42 N°. 64. Leiden, 28 Februari 4902. Voldoende aan het bepaalde bij Artikel 5 der Statuten, beeft het Bestuur van de vereeniging »de Practische Ambachts school" alhier, de eer den Raad der gemeente Leiden mede te deelendat in de algemeene Ledenvergadering, gehouden 20 Februari jlter vervanging van het Bestuurslid de heer J. A. van Dijk. die de gemeente gaat verlaten, het volgende dubbeltal is opgemaakt: lo. Mr. E. C WIERSMA. 20. J. VAN DAM. en voor de vacature onstaan door het vertrek uit de gemeente van het bestuurslid, de heer C. Bonger: lo. B. J H. HA1TINK. 2°. Jhr. A. RAPPARD. De Raad wordt beleefd uitgenoodigd uit deze dubbeltallen eene keuze te doen. Namens het Bestuur der vereeniging »de Practische Ambachtsschool" J. A. van Dijk, Voorzitter. G. van Driel, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden, NO. 65. Leiden11 Maart 1902. Tegen de goedkeuring van het bij nevensgaand adres door G. J° Janssen ingediend stratenplan ten behoeve van zijne terreinen aan den Maredijk, Sectie L. n>s 469 en 471, gemeente Leiden, bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons college bezwaar. Plaats, richting, noch afmetingen der aan te leggen straten geven aanleiding tot overwegende be denkingen. Wèl zal de straat langs de Haarlemmertrekvaart slechts een breedte hebben van, op het smalste gedeelte, 4 Meter, maar waar die straat langs de vaart is gelegen en dus licht en lucht vrij tot de woningen zullen kunnen toetreden, waar van bebouwing van de straat aan de andere zijde nimmer sprake zal kunnen zijn en waar dit straatje slechts toegang zal verleenen tot de daaraan gelegen woningen en als verkeers weg nimmer dienst zal behoeven te doenkan in dit geval met die geringe breedtenaar het ons met de Commissie van Fabricage voorkomt, wel genoegen genomen worden. En dit te eer, waar de diepte van het bouwblok tusschen den Maredijk en de kade langs de Vaart, welke 24 Meter bedraagt, geen vermindering zal kunnen ondergaan en dus het stellen van hoogere eisehen aan de breedte van die kade het bouwplan zelf onuitvoerbaar maken zou. Van den anderen kant mag dan echter ook van adressant wor den verlangd, dat hij den hem toebehoorenden grond aan deri Maredijk, welke in verband met het doortrekken van de rooilijn langs de lijn A—B onbebouwd zal moeten blijven en tot ver breeding van den Maredijk zal kunnen dienen, behoorlijk ten onzen genoegen bestraat geheel kosteloos aan de gemeente in eigendom en onderhoud overdrage. Tegen het opleggen van deze reeds vroeger aan adressant kenbaar gemaakte voorwaarde bestaat dan ook, blijkens den inhoud van het adres, zijnerzijds geen bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging het door G. J. Janssen ingediende stratenplan ten behoeve zijner terreinen aan den Maredijk, kadastraal bekend onder Sectie L nis 469 en 471 gemeente Leiden goed te keuren, met bepaling van de breedte der zijstraat van den Maredijk in het verlengde der Aloëlaan op 10 Meter en van de straat langs de trekvaart op ten minste 4 Meter, en onder voorwaarde dat adressant den hem toebehoorenden grond aan den Maredijk buiten de rooilijn A B behoorlijk ten onzen genoegen bestraat geheel kosteloos in eigendom en onderhoud aan de gemeente over drage, ten einde als openbare weg met den Maredijk te worden verheeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden Geeft de ondergeteekende met verschuldigde hoogachting te kennen, dat hij het terrein aan den Maredijk alhier, be kend bij het kadaster als Gemeente Leiden, Sectie L. n°. 469 en 471 als bouwterrein wenscht te exploiteeren, en daarvoor bijgaand stratenplan ter Uwer goedkeuring inzendt. Dat hij verzoekt de rooilijn aan den Maredijk vast te stellen volgens den lijn op de teekenin^ met A B aangeduid en de strook gronds welke daardoor vóór de te bouwen perceelen vrijkomt kosteloos aan de Gemeente wenscht over te dragen en zoo noodig de kosten van bijbestrating daarvan wil betalen. Leiden No. 66. 1902. 't Welk doende G. J. Janssen. Leiden, 11 Maart 1902. Uwe besluiten van den 30sten Januari 1.1. tot het aankoo- pen van een terrein, gelegen achter den Morschweg aan het einde van de Paul Krugerstraat, kadastraal bekend onder Sectie L. ni» 98, 99 en 100, gemeente Leiden, en om dat ter rein te bestemmen voor de oplichting van een 6e openbare lagere school der 3e klasse, zijn door Gedep. Staten dezer provincie bij hun besluit van 25 Februari 1902 goedgekeurd, zoodat tot de overdracht van het terrein zal kunnen worden overgegaan, zoodra wij over de noodige gelden tot betaling van de koopsom zullen kunnen beschikken. Bij nader onder zoek is het terrein gebleken groot te zijn 2723 M2, zoodat de koopprijs, berekend tegen den prijs van f 3,— per M2, bedraagt 8169.De kosten op de overdracht vallende zullen voorts een uitgave van 251.— vereischen. In het geheel zal dus in een uitgave van 8420.—moeten worden voorzien, waarin echter voor een vierde gedeelte, alzoo voor f 2105. door het Rijk zal worden bijgedragen. Een bedrag van 6315 zal dus door geldleening moeten worden gevonden. Mitsdien geven wij Uw Vergadering in overweging boven genoemd bedrag van f 8420— ter onzer beschikking testel len, door tot vaststelling van den hierbij overgelegden supple- toiren begrootingstaat over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 4