N°. 28.
Leiden, 23 Januari 1902.
No. 30.
Leiden, 23 Januari 1902.
Naar aanleiding van nevensgaand adres geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan Mr. H. Kloppenburg, alhier,
terugbetaling van schoolgeld te verleenen tot een bedrag van
ƒ5.—, aangezien zijn dochtertje, wegens vestiging in deze ge
meente, eerst sedert half November de lessen aan de Meisjes
school le klasse heeft gevolgd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Gééft eerbiedig te kennenMr. 11. M. G. Kloppenburg, kanton
rechter te Leiden;
dat zijn dochtertje Josina Iluberta Adriana sedert half
November des vorigen jaars de- openbare lagere school voor
meisjes le klasse, hoofd Mejuffrouw Maclaine Pont, bezoekt en
hij daarvoor het volle schoolgeld over het loopende kwartaal
OctoberDecember heeft betaald; dat hij evenwel, op grond
der betreffende verordening op de heffing der schoolgelden in
deze gemeente, aanspraak meent te hebben op restitutie van
het schoolgeld over de maand October, gedurende welke maand
zijn genoemd dochtertje geen onderwijs heeft genoten
Redenen, waarom hij zich tot U wendt met verzoek om terug
gave van het door hem betaalde schoolgeld over de maand
October 1901.
't Welk doende enz.
Kj.oppenburg.
N°. 29. Leiden, 23 Januari 1902.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. P. W.
de Vries en het daaromtrent door het Hoofd der school uit
gebracht advies, geven wij Uwe Vergadering in overweging
aan Mej. P. W. de Vries op haar verzoek eervol ontslag te
verleenen uit haar betrekking van 3e onderwijzeres aan de
school 3e klasse n°. 5, met ingang van 1 April a.s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 20sten Januari 1902.
Edelachtbare Ueeren,
Ter voldoening aan het verzoek, vervat in Uwe Apostille
van den 20sten dezer, heb ik de eer U te berichten, dat er
van mijnen kant geen bezwaar bestaat, dat aan Mejuffrouw
P. W. de Vries met ingang van den lsten April 1902 eervol
ontslag wordt verleend uit hare betrekking van derde onder
wijzeres aan de Openbare Lagere School der derde klasse, n°. 5.
Met verschuldigden eerbied
Het Hoofd der O. L. School der 3e klasse n°. 5,
W. Koops Azn.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Leiden, 18 Januari 1902.
Edelachtbare Ueeren
De ondergeteekende, Petronella Wilhelmina de Vries, derde
onderwijzeres aan de Openbare Lagere School 3e klasse n°. 5,
verzoekt, wegens aanstaand huwelijk, tegen 1 April 1902 uit
bovengenoemde betrekking te worden ontslagen.
Met verschuldigde hoogachting,
P. W. de Vries.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Ten vervolge op ons schrijven van 26 November 1901, op
genomen onder n°. 289 der Ingekomen Stukken van dat jaar,
kunnen wij U thans mededeelen, dat uit het door de Com
missie van Fabricage ingesteld onderzoek naar den toestand
der fundamenten van de Kraaierstraatsbrug gebleken is, dat
die brug van een geheel nieuwen onderbouw zal moeten wor
den voorzien.
Ter voorkoming van moeielijkheden bij de uitvoering van
het werk en ook om dit zooveel mogelijk te bespoedigen (het
geen met het oog op de stremming van de scheepvaart alles
zins gewenscht is), acht die Commissie het voorts geraden dit
werk op te dragen aan denzelfden aannemer, aan wien des
tijds bij openbare aanbesteding de bovenbouw werd gegund.
De som, daarvoor door dezen verlangd, ten bedrage van ƒ4425.13,
wordt door haar niet te hoog geacht.
Intusschen acht zij het noodzakelijk, dat bij een werk als
dit, waarbij zich zoo licht onvoorziene moeilijkheden kunnen
voordoen, nog bovendien een bedrag van ƒ350.— beschikbaar
gesteld worde voor onvoorziene uitgaven. Dit geheele bijko
mende werk zal dus dan een uitgave kunnen vereischen van
4775.13.
Voorts kunnen wij U mededeelen, dat overeenkomstig onze
raming van 26 November 1901 voor de afdamming een bedrag
van ƒ1100.en voor de hulpbrug een van 225.is noodig
geweest, te zamen alzoo ƒ1325.hetgeen gevoegd bij de
bovenvermelde ƒ4775.13 een totale vermeerdering van kosten
meebrengt van ƒ6100.13.
Daarentegen is het oorspronkelijk werk aangenomen voor
ƒ3150.—, dat is 1050. beneden de daarvoor door U beschik
baar gestelde som van ƒ4200.
Ten einde het werk geheel te kunnen voltooien zal dus nog
in eene uitgave van ƒ5050.13 moeten worden voorzien, welke
som zal behooren te worden gevonden uit den post voor on
voorziene uitgaven, waarop thans nog ƒ10588.— beschikbaar zijn.
Aangezien wij ons geheel met het gevoelen der Commissie
van Fabricage kunnen vereenigen, naar wier in de Leeskamer
ter inzage liggend rapport wij U overigens ter bekoming van
nadere inlichtingen nog meenen te mogen verwijzengeven
wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
1°. de vernieuwing van den onderbouw van de Kraaierstraats
brug ondershands op te dragen aan P. J. Uarteve.lt alhier,
voor de som van 4425.13;
2°. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij overge-
legden staat van af- en overschrijving ten bedrage van ƒ5050.13,
ten einde uit die som de sub 1° bedoelde en de daarmede in
verband staande uitgaven te kunnen bestrijden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 31. Leiden, 21 Januari 1902.
De Commissie van F inanciën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen den in hare handen gcstelden staat van af- en
overschrijving op de begrooting der dienstdoende Schutterij,
dienst 1901, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U voor tot goedkeuring van dien staat te besluiten,
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen &JZoon.