijn gaan inzien, dat kindervoe
ding noodzakelijk is, ook al stonden zij theoretisch op het
standpunt van den heer de Lange.
De heer Witmans. M. d. V. Als Bestuurslid van «School
kindervoeding" had ik gedacht, dat ik juist de verdediging op
mij had moeten nemen, maar dit is zoo uitnemend door de
heeren Drucker en Sijtsma gedaan, dat ik mij daarvan kan
onthouden. Alleen wil ik iets meedeelen omtrent de Vereeniging
«Schoolkindervoeding" en hoe deze te werk gaat
Een der heeren heb ik hooren zeggen, dat de ouders hunnen
kinderen voedsel moeten verstrekken en zoo deze 't, niet hebben,
gaat dan naar de kerk of diaconie. Mijnheer de Voorzitter,
't is niet dit jaar geweest, maar eenige jaren geleden, dat ik
zelf enkele 10-tallen gezinnen bezocht, waar nijpende armoede
heerschte en als ik o. a. ervan sprak, om hulp te gaan zoeken
bij kerk of diaconie, dan haalde men de schouders op; daar
kunnen die menschen 0.50 ol 1.— per week krijgen; nu
vraag ik U, moet dan onze schoolkindervoeding niet helpend
optreden
En dan, welke kinderen worden toegelaten? Alleen die,
Mijnheer de Voorzitter, die door het hootd der school worden
opgegeven. Wij hebben er goede contróle en wanneer men
de zaak bespreekt met onderwijzers, dan is het: «schoolkinder
voeding zelf werkt uitstekend." Nu weet ik wel, dat in rap
porten van hoofden der scholen dit eenigszins anders gefor
muleerd wordt, maar dit werk leidt er toe, dat de kinderen
't onderwijs met meer vrucht kunnen ontvangen.
M. de V. Het feit doet zich ook voor dit heb ik ook
uit de stukken dat op den dag van de voeding de kinderen
getrouwei' komen als op andere dagen. Nu komen zij helaas
maar twee dagen in de week bij ons aan de Vincentius-
vereeniging, welke ons uitnemend steunt, en ik moet zeggen,
dat het toezicht daar over het algemeen uitmuntend is. Ver
schillende dames, dochters van leden der Vincentius-vereeni-
ging, staan ons daar op uitstekende wijze ter zijde. De enkele
maal, dat het geschied is, dat een kind onpasselijk is geworden,
betrof een jongen, die ziek was geweest en die, toen hij 's Maan
dags op school kwam en mede gevoed werd, sedert den vorigen
Donderdag geen warm eten had gehad.
Ik kan den heer Drucker mededeelen, dat onze vereeniging
bij grooter subsidie wel gaarne hare werkzaamheid zou uit
strekken tot het verschaffen van schoeisel, al bepaalde zich
dit slechts tot het verstrekken van warme schoolpantoffels.
Tot nu toe is dit echter op verschillende bezwaren afgestuit.
Ook is de ondervinding opgedaan, dat over het algemeen het
schoeisel nog niet zoo slecht isalleen op een bijzondere school
is geconstateerd dat kinderen niet aan de voeding hadden
deelgenomen, omdat zij eenvoudig geen kleeren hadden. Ik
voor mij zal wel niet behoeven te zeggen, dat ik zou willen,
dat wij onze werkzaamheid tot alle dagen konden uitstrekken,
dat de kinderen alle dagen, behalve den Zondag, konden worden
gevoed en, zoo noodig, ook konden worden gekleed. Maar nu
dat niet is te bereiken, zal ik gaarne het amendement van
den heer Drucker steunen, om aan onze vereeniging 1000.
toe te kennen.
Met het denkbeeld van den heer Bosch zijn wij niet gebaat.
In het najaar zijn wij verplicht met de Vincentius-vereeniging
een contract aan te gaan voor den winter, en dat is voor
ons niet mogelijk, als wij eerst na behandeling der begrooting
weten of en over hoeveel subsidie van gemeentewege wij voor
dien winter zullen hebben te beschikken.
De heer Sijtsma. Door verschillende leden is gezegd, dat
kindervoeding op school een gevolg is van een abnormalen
toestand. Ik wil dat wel toestemmen. De normale toestand
i is, dat de kinderen gevoed worden door de ouders en ik zou
van harte wenschen dat dit geschieden kon.
Nu heeft de heer Bosch gezegd: als wij dezen weg inslaan,
zullen zij straks krijgen kleeding, schoeisel, er zullen artsen
worden aangesteld en de ouders zullen zeggen: hier heb je
ze heelemaal. Nu bevreemdt het mij, dit te hooren van een
man als de heer Bosch, die aan het hoofd staat van een
arbeidersvereeniging; dat hij zulk een slechten dunk heeft
van de ouders als zouden dezen niet beseffen, dat zij in de
eei-ste plaats geroepen zijn hun kinderen te voeden en te
onderhouden.
Ik heb mijn amendement ingetrokken omdat hetgeen de
heer Drucker heeft voorgesteld ongeveer hetzelfde is. Om de
redenendie de heer Witmans heeft aangegevenzou ik
echter wenschendat het subsidie niet voor een jaar maar
voor vast zou gelden. Het is niet noodig het slechts voor
één jaar vast te stellen. Zoover kunnen wij wel vooruit zien
in de toekomst, dat wij weten, dat de toestanden over een
jaar niet zooveel zullen zijn veranderddat het subsidie niet
noodig zou wezen.
De Voorzitter. Daar nog drie heeren het woord hebben
gevraagd, zou ik op eenige beperking van het debat willen
aandringen.
De heer P J. van Hoeken. Mijnheer de Voorzitter. Ik zal zeer
zeker tegen het amendement van den heer Drucker stemmen en
ook tegen het voorstel van Burg. en Weth. Ik ben van meening,
dat het niet ligt op den weg van den Gemeenteraad om zich
met schoolkindervoeding te bemoeien en bovendien acht ik het
gevaarlijk een stap 1e doen op dat terrein. Wij hebben al van den
heer Drucker gehoord, dat er zal komen schoeiselvoorziening,
voorziening in kleeding enz. mettertijd waar moet dat heen
En voor den heer Witmans zou ik 't wel wenschelijk achten
wanneer hij eens diaken was, dan kon hij beter oordeelen.
Mijnheer Witmans zegt: een gulden of meer. maar die moet
goed besteed worden, en dat dit gebeurt, daarop moet de
diaken letten; hij moet er voor zorgen, dat de ouders.het
niet, in plaats van voor de kinderen, voor zichzelf besteden.
De zaak is dunkt mij nu genoegzaam besproken en zooals ik
gezegd heb zal ik stemmen tegen het voorstel.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Afgezien daarvan of ik
voor of tegen zal stemmen tot het verleenen van subsidie,
geloof ik toch, dat het voorstel van Burg. en Weth. moet
geprefereerd worden boven dat van den heer Drucker, omdat
daarin wordt gevraagd eene vaste som en deze niet afhankelijk
is gesteld van de giften door particulieren bijgedragen, zoodat
daardoor de prikkel bij de particulieren wordt weggenomen.
Zij dan zullen hun contributie gaan verminderen.
De heer Bosch. Ik vraag alleen het woord om den heer
Sijtsma te antwoorden, dat ik voor de mannen van Patrimo
nium, waarvan ik de eer heb aan het hoofd te staan, niet
bevreesd ben dat zij zullen gaan op het pad van den heer
Sijtsma. Maar juist omdat zoovelen niet tot Patrimonium
behooren, ben ik bang dat bij hen dit wel geschieden zal.
De heer de Lange. De heer Sijtsma heeft een ruim gebruik
gemaakt van aanhalingen uit de missives van de hoofden van
scholen. Daarom wil ik ook de aandacht van den Raad vestigen
op een uitlating van een van de hoofden van openbare scholen,
nd. deze: «Wel weet ik, dat enkele kinderen het in den